Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (6.19 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 381]
[p. 381]

Dichtstukken van Boëtius.

[pagina 383]
[p. 383]

Boëtius in zijnen kerker.Ga naar voetnoot*

 
Roerde ik in 's levens bloei de schelle cytersnaren,
 
Thands dwingt my 't zuchtend hart een' droeven toon te slaan.
 
De Zangberg treurt my voor, met losgerukte hairen,
 
En 't Treurdicht net zich 't oog met geen' geveinsden traan.
 
U toch, u heeft voor 't minst, ô dierbre Zanggodessen,
 
Vervolging, schrik, noch boei, van mijne zij' geschaakt:
 
Thands zijt ge in zwakte en druk mijn trouwe troosteressen;
 
Eens hebt ge in blijder jeugd mijn glorie uitgemaakt.
 
Door ramp op ramp verhaast voor 't klimmen van mijn jaren,
 
Heeft de ouderdom zijn' last by al mijn wee vervroegd,
 
Mijn' schedel, voor den tijd, bedekt met zilvren hairen,
 
En 't uitgemergeld lijf met voren doorgeploegd!
 
Hoe lieflijk ware een dood, die wrange levensdagen
 
Naar 's droeven beê verkortte, en op den wensch verscheen!
 
Maar ach! hoe stopt hy 't oor voor ons erbarmlijk klagen,
 
En trekt de hand van 't oog dat wegsmelt in 't geween!
 
Wen my 't ontrouw geluk zijn valsche gunst verëerde,
 
Bedreigde 't uiterste uur mijn leven van naby:
 
Nu, daar 't bedrieglijk lot zijn aanschijn van my keerde,
 
Nu rekt zich 't haatlijk perk, en heeft geen eind voor my.
 
Wat hebt ge, ô wufte hoop van ras verdwenen vrinden,
 
Zoo dikwerf mijn geluk verheven in uw' waan!
 
Ziet, ziet mijn' toestand thands, ô al te licht verblinden!
 
Die neêrstort, heeft die ooit op vasten voet gestaan?

Libr. I. Metr. I.

voetnoot*
Verspreide Gedichten II, 1.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken