Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het groot bescheurboek (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het groot bescheurboek
Afbeelding van Het groot bescheurboekToon afbeelding van titelpagina van Het groot bescheurboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.51 MB)

Scans (62.65 MB)

ebook (28.88 MB)

XML (1.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het groot bescheurboek

(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Een bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders


Vorige Volgende
[pagina 381]
[p. 381]

Vastendagboek

Eerste afbouwdag

Het idee was van Fieke. Zij had een artikel gelezen over vasten en wilde dat meteen met mij doen. Lief! We moeten opnieuw leren luisteren naar onze eigen lichamen en zoeken naar ons natuurlijk ritme. Wat is ze mooi als ze ergens enthousiast over is. Gisteravond hebben we afscheid genomen van de winter met een heerlijke zuurkoolschotel (gebakken spekjes, rookworst). Fieke vertelde schitterende verhalen uit haar katholieke jeugd. Ze aten thuis nooit vlees op vrijdag en één maaltijd per vrijdag tijdens de Grote Vasten. Zat toch wel wat moois in. Veel spiritueler dan mensen nu vaak leven. Deze eerste dag viel erg mee, want we mochten gewoon eten, maar van alles de helft. 's Avonds mèt Fieke heerlijk geknuffeld, maar werden afgeleid door het rommelen van mijn maag. Dat begint nu al!

Tweede afbouwdag

Beginnen met een glas bitterzout valt niet mee, maar dat is voor het laxeren. Het reinigingsproces, noemt Fieke dat. 's Middags veel te gulzig aangevallen op dat ene schaaltje rauwkost. Goed dat ik op aanraden van Fieke een paar dagen vrij heb genomen, want ik merk dat ik aan niets anders kan denken dan aan ons eetschema. Wat smaken 's avonds die twee eetlepels gaar graan overheerlijk. Ik moet nu meer ontspannen van Fieke.

Vasten is jezelf eens lekker ouderwets durven verwennen, zegt ze.

Derde afbouwdag

Alleen theeën, bouillons, sappen en mineraalwaters gedronken. Bracht dank zij het bitterzout veel tijd op het toilet door.

's Avonds buikpijn en rillerig. Dat hoort zo, zegt Fieke. Het gif van vele jaren komt eruit. Fieke praat erg veel. Ook als ik op de wc zit gaat ze maar door, op een stoel in de gang. Ik vroeg haar op een gegeven moment weg te gaan.

Was wel cru, maar ze vond het niet erg.

Eerste vastendag

Nu mogen we niets meer, alleen zes koppen kruidenthee en zes glazen mineraalwater. Hoofdpijn en een vieze smaak in mijn mond. De hele dag op de bank gelegen. Als Fieke binnenkomt schrik ik telkens, want ik vind haar vreemd. Of ben ik vreemd?

Zij is zo overenergiek en opgewekt. De slaapkamer ligt bezaaid met vellen papier, ze is aan het tekenen geslagen. Grote bloemen in felle viltstiftkleuren, die pijn aan mijn ogen doen.

Ook heeft ze dertig eieren beschilderd, alvast voor de volgende Pasen. Af en toe val ik in slaap en dan droom ik dat ik tussen drommen mensen sta en dat de Paus langskomt en warme krentenbollen uitdeelt. En Fieke en ik zijn hartstikke tegen de Paus! 's Avonds in bed wil Fieke gezellig tegen me aanliggen, maar ik verbeeld me dat ze anders ruikt. Ik moet af en toe aan het open raam diep ademhalen. Fieke denkt, dat ik dan de kosmos op me wil laten inwerken. Ze gaat er een gedicht over schrijven.

Tweede vastendag

Tegen de ochtend hoor ik wolven huilen om het huis. Om zeven uur gaat Fieke een wandeling maken, ze wil de eerste tekenen van de lente gaan zoeken. Ik doorzoek het hele huis, van zolder tot kelder, naar iets eetbaars. Niets te vinden. Fieke heeft alles verstopt. Waar zijn de reserveblikken voor de onverwachte eters? Die heeft ze natuurlijk in de tuin begraven! Met de schop maak ik diepe kuilen. Als Fieke terugkomt met een grote bos narcissen - wat een ordinaire rotbloemen zijn dat toch - denkt ze dat ik een vijvertje aan het graven ben. Ze valt me om de hals. Eindelijk werk ik ook 's in de tuin. Maar ik stoot haar van me af, ik zag in een flits twee Draculatanden in haar lachende mond.

's Middags wil ze dat ik help met het verschuiven van alle meubels. Het kan namelijk allemaal veel gezelliger. Ik ben te duizelig.

's Avonds sluit ik me op in de badkamer en eet een halve tube tandpasta. Krijg ik daar die buikkrampen van? Ik hoor snerpende fluittonen in mijn hoofd. Of is het Fieke die, ergens in huis, op haar oude, teruggevonden blokfluit speelt? Ik laat het bad vollopen. Met mijn hoofd onder water is het gepiep en geknerp iets minder. De neiging om niet meer boven te komen wordt steeds sterker. Alle weerstand opgeven en je vol laten lopen met water.

Heerlijk vol.

Eerste opbouwdag

Godzijdank mogen we weer wat eten: één boekweitkoek. Fieke schuift hem onder de badkamerdeur door, want ik doe nog niet open. Ik blijf de hele dag in bad. 's Middags (of is het nacht?) hoort Fieke eindelijk mijn geschreeuw en krijg ik nog een koek.

Tweede opbouwdag

Na een urenlange tocht door een ijzig poollandschap op een slee met maar één hond ervoor, klopt Fieke op de badkamerdeur en zegt dat het ontbijt klaar staat. Ik eet een kommetje yoghurt en een sneetje knäckebrot. Ik krijg spontaan een gierende huilbui. Ik kan het gelukkig weer verdragen dat Fieke door mijn haar strijkt. Ze heeft niets gemerkt. Ze denkt dat ik vierentwintig uur in de badkamer heb gemediteerd.

's Avonds eet ik een snee volkorenbrood. Ik ben moe, heel erg moe. Ik zal morgen de zaak bellen en nog een paar snipperdagen opnemen. Fieke heeft blikken muurverf gekocht, ze gaat vannacht de muren van de huiskamer lichtgroen verven. Ze zegt dat niet alleen de lente is begonnen, maar ook ons nieuwe leven.

[pagina 382]
[p. 382]

Hoe hard het gaat en hoe groot ze worden

‘Mag ik even je pen schat? Pappa moet even een telefoonnummer opschrijven. Namelijk het nummer van een meneer.’

‘Asjeblieft pap.’

‘Dank je wel meid. Ziezo. Fijn zo. Mooie pen is dit hè? Ben je er blij mee?’

‘Die is niet van mij hoor.’

‘Oh nee? Heb je die niet van pappa en mamma gekregen?’

‘Die heb ik geruild, met Karin.’

‘Met Karin.’

‘En Suze heeft zolang mijn pen.’

‘Suze? Die ken ik niet, geloof ik. Maar Karin wel. Zozo. Dus Karin zit ook alweer in de zesde.’

‘De zevende hoor pap. Het heet nu de zevende.’

‘De zevende?’

‘Volgend jaar ga ik naar de achtste. Wat dus vroeger de zesde heette.’

‘Ja natuurlijk, de zesde.’

‘De zevende.’

‘De zevende, dat zeg ik. Heb je misschien ook even een papiertje voor me zolang? Dan kan pappa even dat nummer opschrijven. Nee, ben je mal, niet uit je schrift scheuren!’

‘Geeft niet. Dit is toch m'n klatschrift.’

‘Fijne nieuwe tas is dat hè?’

‘Die tas had ik vorig jaar ook al hoor.’

‘Jaja. En dat UB 40, daar op de klep, is dat jullie groepsnummer of zo, voor de Cito-toets?’

‘Nee, dat was vroeger een Popgroep. Mag ik m'n pen terug?’

‘Hè? Oh ja, sorry. Ja dat heeft pappa van de zaak hè; altijd alle pennen bij zich steken.

Zeg meid, fijn dat het zo goed gaat op school. Nou, en volgend jaar in de zesde krijg je er lekker Engels bij...zul jij eens zien. Kan pappa Engels praten, met zijn kleine meid!’

‘In de achtste, bedoel je.’

‘Dat zeg ik ja; volgend jaar in de achtste.’

‘We hebben vorig jaar al Engels gehad hoor pap. We zijn al gekomen tot les vierentwintig.’

‘Les vierentwintig alweer! Prachtig hoor. Zeg schat, pappa moet nog even de vader van Marijn bellen over een dingetje, maar ik heb mijn agenda op de zaak laten liggen. Weet jij toevallig het nummer van Marijn?’

‘Twee vijf vier twee zeven drie.’

‘Twee vier vijf drie zeven twee.’

‘Nee: twee vijf vier twee zeven drie. Heel makkelijk: vijfentwintig tweeënveertig, drieënzeventig. We zijn al aan de staartdelingen.’

‘Wacht, pappa schrijft het even op. Mag ik nog even je pen?

Dank je wel. Zeg, dan gaat pappa even bellen op zijn kamer.

En als ik jou nou eens heel lief aankijk, zou jij dan in de tussentijd een lekker kopje koffie voor pappa kunnen zetten?’

‘Goed pap.’

‘Nou, gaat pappa even bellen. Ziezo. Vijfentwintig, tweeënveertig, drieënzeventig. Hallo? Hans? Met mij. Alles goed? Fijn zo. Met Marijn ook? Wat worden ze groot hè, die meiden van ons. Ik zit hier met de mijne aan de keukentafel, want Tine is even naar haar moeder. Maar over dat addendum dat is dus verder in orde hoor. Ik gooi het zometeen op de bus, heb je het morgen. Ja, nee, geen punt. O ja Hans, nog één dingetje: hoe heet die juf ook alweer die ze hebben? Die twee van ons? Een menéér? Hoe? Juist. Nee, want anders zit vader zometeen wéér met zijn mond vol tanden. Ja, het gaat hard hè?

Zeg, tot gauw. Dag!’

‘De koffie is klaar hoor pap!’

‘Fijn meid! Dan gaat pappa eerst even deze brief op de bus doen en dan moet je me straks alles vertellen over je nieuwe klas hoor!’

‘Het is gewoon een hartstikke leuke klas, verder niks bijzønders.’

‘Fijn zo, mooi zo. Nou, dan gaat pappa gauw naar de brievenbus. Mag ik jouw fiets even lenen?’

CD



illustratie

- Gekke vent. Met heel zijn geld een groot kind gebleven. Is het gezellig gisteravond, staat What's New op van Miles Davis, kijk ik waar hij uithangt, staat deze zelfde vent te snotteren in een hoekje van de kamer. Ik eropaf want zo ben ik nou eenmaal en van mij kan hij dat hebben.

Wat is er John? vraag ik. Hij van: Let maar niet op mij. Ik zeg Nee ik let gofferjume wèl op jou John, daar zijn we vrinden voor! Niet dan? Wat is er aan de hand, vraag ik dus. Hij dikke ogen, schokschouderend, je kent dat wel van John, van die theebuiltjes krijgt hij dan onder zijn ogen. Nou wat was er nou? hij had bij mijn schijven staan rommelen - gek idee dat ik die handel vijf jaar terug nog mijn platen genoemd zou hebben - en daar was het hem opgevallen dat er in sommige plastic CD-hoesjes condens zat. Nou en? vraag ik. Waarom moet je daar om janken? Dat is toch logies? Er wordt hier behoorlijk wat afgezopen en gezeken en gezwoten, ja, logies dat er dan hier en daar een paar dingetjes beslaan. Ja toch? Nee maar ik moest maar niet op hem letten, hij was een ouwe sentimentele man, die daar nou eenmaal ontroerd door raakte, door zulke dingen. Ik vraag welke dingen? Zegt John: dat er zoiets ouderwets als condens zit bij zoiets moderns als een compact disc. Kijk: zo'n vent is dat. Daarom draagt zijn personeel hem ook op handen.

[pagina 383]
[p. 383]

De dominante dominee van Doetinchem

- Streng? Ja, dat dachten wij eerst ook: we hebben een strenge dominee maar achteraf weet ik toch niet of dat het juiste woord is. Ik zal je een voorbeeld geven. Als we gingen bidden, dan zei'ie altijd van te voren dat hij er op rekende, dat we wel allemaal onze ogen gesloten hielden. Op zichzelf is dat niet zo gek; naast ‘handen vouwen’ is ‘ogen dicht’ toch essentieel voor een beetje behoorlijk bidden, maar nou komt het. Waren we aan het bidden, klom onze domineee van de kansel en al biddend bewoog hij zich door het middenpad en als hij ergens open ogen zag - al stonden ze maar op een kiertje - dan gaf hij het betreffende gemeentelid met de vlakke hand een draai om de oren. Knal!

Om maar niet te spreken van niet-gevouwen handen.

Daarvoor droeg hij, in een speciaal zakje van zijn toga, een rietje, waarmee hij gevoelige tikken kon uitdelen.

Dan het zingen, nog zoiets. Als hij de gemeente een psalm liet zingen, dan gaf'ie alle verzen op. Een makkelijke dominee laat bijvoorbeeld de verzen twee en vijf zingen en dat is het dan. Nee, onze dominee liet de verzen allemaal helemaal uit zingen. Soms alle vijfendertig verzen! Zelf ging'ie dan op de kansel de krant zitten lezen. Het duurde maanden voor we in de gaten hadden, dat'ie gaatjes in de krant had geprikt, waardoor'ie de gemeente nauwlettend in de gaten hield. Na het uitspreken van de zegen, somde hij dan de namen op van niet-zingers, die in de consistorie een pak slaag met de zweep konden komen halen.

Nee, we waren wat blij toen onze dominante dominee werd overgeplaatst van Doetinchem naar Deventer. Daar staat hij nog steeds. Ze schijnen in Deventer heel tevreden met 'm te zijn. Die hadden een paar jaar onder de vadsige voorganger van Veghel gekerkt, dus die waren maar wat blij dat er eens orde op zaken werd gesteld.

De kranige kruidenier van Crooswijk

- Het leek soms op helderziendheid of zoiets. Als er straten verder iets was gebeurd, dan kwam heel toevallig net onze kruidenier er langs. Onmiddellijk nam'ie dan de leiding, regelde het verkeer, paste mond op mondbeademing toe, belde de ambulance, voerde arrestanten af, hielp met blussen, veegde de glasscherven van de straat, of klom bij sleutelverlies over balkons en dakgoten.

En die hulpverlening beperkte zich niet tot Crooswijk hoor, ben je gek, mensen uit heel Rotterdam wisten zijn kruidenierswinkel te vinden. Zat er in IJsselmonde een kat hoog in de boom, die er niet uit wilde? Onze kruidenier was er als de kippen bij en nog voor de brandweer een ladder had kunnen uitschuiven had hij poes al beneden. Een meisje dat in Blijdorp was gebeten door een aap, een oma die op de Euromast niet meer naar beneden durfde, een aanvaring in de haven tussen twee Spidoboten, de kranige kruidenier krabde de krullen van de trap. Wij hadden er wel last van, want als de kruidenier uitrukte, hing hij een bordje op de winkeldeur Even Afwezig en daar stond je dan met je boodschappenlijstje.

De vaste klanten uit de buurt gingen van lieverlee hun boodschappen elders doen.

Het was meer een dekmantel, dat winkeltje. Iedereen noemde hem de kranige kruidenier en wilde hij die naam blijven voeren, dan moest'ie dat winkeltje wel aanhouden. Op zijn auto stond: SOS-Dienst De Kranige Kruidenier.

Dagelijks zag je dat oranje wagentje met gillende sirenes door de stad scheuren.

Het is slecht met hem afgelopen; hij begon een verhouding met een vrouw die hij uit een brandend huis had gered en hij is toen vermoord door de jaloerse echtgenoot. Dat was de koppige kapper van Kralingen, maar dat is een ander verhaal.

De lachende lasser van Loosdrecht

- Wat was het een feest om de lasser van Loosdrecht aan het werk te zien.

Wat een plezier had die man in het lassen. Zijn werkplaatsje was te klein voor die bulderende lach. Het was jammer, dat we zo weinig voor hem te lassen hadden. Je was gewoon blij als het tuinhekje kapot ging. Onmiddellijk brachten wij dat dan naar de lasser, wiens gezicht al opklaarde als wij in zijn kantoortje, opzij van de werkplaats verschenen. Hij zat daar dan in een boek te lezen - de Camera Obscura van Hildebrand, of de Sprookjes van Godfried Bomans - wachtend op lasklanten.

God, wat lachte die man aanstekelijk. Een gezellige, klaterende lach, je ging vanzelf mee. Heel vaak bleven we er dan bij, als'ie ons hekje lachend ging lassen. Hij gaf ons dan zo'n lasbril en samen zaten we te schuddebuiken. Het knappe was, dat hij bij al dat lachen toch puntgaaf laswerk afleverde. Geen kloddertje ernaast.

Toen we naar Lunteren verhuisden, reden we met ons laswerk toch helemaal naar Loosdrecht. Als we een paar maal per jaar die lach maar konden horen. Niet dat er in Lunteren geen goede lassers te vinden waren, o nee, prima vaklui waren daar voorhanden, maar er viel niets te lachen, hè. Eerder sjacherijnig waren ze, de lassers van Lunteren.

Eerlijk gezegd forceerden we wel eens een lasreparatie. Dan rukten en bogen we net zo lang aan een stallantaarn tot'ie afbrak. Of we reden ‘per ongeluk’ met de auto tegen de garagehekken. Zodat we meteen Loosdrecht konden bellen voor een afspraak. Door de telefoon werkte de lach van de lachende lasser van Loosdrecht net zo aanstekelijk als in het echt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken