Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap
Afbeelding van De GemeenschapToon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.63 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/biografie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap

(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Jaargang 11, 1935

Redactie: Louis de Bourbon, Antoon Coolen, Anton van Duinkerken, Jan Engelman en A.J.D. van Oosten.
Redactiesecretariaat: A.J.D. van Oosten, Tulpstraat 62, Rijswijk (Z.H.).



illustratie
Willem Nieuwenhuis, ca. 1935.




illustratie
Door Lambert Simon getekend menu voor het diner ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van De Gemeenschap.


De jaargang kent geen redactionele verantwoording, maar wel een als zodanig aan te merken bijdrage van Anton van Duinkerken naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van De Gemeenschap, getiteld De ver-gevorderde emancipatie (januari), waarmee Van Duinkerken natuurlijk doelt op de katholieke emancipatie. Zijn beschouwing eindigt als volgt: ‘De gemeenschap, naar welke dit tijdschrift zijn naam draagt, is niet alleen een ruimtelijk uitgebreide saamhorigheid van gelijkvoelenden, maar deze gemeenschap strekt zich uit over verleden, heden en toekomst. Zij is een gemeenschap in het verzet, maar ook een gemeenschap in de traditie. Haar voorbeeld is geen andere dan die welke wij belijden, zingende dat wij gelooven in de Heilige Katholieke Kerk in de gemeenschap der heiligen.’ Van Duinkerken is in deze jaargang prominent aanwezig. Uit zijn talloze bijdragen blijkt een sterke betrokkenheid bij de politieke en sociale actualiteit: Volksaard en staatsbestel (afl. 2, februari), Weduwe van de geestdrift (afl. 4, april), waarin, voor het eerst na jaren van felle kritiek, steun, zij het niet kritiekloos, - aan de Rooms Katholieke Staatspartij wordt betuigd: ‘En toch zijn er tallooze redenen, waarom men haar [de Rooms Katholieke Staatspartij] liever trouw moet betuigen dan over te loopen naar andere organisaties.’ Eén reden is: ‘[...] er is voor den Nederlandschen katholiek geen andere gelegenheid geschapen tot waarborging van de practijk zijner heiligste overtuigingen dan een sterk isolement.’ Wanneer de Rooms Katholieke Staatspartij ‘ook in haar zwakte, traditiegetrouw zichzelf [blijft], dan kan ze altijd nog rekenen op de geestdrift dergenen, die bereid staan, haar lot te deelen in de beproeving, zooals ze bereid stonden, haar fouten te laken in het succes.’ In juni schrijft Van Duinkerken over De brochure van Mr. Marchant. Reflectie op de internationale en algemene aspecten van de staatsinrichting vindt plaats in twee omvangrijke bijdragen van G.W. van der Does, De inhoud van onze nationale gedachten (afl. 1, januari, afl. 2, februari). Gerard Knuvelder geeft na jaren weer acte de présence: Tussen gisteren en morgen (afl. 11, november). Knuvelders visie op Hitler-Duitsland, o.m. geuit in zijn brochure Historie en mythe (1934), is voor Hubert Cuypers, schrijvend onder het pseudoniem Criton, aanleiding tot een kritische reactie met gelijke titel in vier afleveringen (februari, maart, juli-augustus en december): ‘“Deutsch ist, was hier geschah”. Deze

[pagina 68]
[p. 68]

woorden komen ons steeds voor den geest, wanneer wij een vertoog van sociologischen of politieken aard lezen uit Knuvelder's pen.’ Knuvelders opvattingen zijn volgens Criton in conflict ‘met de douane van het Hollandsche gezonde verstand’. Aandacht in deze jaargang ook voor de economisch-maatschappelijke ordening en dan met name voor het in katholieke kringen veelbesproken corporatisme, dat door de Gemeenschapmedewerkers niet als zaligmakend wordt gezien. Ir. Stefan van Schaik is, net zoals andere medewerkers als Van Oosten en Severijnen, nogal sceptisch: ‘Zolang het geld alle machtsmiddelen in handen houdt is er geen sprake van dat er organen kunnen opkomen, gevormd uit en door de werkers in de bedrijven, die niet medezeggenschap, maar alleen-zeggen-schap over het economische leven zullen hebben.’ (januari).



illustratie
Diner ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van De Gemeenschap, 23 februari 1935. Aan tafel met de klok mee: Antoon Coolen, Bernard Verhoeven, Charles Eyck, C. Vos, wschl. St. van Schaik, R.F. Hegge (censor), Anton van Duinkerken, W.P.J. Pompe, prof. Verbeek, P. Witteman, S. van Ravesteyn, A.J.D. van Oosten, Willem Maas en C.C. Berg. Staand v.l.n.r.: Clemens Meuleman, Charles Nypels, Jan Engelman, A. van Domburg, Lambert Simon, H. Marsman, Wouter Paap, wschl. H. Nelissen en Kees Strooband.




illustratie
Verhuisbericht van uitgeverij De Gemeenschap, november 1935.


Eind 1934 overlijdt Willem Nieuwenhuis, die door Jan Engelman in het januarinummer herdacht wordt. De jaargang bevat diverse postume bijdragen van Nieuwenhuis. Op 24 april 1935 overlijdt de katholieke dichter Eduard Brom, die eveneens door Engelman wordt herdacht (mei). In deze jaargang veel bijdragen van vertrouwde katholieke dichters als Gerard Wijdeveld, Leo Boekraad, Louis de Bourbon, Pierre Kemp, Vic. Reinders en met name van A.J.D. van Oosten. De bijdrage van niet-katholieke dichters is gering: de jaargang bevat een enkel vers van o.a. J.C. Bloem, Clara Eggink, Jan Campert en Ed. Hoornik. De proza-bijdragen zijn van ondergeschikt belang. Interessant is een ongekend felle reactie van F. Bordewijk (december) op de recensies van zijn roman Bint door Dirk Coster en A.M. de Jong: ‘Eén ding slechts is me niet duidelijk. Waarom, nu Bint (dat staat vast) een prul is, hebben Coster en De Jong daaraan zoo ellenlange beschouwingen gewijd? Ik heb toch ook mijn mond gehouden de vele, vele jaren nu reeds dat die heeren hun margarinalia e tutti quanti aan de boekenmarkt brengen?’



illustratie
Tulpstraat 62 (rechtsboven) te Rijswijk (Z.-H.) (Foto: Fred Zieren) (Gemeentearchief, Rijswijk).


Jan Engelman schrijft met grote regelmaat over beeldende kunst. Hij publiceert over Herman Kruyder (afl.1, januari en afl. 5, mei, als Kruyder komt te overlijden), over Karel de Nerée tot Babberich en Kees van Dongen (afl. 5, mei), over Antoon van Welie (afl. 6, juni) en over Pyke Koch (afl. 12, december). S. van Ravesteyn publiceert zijn toespraak bij de opening van een tentoonstelling van Joep en Suzanne Nicolas (januari). In het maartnummer schrijft Engelman sceptisch over het surrealisme: ‘Welke dichter gelooft op den duur, dat hij voor zijn kunstwerk kan volstaan met het opteekenen van de woorden die hem lukraak invallen? Ook bij de meest spontane inspiratie komt een element van kiezen, ordenen - een zeker intellectueel overleg is onmisbaar.’ Hij concludeert: ‘Een aspect van romantisme is of was het Surrealisme - maar een vernieuwing van het aanschijn der aarde? Voorlopig denkelijk niet. Het Leger des Heils doet er meer aan.’



illustratie
Portret van Charles Roelofsz door Paul Citroen, 1930.


De jaargang bevat talloze vignetten van Joep Nicolas,

[pagina 69]
[p. 69]

Leo Gestel, Charles Roelofsz, Hendrik Wiegersma, Charles Eyck en Lambert Simon. De laatste drie verzorgen ook diverse omslagen van deze jaargang. In de vergadering van de Stichting van 8 november wordt besloten de penningmeester van het Stichtingsbestuur, H. Nelissen, voortaan te belasten met de commerciële en administratieve leiding van de uitgeverij; C. Vos houdt zich uitsluitend bezig met de artistieke zijde.



illustratie
Portret van Eduard Brom door Charles Eyck dat als frontispice in de door Anton van Duinkerken samengestelde bloemlezing uit zijn werk is opgenomen. De bloemlezing verscheen in 1932 bij uitgeverij De Gemeenschap te Utrecht.




illustratie
Joep Nicolas, ca. 1929.




illustratie
Brief van Hubert Cuyers Jr. aan Anton van Duinkerken waarin hij zijn bijdrage Historie en mythe aankondigt, 26 december 1934.




illustratie
Omslag van Louis de Bourbons Het licht achter golgotha dat in 1935 bij uitgeverij A.A.M. Stols verschijnt.


[pagina 70]
[p. 70]


illustratie
Brief van St. van Schaik aan A.J.D. van Oosten over zijn bijdrage Het loon der werklieden in de novemberaflevering, wschl. zomer 1935.




illustratie
V.l.n.r.: Clemens Meuleman, Suzanne Nicolas, Willem Maas, Magda Meuleman en Joep Nicolas op de kermis te Roermond, 1934.




illustratie
Brief van Jan Vercammen aan Louis de Bourbon, waarin hij meedeelt zijn redactielidmaatschap van De Gemeenschap te aanvaarden, 25 oktober 1935.




illustratie
Brief van de censor R.F. Hegge aan de redactie van De Gemeenschap, 16 juli 1935.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken