Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

Scans (6.83 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Eöolsche harp.Ga naar voetnoot*

 
Gy, telg der hoogre lucht, die in het wolk omzweven
 
Het trillend harptuig met onzichtbre vingren speelt,
 
Daar ge, uit het sombre woud op 't windtjen voortgedreven,
 
De snaren met uw kusjens streelt!
 
 
 
Daalt, daalt gy mooglijk af uit de ongenaakbre reien,
 
Om met Natuur in 't Jubellied
 
Den lof des Scheppers uit te breien,
 
Zoo verr' er zee of luchtstroom vliet!
[pagina 592]
[p. 592]
 
Wie zijt gy, minlijke onbekende?
 
Wellicht de stoffelooze zucht
 
Eens droeven die, na 's levens ende,
 
Bleef zwerven in d' onmeetbre lucht!
 
 
 
Wellicht een schim, die haar beminden,
 
(Haar echtgenoot of kroost) beweent,
 
En die met d' adem van de winden
 
Haar teedre erinnringszucht vereent.
 
 
 
Met huivring hooren we u weêrgalmen
 
In de eenzaamheid van 't avonduur;
 
En, als 't geruisch der korenhalmen
 
Of 's vooglenkoors vereende psalmen,
 
Zingt ge ook den Schepper der natuur!
 
 
 
Ja, ongeziene Geest die op de winden huppelt,
 
Zoet is ons oor de toon dien ge op de harpsnaar blaast;
 
Zoet, als aan 't oog de daauw die op den bloemkelk druppelt
 
Waar 't blaauwend wolkj' in wederkaatst!
 
 
 
Uw toon smelt lieflijk weg, in zoeter steeds verwisseld;
 
Geen kunst verwekt uw melody;
 
't Is de adem die in 't boschloof ritselt,
 
En de ongedwongen toon is, als die adem, vrij!
 
 
 
ô Mocht mijn poëzy iets van uw zoet ontleenen!
 
Wat zoekt zy dan genot voor 't hart?
 
Ja! doe zy slechts den droeve weenen
 
Die hijgt naar tranen in zijn smart!
 
 
 
Zoo tooi' geen kunst mijn weemoedszangen,
 
Maar blijv' de droeve die ze hoort,
 
Genoechlijk aan die tonen hangen
 
Die stemmen in zijn rouwakkoord!
 
 
 
1822.

voetnoot*
Gedichten, 182.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken