Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

Scans (6.83 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Erinnering aan mijn Julius.Ga naar voetnoot*

 
Hopes there are of a heavenly birth
 
For the lowly of heart to nourish;
 
Which the winter of death can not wither on earth,
 
In immortal spring to flourish.
 
 
 
Beenaed Baeton.
 
Tienmaal woei het dorrend lover,
 
Aan den najaarswind ten prooi,
 
Bergen, dal en akkers over,
 
Uitgeplonderd van hunn' tooi:
 
 
 
Tienmaal mocht de Lent', herboren,
 
(Aller oog en hartelust)
 
In hernieuwden praaldosch gloren
 
Na de doodsche winterrust:
 
 
 
Sints ik lust en vreugde in 't leven
 
Zag verdwijnen als dat loof,
 
Dat, op d' aâm des winds geheven,
 
Door het verre ruim verstoof.
[pagina 403]
[p. 403]
 
Ach! wat sluimren moog op aarde,
 
't Knagend hartzeer kent geen rust:
 
Wat natuur weldadigs baarde,
 
Nergens heulsap dat het sust!
 
 
 
Vroeg gestorv ne, dier beschreide,
 
ô Hoe lang viel niet de smart
 
Sints de hand van God ons scheidde,
 
Voor 't verbrijzeld moederhart!
 
 
 
Elke nieuwe morgenstraling,
 
Ieder avond die Hy geeft; -
 
Ja, geen enkele ademhaling
 
Dat uw beeld my niet omzweeft.
 
 
 
Kan ik 't denkbeeld nog niet dragen,
 
Dat gy nooit weêr keeren zoudt!
 
Blijve ik nog my-zelve vragen,
 
‘Heb ik hem voor 't laatst aanschouwd?’
 
 
 
Moet ik steeds voor 't andwoord beven
 
Dat me in 't schreiend harte slaat:
 
‘Ach! hy wordt u niet hergeven,
 
Hoe uw oog in tranen baadt!’
 
 
 
Roep ik thands als zinnelooze
 
Mijn ontslaapne niet weêrom,
 
Niets dat my de smart verpooze
 
Schoon haar luide kreet verstomm'.
 
 
 
Hy die leest in onze zielen
 
Weet het, wat mijn hart nog lijdt:
 
Kent de tranen die me ontvielen
 
In den harden worstelstrijd.
[pagina 404]
[p. 404]
 
In dit hart ligt gy besloten,
 
Dierbaar, onvergeetbaar kind,
 
Tot ik by Gods heilgenooten
 
U gezaligd wedervind'.
 
 
 
Van des Heilands stervenssmarte
 
Zal ook dit de zegen zijn!
 
Heilig' Hy slechts aan mijn harte
 
Dezen kelk van alsemwijn.
 
 
 
1828.

voetnoot*
Nieuwe Gedichten, 102.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken