Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528) (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
Afbeelding van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)Toon afbeelding van titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.83 MB)

Scans (11.84 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Judith Keßler

J.B. Oosterman

Lode Roose



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

(2007)–Anna Bijns–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Een ander.

 
O Vyandelijc saet hoe werdy gesaeyt / nu
 
Hoe gaet de werelt aldus verdraeyt / nuGa naar margenoot+
 
Dat elc begrijpt / eens anders ghebreken
[pagina 21]
[p. 21]
 
Met achterclap te hooren / is elc gepaeyt nu
 
Opten geesteliken staet / sulc weerlijc craeyt nu
 
En laten hem selven heel onbekeken
 
De balcken die in haer ooghen steken
 
Niet merckende ja achtende niet een haerGa naar margenoot+
 
En willen al van anderen spreken
 
Recht oft si waren heel suver ende claer
 
Eens anders gebreken en dochten ons niet swaer
 
Waert dat wi wel wilden ons selven doorwien
 
Wi vonden genoech houdic en tes ooc waer
 
Want tgebrec en is nergens dan onder de lienGa naar margenoot+
 
In geestelic in weerlic veel sonden gheschienGa naar margenoot+
 
In cooplien in ambachters in mans in wiven
 
Elc beter een hooft gods gramscap sal vlien
 
En doet na tgene dat ic u sal bedien
 
Elc wie sijns selfs hof wildi doncruyt verdriven
[pagina 22]
[p. 22]
 
Hoe mach eenich mensce so dwaes gesint / sijn
 
Ende in sijn herte so seere verblint / sijn
 
Dat hi derf oordeelen eens anders wercken
 
Laet den heere die alle saken bekint / sijnGa naar margenoot+
 
Oordelen wildi van hem bemint / sijnGa naar margenoot+
 
Ende doet ghi selver wel god sal u stercken
 
Wat baet ons de duecht van papen oft clercken
 
Eest dat wi leyden een sondich levenGa naar margenoot+
 
God en sal ons niet vragen dits goet om mercken
 
Wat heeft paus cardinael bisscop bedreven
 
Elc moet voor hem selven antwoorde gevenGa naar margenoot+
 
Van al sijn woorden wercken ende gedachten
 
Grondeerden si ditte si mochten wel beven
 
Die nu haer prelaten voor niet en achten
 
Met luegenen valscelijc bi dagen bi nachten
 
Haer eere berooven duer clappen duer scriven
[pagina 23]
[p. 23]
 
Ende de principaelste van desen geslachten
 
Hem selven qualijc van sonden wachten
 
Elc wie sijns selfs hof wildi doncruyt verdrijven
 
 
 
Duer valsce propheten / het volc bedrogen / es
 
Machomets duve / weer uut gevlogen / es
 
Onder tscijn van duechden / veel valscheden sculenGa naar margenoot+
 
Preect yemant de waerheit / men seyt dat gelogen es
 
Met soeten venijne / datter menich getogen / es
 
Dies de kinder / op haren vader muylen.
 
Meest elc ongehoorsaem / sinen tuyl wil tuylen
 
Dus machmen wel vreesen / voor meerder plage
 
Dorgelen der kercken / discoordelijc huylen
 
De waerheyt steectmen / heel achter tscrage
 
Tquaet cruyt groeyt meer / van / daghe te daghe
 
Want achterclap / eer nemen / en sijn geen sonden
[pagina 24]
[p. 24]
 
Al en waerder geen god / welc ic beclage
 
So sijn nu der menschen / tongen ontbonden
 
Haer overste versmadende / duer nieuwe vonden
 
Op dat si haer dwalinge / mochten verstiven
 
Certeyn aensagen / si haer eyghen gronden
 
Si vonden hem selven / vol sondiger wonden
 
Elc wie zijns selfs hof wildi doncruyt verdriven
 
 
 
Met rechte sal elc / sijn overste eerenGa naar margenoot+
 
Om datse staen / inde plaetse ons heerenGa naar margenoot+
 
En god heeft henlien / ons sielen bevolenGa naar margenoot+
 
Aenhoort doch neerstich / sinte Peeters leerenGa naar margenoot+
 
Onderhoort u overste / wilt duecht vermeerenGa naar margenoot+
 
Niet alleen die goet sijn / maer die somtijts dolenGa naar margenoot+
 
Aenmerckende hoe swaerlic / dat Cham heeft bequolenGa naar margenoot+
 
Die sijns vaders scamelheit / niet en woude deckenGa naar margenoot+
[pagina 25]
[p. 25]
 
Men vinter noch vele / twaer beter verholen
 
Die met haren vader / spotten en ghecken
 
Sijn eere verminderen / hem scande verwecken
 
Ja veel quaets versieren / meer dan si weten
 
En haer eygen siele / vol leeliker plecken
 
Ay lacen die hebben si heel vergeten
 
Twaer hem saliger / dat si haer scult af queten
 
En lieten de prelaten / prelaten bliven
 
Dan dat si hem te oordeelen vermeten
 
Hoveerdelijc dubbende in gods secreten
 
Elc wie sijns selfs hof wildi doncruyt verdrivenGa naar margenoot+
 
 
 
Prince die selve meest / vol sonden crielen
 
En dagelicx vermoorden / haer eygen sielen
 
Die willen nu / eens anders doot beweenen
 
Aensagen si / hoe dicwil si selver vielen
[pagina 26]
[p. 26]
 
Si en souden voorwaer / dus niet vernielen
 
Den geesteliken staet / ic sout wel meenen
 
Maer haer herten / sijn herder verhert dan steenenGa naar margenoot+
 
Als sviants kinderen / duer haet ende spijtGa naar margenoot+
 
Willende op elckerlijcken beenen
 
Vergetende eylacen haers selfs profijt
 
Die eenen anderen begrijpt dats een ypocrijt
 
En sijn eygen vlecken niet uut en wil wriven
 
Een yegelijc trec uute sijn sondich habijtGa naar margenoot+
 
So comt ghi ten oordeele sonder verwijtGa naar margenoot+
 
Elc wie sijns selfs hof wildi doncruyt verdrijven

margenoot+
Mat xiii
margenoot+
Mat vii
margenoot+
Prov xx
margenoot+
Esaie i
margenoot+
Roma xiiii
margenoot+
Hebre iiii
margenoot+
Ezechie viii
margenoot+
Roma xiiii
margenoot+
i Timo iii
margenoot+
Roma xiii
margenoot+
Titum iii
margenoot+
i Timo vi
margenoot+
ii Para xix
margenoot+
Hebre xiiI
margenoot+
Johan xxi
margenoot+
i Petri ii
margenoot+
Gene ix
margenoot+
Roma xi
margenoot+
Hiere v
margenoot+
Psal cviii
margenoot+
Mat vii
margenoot+
Roma xiii

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)


auteurs

  • Judith Keßler

  • Lode Roose

  • J.B. Oosterman