De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 614]
| |
Aan den slaap.Ga naar voetnoot*Verkwikbre nacht, gy heul der zuchtende armen,
Wier toverkracht het aardsche wee verpoost!
ô Hoor des droeven smeeklings kermen,
Daal neder tot hem met ontfermen:
Hy hongert naar uw zoete troost.
Sluit gy zijn oog voor 't lijden van zijn gade,
Voor 't hulpeloos versmachten van zijn kind;
Ja, kome uw balsem hem te stade
In 's noodlots drukkende ongenade,
Gy, aller droeven dierste vrind!
En zoete slaap, ô sluit zijn weenende oogen;
Omwapper gy zijn schrale legersteê:
En voer zijn geest, door blijden waan bedrogen,
Naar 't rustverblijf van de ongenaakbre bogen
Waar 't eindperk is van 's warelds wee.
Schoon de uchtend ook zijn zoeten droom moog storen,
Zijn moed herleeft, zijn krachten zijn gestijfd;
Hy rijst verkwikt by 't lieflijk uchtendgloren,
En schoon zijn leed geen uitkomst is beschoren,
't Verschiet van beter toekomst blijft!
|
|