Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3 (1860)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
Afbeelding van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.38 MB)

Scans (6.83 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3

(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 612]
[p. 612]

De grijsaart en de jongeling.Ga naar voetnoot*

 
Oud zijt gy, ô Wolfert, en wit is uw schedel;
 
Dus sprak hem een jongeling aan:
 
ô Zeg my, waarom uw gelaat nog zoo frisch,
 
Uw oog nog zoo helder en levendig is?
 
Ja, zeg my, waar komt dat van daan?
 
 
 
'k Bedacht reeds als knaap (was het andwoord des ouden),
 
Hoe spoedig de jeugd ons ontgaat.
 
'k Heb nimmer mijn kracht of gezondheid verkwist:
 
Beklaagbaar is hy die ze in d' ouderdom mist;
 
Want dan is 't berouwen te laat!
 
 
 
Oud zijt gy, ô grijsaart, (hervatte de jongling,)
 
Met jonkheid is vreugde vergaan.
 
ô Zeg my, waarom gy den tijd niet betreurt,
 
Die 't leven zoo vele genoegens ontscheurt?
 
ô Zeg my, waar komt dit van daan?
 
 
 
In d'uchtend des levens (was 't andwoord des grijsaarts),
 
Gedacht ik hoe ras hy vervliet!
 
Ik zag op de toekomst, by al wat ik deed,
 
Op dat my 't voorleden geen bron wierd van leed;
 
En daarom betreur ik hem niet.
 
 
 
Oud zijt gy, ô grijsaart (hervatte hy nogmaals),
 
Ja haast aan het eind van uw baan;
 
En toch zijt gy lustig en blijde te moê,
 
Ja lacht uw verscheiden met vrolijkheid toe!
 
ô Zeg my, waar komt dit van daan?
[pagina 613]
[p. 613]
 
'k Ben vrolijk! ô jongling, gedenk aan mijn woorden,
 
Op dat u dees les nooit ontschiet!
 
Van boven ontsprong my de welbron van vreugd:
 
'k Heb God niet vergeten in 't bloeien der jeugd,
 
En Hy ook vergeet my nu niet.
voetnoot*
Nagelaten Gedichten, 194.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken