Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
't Is al vrouwenwerk. Refreinen (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van 't Is al vrouwenwerk. Refreinen
Afbeelding van 't Is al vrouwenwerk. RefreinenToon afbeelding van titelpagina van 't Is al vrouwenwerk. Refreinen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.90 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Editeur

Herman Pleij



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

't Is al vrouwenwerk. Refreinen

(1994)–Anna Bijns–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ik moet leren sterven, zuchten en zwijgen

 
O belemmerd herte, vol twijfels, vol zorgen,
 
Nooit meerder smerte dan d'lijden verborgen.
 
Alle vreugd es verre van mij gevloden.
 
Waar ik lope of ga, avond of morgen,
 
Zitte, ligge of sta, druk wil mij verworgen.
 
Ik waar liever gevangen onder de Joden,
 
Dan in dit parket, o God der goden.
 
Wil in mij doden
 
En heel uitroden
 
Die liefde van hem, die mijns niet en acht.
 
Het herte es mij zo vol lijdens gekroden;
 
Al wordt mij geboden
 
Gebraden, gezoden,
 
Mij en luste geen spijze: dit heeft liefde gewracht.
 
Ailacen! had ik mij te tijde bedacht,
 
Ik had 's mij gewacht; waar zal ik troost krijgen?
 
Al ben ik in d'lijden beide dag en nacht,
 
Ik moet leren sterven, zuchten en zwijgen.
[pagina 87]
[p. 87]
 
Ik moet leren sterven bij bedwange.
 
Ik en mag niet erven, daar ik na verlange;
 
Dus sterf ik altijd van dagen te dagen.
 
Kermen en treuren met droeven zange,
 
't Harte moet mij scheuren, mij is te bange;
 
't Waar mij leed, dat de lieden mijn droefheid zagen.
 
Ik moet mijn lijden secretelijk dragen,
 
Vrienden of magen
 
En wil ik 't klagen;
 
Geen mense op eerde en weet mijnen grond.
 
In mijzelven ga ik inwendig knagen.
 
Ik ben geslagen
 
Met zelker plagen,
 
Daar mijn herte af es tot der dood gewond.
 
Geen medicijn en mag mij maken gezond
 
Dan enen roden mond, veel zoeter dan vijgen.
 
Maar al zie ik dat hij mij geen deugd en jont.
 
Ik moet leren sterven, zuchten en zwijgen.
 
 
 
Lief, gij mocht mij helpen, haddij den wille,
 
Mijn wonden stelpen. Maar met geschille
 
Stopt gij mij den mond, als gij mij ziet wenen.
 
Ik wijt mijnen ogen en zwijge stille.
 
Ik moet gedogen. Waar ik een lichte dille,
 
Ik had lange verkoren twee voor enen.
 
Al en zoudij mij nimmermeer troost verlenen,
 
U en anders genen
 
En zal ik menen.
 
Al tot den ende van mijnen levene
 
Mijn grote liefde en zal niet verklenen.
 
Al waardij stenen,
 
IJzeren of benen,
 
Gij pijnde met recht aan mij te klevene.
[pagina 88]
[p. 88]
 
Wild' ik u laten, ik vond er wel zevene,
 
Die als verhevene mij zouden toenijgen.
 
Maar ees 't uwen wille mij te begevene,
 
Ik moet leren sterven, zuchten en zwijgen.
 
 
 
Met ander brouwen houdij uw banketten;
 
Ik moet aanschouwen, ik en kan 's niet beletten.
 
Dus moet ik mijnen onwille dikwils horen.
 
Hierom ik kwele; trouwe zie ik besmetten.
 
Gij make 's tevele; hoe zoud' ik gevetten?
 
Ik ga verdwijnen, sterven en verdoren.
 
Als mij liefs ontrouwe komt tevoren,
 
Mijn zinnen verstoren
 
Al had ik 't gezworen,
 
Ik en zag 's niet te laten, d'welk ik bekinne.
 
In een kwade planete ben ik geboren.
 
O lief verkoren,
 
Is 't al verloren,
 
Dat ik u zo puurlijk, zo hartelijk minne?
 
Mij dunkt, gij haat mij gelijk een spinne.
 
Ik lope, ik rinne, dat ik mag hijgen.
 
En mag 't al niet baten, wat ik beginne?
 
Ik moet leren sterven, zuchten en zwijgen.
 
 
 
Prinse, in secrete moet ik dikwil zuchten.
 
In liefden ete ik zeer bitter vruchten.
 
Ik wroete liever in 't slijk gelijk een zwijn.
 
Gij wilt mij de hand al vullen met kluchten.
 
Neen, ik heb verstand: laat zulken geruchten.
 
Ik zie wel, gij spint al dubbelen twijn;
 
't Is doodlijk venijn,
 
Enen valsen schijn.
 
De werken bewijzen d'ontrouwe klaarlijk.
 
O minlijke oogskens, klaar als den robijn,
[pagina 89]
[p. 89]
 
Och, gij schijnt zo fijn.
 
Moet immer dus zijn,
 
Zo wil ik zwijgen en zuchten zwaarlijk.
 
Gij zoekt elders uw jolijt openbaarlijk:
 
Des moet ik waarlijk ter aarden zijgen.
 
Al zie ik u zelden, al troost gij mij spaarlijk,
 
Ik moet leren sterven, zuchten en zwijgen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken