Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

Scans (6.83 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Smart by vreugd.Ga naar voetnoot*

 
Zie daar de hoogste lust der aard
 
Vermengd aan 't ijslijkst smartgevoelen:
 
Een oog, door hemelvreugd verklaard,
 
Terwijl de tranen 't overspoelen!
 
Waar, God der kunsten, is uw kracht?
 
Waar, Rafaëls, uw toovermacht?
 
Waar, Titianen, zijn uw verven?
 
Schetst, schetst ons 't hemelblij gelaat
 
Der moeder die in vreugde baadt,
 
En 't dankbaar oog ten hemel slaat,
 
Terwijl zy ducht van smart te sterven.
 
 
 
ô Mengeling van wee en lust
 
Ten allerhoogsten top geklommen!
 
Is 't vreugd die hier de smarten sust?
 
Of, doet de smart de vreugd verstommen?
 
‘Het bloed mijns zoons schiet golvend uit!’
 
Zoo gilt de moeder overluid,
 
En 't bleek des doods bedekt haar kaken,
 
‘Maar Neêrland, Neêrland is gered!
 
ô God, die op mijn angsten let,
 
Aanvaard, aanvaard mijn dankgebed
 
En zie my Englenwellust smaken!’
[pagina 139]
[p. 139]
 
Onwrikbre mannenmoed en trots
 
Mocht in Spartaansche moeders blaken,
 
Haar ziel kost, trefloos als de rots,
 
Der vrouwen teedren aart verzaken.
 
Wy ijzen van dien zegekreet,
 
Dien de onvermurwbre stijgen deed
 
By 't drietal lijken van haar zonen!
 
Wat offer 't Vaderland gebied',
 
Het vergt de teedre moeder niet
 
Wier bloed in 't bloed van telgen vliet,
 
Zoo koel, zoo wreed een hart te toonen.
 
 
 
Dan, weinig kostte 't, fier te zijn
 
Om 't voorbeeld voor 't heelal te strekken.
 
De schoonste deugd is enkel schijn,
 
Waar trots en praalzucht haar bevlekken.
 
ô Neêrlands dierbre Koningin,
 
Uw ziel heeft ware grootheid in,
 
En voelt de heiligste aller banden:
 
Zoo naauw aan 't dierbaar kroost gehecht,
 
Gevoelde uw boezem wat het zegt,
 
Als 't duister lot den strijd beslecht,
 
Te beven voor zijn huwlijkspanden!
 
 
 
Gy hebt gesidderd in dat uur;
 
Mijn boezem ook gevoelt dat beven!
 
Dan, dank zij 't eeuwig Albestuur,
 
Hy spaarde uw Telg 't onschatbre leven!
 
Gy hebt gesidderd, hebt gebeên:
 
Maar de Almacht-zelv' trad voor hem heen,
 
En sloeg den trotschen vijand neder:
 
Een Schutsgeest weerde 't gruwzaam lood,
 
Waarin de alom verspreide dood
 
Hem moordend naar den boezem schoot,
 
En gaf hem aan uw armen weder.
 
 
 
Hem weder! Hemel, met wat glans!
 
Zijn kruin omstraald van lauwerglorie!
 
Gebiedende aan des oorlogs kans;
[pagina 140]
[p. 140]
 
Getorscht op vleuglen der viktorie!
 
De kroon die 't grijsste krijgshoofd voegt,
 
En 't eerbegeerigst hart vernoegt,
 
Is niet te schittrend voor zijn vlechten.
 
De roem van derden Willems moed,
 
Dien 't aardrijk dankbaar hulde doet,
 
Herleeft in Nassaus koningsbloed;
 
En 't stroomt voor uwe en onze rechten!
 
 
 
Heel Neêrland, in één zucht vereend,
 
Heeft God zijn beden opgezonden:
 
't Heeft tranen, hartebloed, geweend,
 
Op 't ijslijk denkbeeld van zijn wonden.
 
Wie had niet in dat hachlijk uur
 
In 't dichtste van des vijands vuur,
 
Voor hem, de borst aan 't staal geboden?
 
Wie niet met blijden vreugdelach
 
Op dat men hem beveiligd zag,
 
Met dank voor zulk een stervensdag,
 
De dood ten kaken ingevloden?
 
 
 
Dan ach, zijn kostbre bloedstroom vloot! -
 
't Is God die elken polsslag regelt.
 
Hy keerde d' Engel van de dood,
 
Maar heeft door hem ons heil verzegeld.
 
Met heldenmoed, en in God sterk,
 
Doorzweefde hy het oorlogsperk,
 
Omzwierd van bliksems en rapieren:
 
Met leeuwenkracht omgreep zijn hand
 
Het wrekend staal voor 't Vaderland,
 
En stortte d' onverlaat in 't zand
 
By 't zwaaien van de vloekbanieren.
 
 
 
ô Holland, werdt gy diep verneêrd
 
By 't sleepen van des Dwinglands keten;
 
Uw smaad is thands in roem verkeerd;
 
Uw hoon, uw lijden is vergeten!
 
Gy hebt in 't roemrijkst oorlogsveld
 
De glans van Neêrlands naam hersteld;
[pagina 141]
[p. 141]
 
Geen nevel kan haar luister schenden:
 
Met eigen heldenbloed bespat,
 
Van Neêrlands dankbre tranen nat,
 
Verwekt oranjes lauwerblad
 
't Ontzag van 's aardrijks uiterste enden.

voetnoot*
Vaderlandsche Uitboezemingen, 160.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken