Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528) (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
Afbeelding van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)Toon afbeelding van titelpagina van Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.83 MB)

Scans (11.84 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Judith Keßler

J.B. Oosterman

Lode Roose



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)

(2007)–Anna Bijns–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Refereyn:

 
GOd almachtich / ons hemelsce / vadere
 
Wilt dat sijn kinderen / alle gadere
 
Sijn rijcke besitten / duer tribulatieGa naar margenoot+
 
Hier om gehingt hi / uut minlijcker adere
 
Dat valsce propheten / so lang so quadereGa naar margenoot+
 
Ter werelt verwecken twist en turbatieGa naar margenoot+
 
Op dat de goede / duer haer temptatie
 
Hier werden beproeftGa naar voetnoot10 / en namaels verheven
 
Uut scriftueren neme / ic mijn fundatie
 
En als ic vinde in mijn contemplatie
 
So hebben de ketters / veel quaets bedrevenGa naar margenoot+
 
Eerst Hermogenes / Philetus / in haer leven
 
Die Paulus predicatie weder stonden
[pagina 139]
[p. 139]
 
Maer onder al daer wi af vinden bescreven
 
Noyt arger dan Luther en was ghevonden
 
 
 
Van hem so spreectmen / over dusent milen
 
Sijn leere vliecht / als venineghe pilen
 
Daer veel kersten sielen / me werden vermoordt
 
Tes waer men heeft ketters / vonden bi wilen
 
Vernufter dan Luther / quaet om versubtilen
 
Die uut hem selven / nieu erroren brachten voort
 
Maer meest alle ketterie / die is gehoort
 
Heeft Luther als valsch veninich serpent
 
Naer hem getrocken / en duer sijn woort
 
Wert si verbreyt / en als nieu georboort
 
Dat voortijts / verbrant is wert weder geprent
 
Noyt en hadt de duvel / beter instrument
 
Sijn dobbel bedroch / is seer quaet om gronden
[pagina 140]
[p. 140]
 
Dus seggic noch eens / want nu blijct present
 
Noyt argher dan Luther en was ghevonden
 
 
 
Doude ketterie / heeft hi tsamen gheraept
 
Die lach begraven / inden hoec verscraept
 
En heefter vanden sinen / wat ane ghelapt
 
Van uutgeloopen moniken / wert hy vercnaept
 
Die tegen hem spreect / teghen eenen oven gaept
 
Sonder redene / hi na sijn sinlicheit clapt
 
Al waert dat Lucifer / selve waer ghecapt
 
Hi en soude niet veel argher mueghen wesen
 
Heel kerstenrijc duer hem / in duechden verslapt
 
Voor soeten wijn / hi valsch venijn uut tapt
 
Was Arrius quaet / niet beter en is desen
 
Als Manicheus / Marcion / wert hi ghepresen
 
Ebion / Elvidius / snooder dan honden
[pagina 141]
[p. 141]
 
Maer wat quaet dat wi / van dandere lesen
 
Noyt argher dan LutherGa naar voetnoot11 en was ghevonden
 
 
 
Hi heeft sijn venijn / nu uute ghespoghen
 
Dat hi over veel jaren / hadde ghesoghen
 
Uut oude verdoemde / ketterlijcke boecken
 
En daer toe heeft hi / nieu logenen geloghen
 
Veel quaets gespuys / heeft hi aen hem getogen
 
Aenmerct sijn discipulen / aen alle hoecken
 
Hoe si blasphemeren / achterclappen vloecken
 
Overspeelders / bedriegers / meest aen hem houwen
 
Vertwijfelde papen / die god niet en roecken
 
Maer ghemac / en alle wellusticheit soecken
 
Verloopen religiosen / mans en vrouwen
 
Dien raedt hi / dat si malcanderen trouwen
 
Ghelijc sijn scriften / openbaer orconden
[pagina 142]
[p. 142]
 
Ic segge op dat elc / tvenijn mach schouwen
 
Noyt argher dan Luther en was gevonden
 
 
 
Een duve wert op sijn schoudere geset
 
Gelijc den valschen / prophete / Machomet
 
Want bedrooch / dye tvolc / Luther doet van gelijcken
 
Ic en weet hem waer bi / compareren bet
 
Hi geeft een saechte / gemackelijcke / wet
 
Daer hi mede trect / dar me metten rijcken
 
Vasten maect hooft sweer/ het doet beswijcken
 
Maer eten en drincken / thertken vermaect
 
Hier om prijst hem tvolc / somen siet blijcken
 
Moniken en nonnen gaen tsamen strijcken
 
Hi preect al vriheyt / daer meest elc na haect
 
Hi latet al toe / dat den vleesce wel smaect
 
Dees gripende wolf / heeft veel scapen verslonden
[pagina 143]
[p. 143]
 
Dus seggic noch eens / mi en roect wie dlaect
 
Noyt argher dan Luther en was gevonden
 
 
 
Wat is duer hem gestort / al christen / bloets
 
Hi maket volc weerspannich vol overmoets
 
Dondersaten steken / tegen haer prelaten
 
Wat doet hi al quaets / wat belet hi al goets
 
Tis meer dan wondere / dat in yemant vroets
 
Sijn valsce leeringe / can ghevaten
 
Hi is thooft van allen / apostaten
 
Een volmaect doctoor / inde ketterie
 
Capiteyn van allen / dronckaerts en fraten
 
Als Donatus / hoveerdich / ketter verwaten
 
Valdo / Wiclef / Johannes Hus / dees drie
 
Hieronimus van Pragen / dits een compaengie
 
Van Lucifer als valsce / leeraers ghesonden
[pagina 144]
[p. 144]
 
Ic late mi duncken / na mijn fantasie
 
Noyt argher dan Luther en was ghevonden
 
 
 
Princen en Princessen / redelijcke gheesten
 
Schout de Lutherianen / in alle feesten
 
Den luegenachtigen geest / heeftse besetenGa naar margenoot+
 
Oversiet den hoop / vanden minsten / totten meesten
 
Si verachten gods wet / si leven als beesten
 
Vliet de serpenten / oft ghi wert ghebeten
 
Want onder alle / valsche propheten
 
So en heeftmen niet so boosen / gevonden bicans
 
Als Luther / die door sijn / valsch vermeten
 
Uut grooter hoverden / waent alleene meer weten
 
Dan alle heylighe / gheleerde mans
 
En hout hant me ane / aender ketters dans
 
Als capiteyn / draecht hy den standaert ontwonden
[pagina 145]
[p. 145]
 
Dus sluyt ic al heb ic wedersegghers nochtans
 
Noyt arger dan Luther en was ghevonden

margenoot+
Mat vi
margenoot+
Actu xiiii
margenoot+
i Corin xi
voetnoot10
Verbeterd uit heproeft.
margenoot+
i Timo i
voetnoot11
Verbeterd uit Luthar.
margenoot+
iii Reg xxii

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)


auteurs

  • Judith Keßler

  • Lode Roose

  • J.B. Oosterman