Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (6.19 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Waanstrijdigheid.

 
Wat wederstrevige aart rijt dus den band van een?
 
Wat God, wat wonderkracht wrocht zulke strijdigheên
 
In waarheên, die noch twist noch twijfeling gehengen,
 
En echter, voor 't verstand niet overeentebrengen?
 
Hoe kan een waarheid ooit met waarheid strijdig zijn?
 
Is al die wederspraak misschien een enkle schijn?
 
Hangt al wat waarheid is niet vast in een verbonden?
[pagina 421]
[p. 421]
 
Gewis; maar 's menschen geest, in 's lichaams web omwonden,
 
Kan, by de scheemering van 't onderschepte licht,
 
Dien fijnen schakel niet bereiken door 't gezicht.
 
Doch, waarom zou hy toch van zulk een aandrift gloren,
 
Om 't hem verborgen waar zoo angstig na te sporen?
 
Zou 't wezen, dat hy 't kent, waar op hy zich verhit?
 
En jaagt men zorglijk na het geen men reeds bezit?
 
Of kent hy 't niet, hoe dan, hoe dan die blinde poging?
 
En hoe is 't onbekende een voorwerp van beooging?
 
Hoe weet ge, kent gy 't niet, waar gy 't bejagen kont,
 
Of zelfs, indien gy 't vindt, te erkennen 't geen gy vondt?
 
't Gaat vast: toen 's menschen ziel het aanzijn wierd gegeven,
 
En zy zich spieglen mocht in d' oorsprong van heur leven,
 
Zag zy 't verband van 't al, en ieder deel met één!
 
En thands omzwachteld met lichamelijke leên,
 
Heeft ze al haar kennis niet, maar slechts een deel verloren,
 
En stelt zich d' indruk nog van 't gantsch geheel te voren.
 
Die dus naar waarheid tracht, bezit haar kennis niet;
 
Ze ontviel hem, maar niet gantsch de sporen die zy liet.
 
Hy slaat den indruk gâ, hem overig gebleven,
 
Vernieuwt zich trek by trek, teu deelen uitgewreven,
 
En vult in 't onvolmaakt, gebrekkig schildery,
 
Het uitgewischte by. -

Libr. V. Metr. III.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken