Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (6.29 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

Ontucht.Ga naar voetnoot*
(Spreuken V.)

 
Mijn zoon, geef op de Les uws Vaders,
 
De wijze Les uws Vaders, acht:
 
Het pad des woesten tuchtversmaders
 
Loopt uit in ondoorkoombren nacht.
 
Wien zult gy hooren, wien vertrouwen,
 
Indien gy hem uw hart ontzegt:
 
Ach, prooi van schaamtelooze vrouwen!
 
Verhangen in een hoerevlecht!
 
Te rug! schuw de ontucht, schuw de lippen
 
Wier boord van enkle honig vliet,
 
Maar die 't verderf in 't hart doen glippen;
 
Wier tong een giftige angel schiet.
 
ô Laat haar arm u nooit omvangen!
 
Hy sleepte u in den wissen dood,
 
Een slang die om uw hals bleef prangen,
 
U worgende in haar valschen schoot.
 
Heur voetstap (schuw haar dartel huppelen!)
 
Gaat hellende af naar d' ondergang:
 
Heur hairlok moog van amber druppelen,
 
De heldamp walmt haar op de wang.
 
Haar treden kleven aan de ellenden:
 
't Gebrek houdt aan haar voeten vast:
 
En van haar pad te rug te wenden,
 
Is naar d' ongrijpbren wind getast.
 
Hoort, hoort my, kinders! Mijdt haar wegen!
 
Haar woning zij u dood en hel!
 
Wat wierp gy goed en Oudrenzegen
 
In altijd grondeloozen wel?
 
Wat zoudt ge zelf uw eer verwoesten?
[pagina 89]
[p. 89]
 
De jaren die u 't Lot belooft
 
Door 't snijdend seissen weg doen oesten,
 
Dat snorrende omgiert om uw hoofd?
 
Wat zou, met afgeknaagde spieren,
 
Uw levend uitgeput gebeent'
 
Van woede, en pijn, en onmacht tieren,
 
In brullende angsten dorgeweend?
 
Wat zoudt ge u nog op 't stroo beklagen,
 
En jammer roepen over 't licht,
 
Dat foltrend voor uw oog zou dagen,
 
En 't hart te rug wees naar den plicht?
 
Wat zoudt ge uw eigen hart vervloeken,
 
Dat zelf zijn lust zoo gruwzaam boct;
 
En vruchtloos naar een' schuilhoek zoeken,
 
By 't geesslen van 't ontwaakt gemoed?
 
Wat zoudt ge dan de les herhalen,
 
Verworpen door uw losse jeugd:
 
‘ô Koopt geen gift uit gouden schalen;
 
Geen lust ten koste van de deugd!’
 
Neen, laat de dronk uw branding lesschen
 
Uit eigen bron en waterbak;
 
In schaâuw van myrth- en hofcypressen
 
Belommerd met een veilig dak!
 
Een bron, door vreemden nooit genaderd,
 
Door nachtgevogelt nooit ontrust,
 
Maar, ongerept, in 't frisch gebladert'
 
Ontscholen aan de dartle lust.
 
Laat, laat die bron verkwiklijk vloeien
 
Voor u, mijn zoon, voor u-alleen;
 
Uw' eigen hof en beemd besproeien
 
Met onuitputbre zaligheên!
 
Gezegend zij haar ruischende ader!
 
Zy springe in wellust vroeg en laat,
 
En ('t zij de zegen van uw' Vader!)
 
Besprenge uw' akker onder 't zaad!
 
Ja, smaak in de armen van een Gade,
 
Den wellust van uw rijpe jeugd,
 
Dat zich uw glociend hart verzade,
 
Zich dronken afdrinke aan haar vreugd!
[pagina 90]
[p. 90]
 
Put, zwelg, en zuig, met volle togen,
 
Den hemel uit haar kuische borst!
 
Gloei weg in 't tintlen van haar oogen!
 
Zink weg in 't tintlen van die dorst!
 
Zwoeg immer op haars boezems zwoegen,
 
En strengel u haar armen in!
 
Versmelt in 't stroomende genoegen
 
Der onvervalsche Huwlijksmin.
 
Ja, ga in ziel- en zinbehagen,
 
In golvend levensvuur, te wed!
 
Pluk rozen, die geen dorens dragen!
 
Zy bloeien slechts om 't Echte bed.
 
Wat zoudt ge in wulpsche strikken smooren,
 
Mijn zoon! mijn eenige! ô word wijs!
 
Leer naar den raad uws vaders hooren:
 
Geen zegen, dan tot dezen prijs!
 
 
 
1808.
voetnoot*
Najaarsbladen I, 107.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken