Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groot bescheurboek (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groot bescheurboek
Afbeelding van Het groot bescheurboekToon afbeelding van titelpagina van Het groot bescheurboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.51 MB)

Scans (62.65 MB)

ebook (28.88 MB)

XML (1.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groot bescheurboek

(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders


Vorige Volgende

Modermisme

Eens per jaar ging ik naar een kledingzaak en kocht ik mij een broek die een half bandmaatje ruimer dan de vorige viel, maar overigens in niets verschilde van de pantalons zoals ik hen al 25 jaar draag (komfortabel wijd, rijk aan zakken en keurig zwart, dus ideaal te kombineren met bovenkleding in alle kleuren), maar het bedaarde modehuis waar altijd dezelfde heer, mijn nieuwe broek uitnodigend over zijn arm geplooid, het groenfluwelen gordijn van de riante paskamer voor mij openschoof, bestaat sinds anderhalve maand niet meer. ‘Dat de gemeente ons toen een jaar lang met een opengebroken straat heeft laten zitten dat gaf ons de nekslag, meneer. Wat trouwens ook de oude meneer Gerard zelf heeft opgebroken, plus dat hij onder ons gezegd niet genoeg met het huidige modebeeld meeging. Grappig jekkertje draagt u daar trouwens.’

‘Hè? Oh dit, och ja: de zomer.’

‘Maar die broek heeft u nog bij onze zaak vandaan, toch?’

‘Welke broek? Oh deze. Ja, die heb ik nog bij u gekocht.’

‘Ja, u hebt daar toch weer het levende bewijs aan, hè - kamgaren verloochent zich nou eenmaal nooit, als kwaliteit.’

‘Zegt u dat wel, meneer de Bruin, maar nu moet ik weer eens verder.’

Ik schud mijn werkeloze exmodeverkoper de hand en zie, als ik twintig meter verderop tussen agressief op het trottoir geparkeerde kledingrekken door linksaf de ‘Vlotshop’ binnenschiet, hoe hij mij beteuterd nakijkt: weer een klant afgegleden naar de Broekenhal!

Het is koud voor deze tijd van de zomer, zodat men de mouwen van de aan de voorgevel wapperende spijkerjasjes maar in de zakken heeft gestopt.

Binnen probeer ik The Cure te overschreeuwen, terwijl ik om een zwarte broek verzoek.

‘Zwart? Die hebben we niet.’

‘Hoezo niet?’

‘Die worden niet meer gemaakt, meneer, zwarte broeken.’

‘Heeft u dan misschien iets zomers? Zandkleur of zo?’

Met tegenzin pulkt de groenharige verkoopster een woenstijngele zomerbroek uit het rek. Ze maakt een loom gebaar in de richting van de houten saloondeurtjes die je lichaam van de knieën tot aan je rode hoofd aan het gezicht onttrekken; zo kunnen ze de clientèle in de gaten houden, want er schijnt veel gestolen te worden in dit soort zaken. Vaak gaan er jongelui met wel drie broeken over elkander de deur weer uit. Ik moet hier zo snel mogelijk weg. Als hij past, hou ik hem aan en reken ik af.

Ik krijg de broek dicht en zie in de verstickerde spiegel een middelbare meneer tot aan zijn middel in de nieuwe mode staan. De pijpen zijn te lang (die worden, ook alweer tegen diefstal, niet meer omgezoomd geleverd), maar als ik straks na thuiskomst op de keukentafel klauter, kan mijn oma ze afspelden en innemen. Ik voel geen steekzakken opzij, maar als ik hem weer uitstroop, zie ik gelukkig twee achterzakken met klep zitten.

Bij de kassa verdwijnt de broek, die ondanks zijn Made zijn in Taiwan toch nog honderdnegenenveertig gulden blijkt te kosten, in een plastic reclametas, waar ik op heb gerekend: ik prop de

[pagina 272]
[p. 272]

gratis schreeuwzak in een neutrale boodschappentas, waarmee ik een half uurtje geleden leeg van huis ben gegaan.

‘Goedemiddag, juffrouw.’

‘Doei.’

Thuis smokkel ik mijn aanschaf achter mijn rug de trap op, naar het hol van mijn kamer. Straks zal ik in mijn nieuwe broek tevoorschijn treden, bovenaan de trap halt houden, mijzelf nog één keertje bekijken en dan naar beneden roepen: ‘Kom eens kijken, jongens! Hoe vinden jullie mijn nieuwe broek?’ Mijn vrouw doet precies hetzelfde als zij een nieuwe jurk heeft gekocht, en ook de kinderen roepen soms een kwartier lang feestelijk ‘Niet kijken, Niet kijken!’ om ten slotte trots tevoorschijn te treden in een nieuwe pijama of ondergoed met het prijsje er nog aan.

Ik scharrel in onderbroek door mijn kamer en hang mijn nieuwe pantalon voor alledag over de rugleuning van mijn burostoel, om hem nog eens op mijn gemak te kunnen bekijken. Ik heb geen buik en de bandwijdte zat strak daarstraks, dus alles wat mij nu te wijd of te afwijkend van mijn vorige broek lijkt, is gewoon de Mode, moet ik maar denken.



illustratie

Wel blijf ik het vreemd vinden dat er geen zijzakken inzitten - daar zal ik in de avondkrant de mode-advertenties op nakijken; of dat soms niet juist het laatste van het laatste is! Daarom natuurlijk ook die twee achterzakken! Dat zie je zelden meer, broekzakken met afdekkleppen. Grappig, veilig en handig! Nee, daar heb ik een leuke broek aan, voor de zomer. Luchtig, stevig, zandkleurig, twee kontzakken met klep - kan gewoon niet beter!

Ik wil zien of die zakken diep genoeg zijn om mijn opschrijfboekje te bergen en ik maak de rechterklep los, waar ik heel lang over doe, tot ik zie dat er helemaal geen knoopsgat in de klep zit: de knoop zit er gewoon opgenaaid en de klep dekt helemaal geen zak af!

De schaamtegolf die mij even van de grond tilt is weer bijna zo sterk als het gonzende gevoel van oplichting dat mij overviel toen ik, achttien jaar oud, rijbewijs nog nat, bij de Haagse autosloperij van de familie Dusbaba (ex-Anderlecht) voor honderdvijftig gulden een DKW kocht, die stond aangeprezen als: ‘Prima! Heeft alleen geen achteruit!’. Maar dat gaf niks, zag ik - daar kon ik makkelijk zolang een zeiltje voor spannen of ik zou bij een andere autosloperij wel een achterruit van de DKW oprakelen. Duitse Kinder Wagen. Wat waren het toch een analfabeten, die autohandelaren: achteruit met 1 R schrijven! Maar toen ik, mijn straat inrijdend, voor de deur wilde parkeren, merkte ik dat aan de Versnellingsbak, waar ik onderweg al van gevoeld had dat je bij het schakelen z'n Twee maar beter helemaal kon overslaan, DE ACHTERUITVERSNELLING ONTBRAK!

Ik pak een schaar, knip de knoop los en til de rechterklep op: geen zak!



illustratie

Ik knip de linkerknoop eraf, licht het klepje en zie exakt het zelfde!



illustratie

Ik voel het al: in deze broek valt dus niets weg te bergen om mee te nemen - ik zal er morgen een of ander passend jasje met extra zakken bij moeten kopen.

De roodste hoofden krijg je in je eentje: ik ben de hoorndrager van een moderne broek.



illustratie

Voetbal (2)

Het zoontje was, met de rug naar hem toe, op een afstandje bezig de bal hoog te houden, opdat hij hem zou kunnen omhalen naar zijn vader. Maar de jongen bezat nog te weinig techniek en met elk falend wippertje stuurde hij zichzelf verder het weiland in, totdat hij voorgoed achter de horizon verdween.

[pagina 273]
[p. 273]

Geslaagd

Gisteravond zijn ze met alle geslaagden dronken geworden, behalve zij.

Er zijn er zelfs wat blijven slapen en met elkaar naar bed gegaan. Zij was naar huis gegaan, op de nieuwe fiets die ze voor haar slagen van haar ouders had gekregen. Een brommer vonden ze te gevaarlijk, met haar ogen, en kostte ook teveel natuurlijk. Toen ze thuiskwam zag ze dat haar vier jaar jongere broertje, zo lief, haar lege schooltas aan een springtouw uit het raam had gehangen. ‘Ten teken van feest’, dacht ze, ‘mooi voor een tekening, die Ten Teken van Feest heet.’ Ze zette haar fiets in het halletje, binnen, en deed hem op slot.

Dan raakte ze daar alvast een beetje vertrouwd mee. Het sleuteltje liet zij in haar bloesje glijden. Dat voelde eventjes alsof er een straaltje koud water liep, over haar borst. Terwijl ze de trap opliep, begon ze te huilen.

Ze was geslaagd, maar hoe moest alles nu in godsnaam verder? Ze zou hem nooit meer zien natuurlijk en gisteren was hij niet gekomen op het afscheidsfeestje; waar ze nog zo voor had gebeden. Zes jaar lang. Zes jaar lang was ze misselijkmakend verliefd gebleven op de leraar Nederlands.

Twee geeltjes en een blauwtje

Stuk voor stuk waren ze mooier dan de mooiste vrouwen die hij ooit gezien had. En hoeveel waren het er wel niet? Minstens twintig, maar het was lastig tellen, want om beurten gingen de gordijnen dicht. Voor de zesde keer liep hij het hoerenstraatje op en neer. Hij zou voor het eerst een naakte vrouw bezitten. Hij was twintig en had ervoor gespaard; vijftig gulden had hij bij zich. De keuze was bijna ondoenlijk. Na nog twee keer heen en weer te hebben gelopen, besloot hij tot het blonde meisje met de grootste borsten van het straatje. Hij ging voor haar raam staan en trok zijn wenkbrauwen op. Zij wenkte hem naar binnen en sloot het gordijn. De hele dag had hij met Edith Piaf's ‘Milord’ in zijn hoofd gelopen. ‘Hoeveel kost het?’ vroeg hij in haar kamertje. Hij had een kikker in zijn keel. ‘Vijftig gulden, helemaal naakt’, zei ze. Ze had een zachte G. Met zijn rug naar haar toe, begon hij zich uit te kleden, niet te snel. Speciaal hiervoor vanochtend instapschoenen aangetrokken - voor veters zouden zijn vingers toch teveel beven. De vanmiddag gekochte rode onderbroek trok hij het laatst uit, en hij draaide zich om, in de verwachting haar naakt op het slechts met een laken bedekte bed te zien liggen. Maar zij stond ernaast, nog aangekleed.

‘Nou?’ probeerde hij te lachen. Die kikker zat er nog.

‘Wat nou?’ vroeg ze. Door het raam had ze veel aardiger gekeken.

‘Je zei toch voor vijftig gulden helemaal bloot?’ vroeg hij zachtjes.

‘Ja; jíj’, zei ze.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken