Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

Scans (6.83 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het afsterven van ons jongste dochtertjen.Ga naar voetnoot*

 
't Was avond, en ik lei mijn dierbaar telgjen neêr,
 
Nog bloeiende als een loot van 't eerst geschapen Eden:
 
'k Hong over 't lieve wicht en kuste 't keer op keer,
 
En drukte 't aan mijn hart, gelukkig en te vreden!
 
Aan 't overschoon gelaat, met Englenglans omhuld,
 
Bleef heel mijn ziel geboeid: 'k verloor my in 't aanschouwen.
 
Ik dacht me een toekomst door, als de aarde nooit vervult,
 
En zag geen storm naby die 't struikjen af moest houwen.
 
Ik smeekte uw zegen, God, voor 't ingesluimerd wicht:
 
En, vergewist van dien, beveelde ik me in uw handen.
 
Mijn wichtjen sliep gerust tot d'aanbraak van het licht;
 
't Ontwaakte, en ach! zijn schreeuw doordrong mijne ingewanden.
 
Wat wierd ik! - Groote God! de trekken van de dood
 
Ontsierden 't nog zoo korts geheel aanbidlijk wezen:
 
Geen hulp, geen redding baat, het minlijk lachjen vlood
 
Voor 't gruwzaam stervenswee, in 't starende oog te lezen.
 
Ach, de avond keerde weêr, en ik, ontzind van smart,
[pagina 235]
[p. 235]
 
Als of ik 't gapend graf zijn prooitjen mocht ontrukken,
 
(ô Mocht ik 't, riep de hoop in 't moederlijke hart)
 
Bleef 't eindloos aan de borst, aan teedre lippen drukken.
 
Neen, de Almacht wilde 't niet. - Een Engel daalde neêr,
 
Een Bode van 't verderf; maar neen, van Gods genade!
 
Hy eischte op 't Hoogst bevel, 't geleende pandtjen weêr,
 
En kuste 't doodzweet af, waarin mijn telgjen baadde.
 
De spoor van 't foltrend wee geprent in 't lief gelaat,
 
Verving een zachte trek die 't hoogst genoegen maalde;
 
't Genot van zaligheid, die eindperk kent noch maat,
 
Blonk uit de kalme rust, die thands van 't voorhoofd straalde.
 
't Verraste een teedren lach om 't mondtjen, blaauw als lood:
 
Toen hief zy 't handtj' om hoog, en streelde my de lippen;
 
't Was de afscheidsgroet, helaas! die my een Engel bood,
 
En met dees laatsten groet, voelde ik haar adem glippen.
 
 
 
Brunswijk, 1805.

voetnoot*
Poëzy (van Mr. w.b.) IV, 140.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken