Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.93 MB)

Scans (4.98 MB)

XML (0.93 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2

(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De dood.Ga naar voetnoot*

 
De dwaas alleen veracht de dood;
 
De in schuld gezonknen doet hy beven;
 
De droeve roept hem in zijn nood;
 
De wijze toeft hem heel zijn leven,
 
En vreest of wenscht zijn naadring niet,
 
Steeds vaardig als Gods wenk gebiedt.
 
 
 
Geen Heiden, hoe geroemd in deugd,
 
Kan zoo gelaten voor hem bukken.
 
De Kristen slechts, in God verheugd,
 
Ziet zich bemoedigd de aard ontrukken:
 
Zijn kenmerk is, met blij gemoed
 
Te scheiden van het aardsche goed.
 
 
 
Hy kent, erkent, een wrekend God,
 
Maar kent ook één Verlosser tevens,
 
En stelt gerust zijn eeuwig lot
 
Aan d' onvergangbren Vorst des levens.
 
Op Zijn genade is hy gerust
 
By d' overtocht naar Edens kust!
[pagina 386]
[p. 386]
 
Rampzalig is de sterveling
 
Die 't licht der Godsdienst niet ziet blinken,
 
Maar wacht, van uit dees aardschen kring
 
In 't duister Niet te rug te zinken,
 
Terwijl hy elken zucht versmoort
 
Die opwelt naar een beter oord.
 
 
 
Rampzaalger nog, die slechts beseft
 
Wat zondenlast zijn ziel belade,
 
En, daar de schrik der wraak hem treft,
 
Geen redding hoopt van Gods Genade,
 
Vertwijflend wacht hy aan het graf
 
Eens onvermurwbren rechters straf!
 
 
 
Maar wel hem, die, by 't lijfsverval,
 
Zijn ziel onsterflijk mag beschouwen,
 
En tot den Heerscher van 't heelal
 
Kan opzien met een blij vertrouwen,
 
In hoop van na het aardsch geween
 
Het eeuwig leven in te treên!
 
 
 
Gelukkig, die dit schijnbestaan
 
Gelijk een pelgrimschap ziet enden!
 
Die aan het uiteind van zijn baan
 
Het oog gerust tot God mag wenden,
 
En in de dood een haven ziet,
 
Waar hy, na 't stormen, rust geniet!
 
 
 
Na het Fransch.

voetnoot*
Gedichten, 105.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken