Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.93 MB)

Scans (4.98 MB)

XML (0.93 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2

(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 319]
[p. 319]

Toezicht op God.Ga naar voetnoot*

 
De dwaas zoek' heil in goud of eer,
 
Hem moge 't aardsche stof verblinden!
 
De wijze laat zijn levenslot
 
Aan 't zeegnend albestuur van God,
 
En zal zich nooit bedrogen vinden.
 
 
 
Wat, of ons op den weg naar 't graf
 
De middaggloed op 't hoofd moog schijnen,
 
Hy nadert ook naar de eeuwigheid,
 
Wiens pad door 't gloeiend voetspoor leidt
 
Van onverkwikbre zandwoestijnen.
 
 
 
Niet veilig wandelt hy daar heen,
 
Die dartlend langs de bloemenpaden,
 
De knopjens van hun stengel rukt,
 
En roekloos bloem op bloemtjen plukt,
 
In onbedachtzaam plichtversmaden.
 
 
 
Ach, wie benijdt hem 't schijngenot,
 
Die, op den elpen throon verheven,
 
Op onix treedt en jaspissteen,
 
En al wat ademt om hem heen,
 
Voor 't fronsende gelaat ziet beven?
 
 
 
Of zou de weg, met goud gevloerd,
 
Den voet tot zeekrer steunsel strekken? -
 
Of zou het kostbaar vorstlijk dak,
 
Hoe trots zijn spits ten wolken stak,
 
Hem voor den donderslag bedekken?
[pagina 320]
[p. 320]
 
Neen, stervling, neen benij hem niet:
 
't Geluk hangt aan geen schat of weelde.
 
Een bete broods, en zuivre dronk,
 
Zoo God u dit by zielsrust schonk,
 
Erken dat Hy u rijk bedeelde!
 
 
 
Geen pad zoo distlig, geen zoo woest,
 
Waar niet een geurig bloemtjen gloorde:
 
Geen weg zoo duister, geen zoo dicht,
 
Waar niet van 't koestrend zonnelicht
 
Een straaltjen door de nevels boorde!
 
 
 
Neen, pelgrim, mat en zwervensmoê,
 
Ducht niet voor lavingloos versmachten!
 
God ziet zijns trouwen dienaars nood,
 
En 't roofgevogelt bracht hun brood,
 
Die op Zijn hulp vertrouwend wachtten!
 
 
 
Geen neveldamp onttrekt Gods oog
 
Het minste vormsel van Zijn handen:
 
Geen stervling roept tot Hem om niet,
 
Die heel de schepping overziet,
 
En samensnoert in liefdebanden.
 
 
 
Bedrukten, zucht niet; komt tot Hem
 
Die aan uw klacht gehoor zal leenen.
 
Uw tranen zijn by God geteld,
 
Die overmoed en deugd vergeldt,
 
En vreugde schept uit troostloos weenen.
 
 
 
Oneindig als Zijne Almacht is,
 
Zoo grenzenloos is Zijn erbarmen!
 
Genaakt vertrouwend tot zijn throon,
 
Hy zal, om 't lijden van Zijn Zoon,
 
Zich over uwe klacht ontfermen!
[pagina 321]
[p. 321]
 
Geen afstand schrikke u, moeden, af,
 
Die tot Zijn zetel poogt te naderen!
 
Geen plekjen is er in 't heelal
 
Van waar uw beê niet klimmen zal
 
Tot voor den Vader aller vaderen!
 
 
 
Geen trotsche lijftrawantenstoet
 
Die u den toegang zal verhinderen!
 
Zijn oogwenk slaat ons allen gâ!
 
Zijn throon - is allen even na,
 
Wy-allen - Zijn geliefde kinderen.
 
 
 
Geen dartle hovelingen rei,
 
Als soms den koningsstoel omgeven,
 
Is daar getuige van uw klacht,
 
Waarmeê hun wulpsche weelde lacht,
 
Die nooit des kommers neep deed beven.
 
 
 
In de eenzaamheid, en zonder schroom,
 
Waar u geen luistrer mag bespieden,
 
Verheft ge uw kinderlijke stem,
 
En stort uw boezem uit voor Hem
 
Wiens wenken lot en tijd gebieden!
 
 
 
Zoo komt dan, droeven, komt tot Hem!
 
ô Laat u niet door 't stof verblinden,
 
Weest wijs, en stelt uw levenslot
 
Aan 't zeegnend Albestuur van God,
 
En nooit zult ge u bedrogen vinden.
voetnoot*
Wit en Rood II, 127.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken