Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (6.29 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

Genieten.Ga naar voetnoot*

 
O mille volte fortunato e mille,
 
Chi sa por meta a suoi pensieri in tanto,
 
Che per vana speranza immoderata
 
Di moderato ben non perda il frutto!
 
Guarini.
 
Gelukkig duizendmaal de man,
 
Die zoo zijn hart bedwingen kan,
 
Dat waanziek, dat onmatig hopen
 
Op ijdel, nooit verkrijgbaar zoet,
 
Hem 't wichtig en genietbaar goed,
 
Voor geene schaduw doe verkoopen!
 
 
 
Wat zoekt ge, ô nietig menschlijk kroost,
 
In nevels van verbeelding, troost,
 
En schept u-zelf uit ijdle dampen
 
Een wareld die geen wezen heeft,
 
Waar in gy ademt, woelt, en leeft,
 
Die vrij van stormen is en rampen?
 
 
 
Een wareld, die uw Eigenmin
 
Zich optooit naar heur' wensch en zin;
 
Waar 't hart, vervuld met zelfbehagen,
 
Verband, en orde, en voegsel slaakt,
 
't Heelal zich-zelve dienstbaar maakt,
 
Zich-zelv, van allen band ontslagen!
[pagina 68]
[p. 68]
 
Die wareld (ach!) zal nooit bestaan!
 
Die zelfzucht vindt zich nooit voldaan!
 
Hier moet gy, en voor andren, leven:
 
Hier smaken wat u is bedeeld;
 
Hier, 't geen u aanlokt, vleit, of streelt,
 
't Gemeen belang ten offer geven.
 
 
 
Beklaag u! - Wreed, afgrijslijk Lot! -
 
Gewis, de Wijsheid van uw' God
 
Moest alles naar uw wenschen voegen!
 
't Heelal is slechts een kleinigheid,
 
Wanneer men 't in de weegschaal leidt,
 
By uw, uw ingebeeld genoegen!
 
 
 
ô Dwaas! zoo Aarde en Hemelrond
 
Eens onder uw bevelen stond,
 
Hoe deerlijk vondt gy u bedrogen!
 
Hoe zou uw opgeblazen waan
 
In 't gruwzaam wee verlegen staan,
 
Dat gy u-zelv' hadt toegetogen!
 
 
 
Nu lijdt ge? Ja, uit ongeduld,
 
Uit moedwil, wrevel, eigen schuld.
 
Gy kost, gy moest, gy zoudt genieten!
 
't Smaakt al de weldaân van Gods hand;
 
Zijn Goedheid houdt het al in stand,
 
En doet geluk en zegen vlieten.
 
 
 
Hy reikt by nooddruft laafenis:
 
Zijn overvloed vervult uw' disch:
 
Zijn vreugd klopt aan uw hart, Onwaarde!
 
Wat sluit gy 't; laat de weldaad in!
 
Doe open! smaak Gods menschenmin!
 
Uw heil is Hem het hoogst op aarde.
[pagina 69]
[p. 69]
 
Ach! 't was tot kwelling niet of straf,
 
Zoo de Almacht u een leven gaf,
 
Geschikt tot vormen en volmaken.
 
't Was, om door aardsche zaligheid
 
Tot hooger vatbaarheên bereid,
 
Eens nog volmaakter heil te smaken.
 
 
 
Door aardsche zaligheid? ô Ja!
 
Sla de Almacht, sla Zijn Goedheid gâ:
 
Geen schepsel is dat heil beschoren,
 
En echter, alles, alles juicht.
 
Maar wat zijn' Schepper dank betuigt,
 
Gy durft dien dank in 't hart versmooren.
 
 
 
ô Ken uw voorrecht! ken uw' plicht!
 
Reeds Engel in 't vooruitgezicht,
 
Hier, Ondergodheid op dees wareld!
 
Gevallen, redloos; maar hersteld! -
 
Geen zucht, die in uw' boezem welt!
 
Geen traan, die in uwe oogen parelt! -
 
 
 
Ja, zucht en tranen borlen op.
 
Ja, sterfling, ieder harteklop
 
Aâmt dank aan 's Allerhoogsten goedheid.
 
ô Geef slechts uittocht aan dien dank:
 
Hy is der deugden eerste sprank,
 
Hy, de eerste bron van alle zoetheid.
 
 
 
1805.
voetnoot*
Nieuwe Mengelingen I, 97.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken