Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap
Afbeelding van De GemeenschapToon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.63 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/biografie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap

(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]

Jaargang 15, 1939

Redactie: Louis de Bourbon, Antoon Coolen, Anton van Duinkerken, Jan Engelman, Marnix Gijsen, A.J.D. van Oosten (t/m afl. 9) en Jan Vercammen.
Redactiesecretariaat: A.J.D. van Oosten, Lijsterbeslaan 38 (m.i.v. afl. 4: Waldeck Pyrmontlaan 5 en m.i.v. afl. 6: Willemstraat 25), Rijswijk (Z.H.); m.i.v. afl. 7-8: Laurillardlaan 30, Bilthoven.



illustratie
Handschrift van Anton van Duinkerkens vertaling van een gedicht van Pierre-Louis Flouquet die verschijnt in de mei-aflevering.


Het redactiesecretariaat is met ingang van juli-augustus gehuisvest in het kantoor van de uitgeverij De Gemeenschap te Bilthoven. Een der directeuren van de uitgeverij, C. Vos, neemt blijkens de notulen van de redactievergaderingen actief deel aan de beraadslagingen. In september neemt A.J.D. van Oosten ontslag uit de redactie: ‘Reeds langen tijd heb ik bedenkingen gehad tegen de wijze, waarop de eind-redactie van het maandblad is gevoerd. [...] Na mijn terugkeer uit Noorwegen kon ik kennisnemen van den inhoud van het Juli-Augustus-nummer van “D.G.”, waarin o.a. opgenomen was een proza-stuk van den heer Walter Breedveld. Dit stuk heeft den doorslag gegeven aan mijn besluit tot bedanken. Het leek mij [...] zoowel stylistisch als naar den inhoud van een qualiteit, die ons slechts op verlies kan komen te staan,’ zoals hij de redactie op 16 september schrijft.

De politiek-maatschappelijke ontwikkelingen worden ook in deze jaargang op de voet gevolgd, al verdwijnt de politieke rubriek Uitzicht in de loop van het jaar. Naast dit engagement is evenals in vorige jaargangen een gerichtheid op de hogere, blijvende en schone waarden van het leven te constateren die dikwijls religieus van aard is.

In september antwoordt de redactie op de vraag van een abonnee ‘heeft het nog zin, een cultureel tijdschrift te lezen, nu de barbaarschheid oppermachtig is gebleken?’ De redactie meent van wel: ‘Het heeft zeker zin, juist nu, een cultureel tijdschrift te redigeeren en te lezen. Dat de eerste bezuiniging er eene op de goederen van de cultuur zou moeten zijn, is een koopmanschappelijke kruideniersmeening. Wie den triomf van de barbaarschheid vreest, kan dit niet beter doen blijken dan door de rechten van den geest metterdaad te erkennen en te behouden.’

Onder het pseudoniem Ch. André Leffens analyseert Anton van Duinkerken het Praefascisme in Nederland. In dit stuk komt hij terug op zijn uittreding in 1936 uit het Comité van Waakzaamheid die mede het gevolg was van een ‘gemis van onderlinge eensgezindheid [...].’ (afl. 1, januari). Dat laatste blijkt in hetzelfde artikel overduidelijk uit Van Duinkerkens kritisch standpunt ten

[pagina 85]
[p. 85]


illustratie
Antoon Coolen, ca. 1939.




illustratie



illustratie
A.J.D. van Oosten, ca. 1939.




illustratie
Brief van A.J.D. van Oosten aan de redactie van De Gemeenschap, waarin hij ontslag neemt uit de redactie, 16 september 1939.




illustratie
Ed. Hoornik, ca. 1939.




illustratie
Door de censor afgekeurd gedicht van A.J.D. van Oosten voor De Gemeenschap.


[pagina 86]
[p. 86]


illustratie
Handschrift van Anton van Duinkerkens bespreking van De nieuwe elite van Menno ter Braak, die hij in de oktoberaflevering publiceert.




illustratie
Portret van Gerth Schreiner door Mies Blomsma dat als frontispice in zijn bij uitgeverij De Gemeenschap verschenen Die Republik der vierzehn Jahre is afgedrukt, 1939.




illustratie
A. Roland Holst (links) en Jan Engelman, oktober 1939.


[pagina 87]
[p. 87]

opzichte van Menno ter Braaks anti-collectivistische opvattingen die volgens Van Duinkerken als wegbereider voor het fascisme kunnen fungeren. Nog feller en uitvoeriger bekritiseert Anton van Duinkerken in oktober Ter Braaks De nieuwe elite: ‘Hier spreekt geen democraat, geen liberaal, geen communist, geen christelijke partijman, geen verdediger van de volkseenheid, hier spreekt een “individualist”,’ en ‘[...] voor hemzelf moet het duidelijk zijn, dat het nu tijd wordt, het wereldraadsel eventjes te laten rusten, en zich in dienst te stellen van een groep, tot welke hij behoort: de echte intellectueelen, die met groote krachtinspanning en onophoudelijke toewijding aan geschiedenis doen.’ Van Duinkerken, die in deze jaargang dominant aanwezig is, herdenkt in juni Joseph Roth en W. de Mérode, die ‘van den vierden tot den tienden (en laatsten) jaargang regelmatig verzen bijgedragen heeft aan het maanblad De Beiaard van Gerard Brom, hiertoe wel het meest geleid door zijn bewonderende vriendschap jegens pater Jos van Wely O.P. [...]. Hij is de eerste calvinistische dichter geweest, die deze verstandhouding zocht, en wanneer er in zijn eigen kring van hem getuigd werd, dat zijn calvinistisch geloof samenging met een katholiek levens- en vormgevoel, dan was dit zeker niet kwetsend voor den dichter [...].’ In het juli-augustus-nummer distantieert Van Duinkerken zich van Léon Bloys absolutistische opvattingen: ‘Bloy haatte alle compromis en alle accommodatie, het is waar, doch de haat van Bloy is niet de meest betrouwbare beoordeelingsnorm voor 's levens werkelijkheden, al eischte hij van zijn bewonderaars, dat ze het tegendeel zouden gelooven.’

Veel bescheidener is Jan Engelman aanwezig in deze jaargang. Typerend voor hem is een bijdrage aan de novemberaflevering die gewijd is aan de St. Willibrords-herdenking. In die bijdrage benadrukt Engelman het metafysisch Hogere van de cultuur in de ‘internationale strubbelingen van het oogenblik’: ‘Waarom word ik gegrepen door de stem van Henriëtte Roland Holst, zelfs waar zij zwakke regels schreef, en niet door de opgeruimde folklore van de tallooze roomsche poëten, die tegenwoordig boek en blad onveilig maken? Waarom grijpt mij de kwelling van Vincent van Gogh en de extase van Alphons Diepenbrock? Omdat er een hooge belangeloosheid is, unzeitgemäsz, waaraan gij lijden moet om ooit (en gewoonlijk later dan geluk aanbrengt) een wezenlijke waarde te geven aan uw volk.’

Deze jaargang bevat vrij veel poëzie, het meinummer is er bv. bijna geheel mee gevuld. De redactie start een ‘reeks van korte karakteristieken van buitenlandsche katholieke dichters toegelicht met enkele vertaalde voorbeelden uit hun werk [...].’ Het zijn: de Hongaar Lászlo Mécs (februari); de Braziliaan Rui Ribeiro Couto (maart); de Franse dichters O.W. de Lubics-Milosz (april) en Pierre-Louis Flouquet (mei); en de Oostenrijker Leopold von Andrian (oktober). Poëziebijdragen zijn er o.a. van: Louis de Bourbon, Edgar Twello, Gabriël Smit en Pierre Kemp. Proza is er nauwelijks. Antoon Coolen besteedt wel aandacht aan een aantal prozaïsten: H.C. Andersen (april), Franz Herwig (november), en Streuvels en Dickens (december).

De aandacht voor beeldende kunst, architectuur, toneel, film en muziek blijft op de achtergrond.

Gerth Schreiner, die inmiddels tot de vaste medewerkers behoort, schrijft over de Amsterdamse schouwburg (afl. 1, janauri).



illustratie
Brief van E. du Perron aan Jan Engelman over Anton van Duinkerkens bespreking in de oktoberaflevering van Menno ter Braaks De nieuwe elite, 23 januari 1940.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken