Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (6.29 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De star uit het oosten.Ga naar voetnoot*



illustratie

 
Wie Christus zoekt, heff' 't oog
 
Om hoog!
 
Daar zie hy 't flikkrend licht van 't Godlijk teeken blinken,
 
Welks schittring, vol van Majesteit,
 
De glansen door het hart verspreidt,
 
En allen luister weg doet zinken.
 
 
 
Die star, wier gloed de zon
 
Verwon
 
In tintlend flonkervuur en gouden middagstralen,
 
Verkondigt Adams nageslacht
 
Den God, den Heiland, dien 't verwacht,
 
Om op 't verderf te zegepralen.
[pagina 203]
[p. 203]
 
Die Star verstrekt geen nacht
 
Tot pracht,
 
Noch treedt geleidster op aan 't hoofd der starrenreien;
 
Noch wisselt schijnsel als de Maan;
 
Maar wijst der tijden volheid aan
 
Om 's warelds Koning in te leien.
 
 
 
Al schuwt des hemels as
 
Den plasch,
 
Toch zinkt de wachtbeerin in nevels onder 't duiken;
 
Maar deze star kent ondergaan
 
Noch nevel op de hemelbaan,
 
Vermogend om heur kracht te fnuiken.
 
 
 
Van, daar de dageraad
 
Ontstaat,
 
En de uitgeruste Zon haar renspoor op gaat streven,
 
Ontdekt het wijze Morgenrood
 
Die fakkel die zoo schittrend gloort;
 
Ten koningsstandaart opgeheven.
 
 
 
Nu dekt de Dagheraut
 
Haar goud,
 
En alle hemellicht vraagt siddrend en ontluisterd:
 
‘Wie is die Koning, zoo geëerd,
 
Die zelfs op 't firmament regeert;
 
Waar alle glorie voor verduistert? -
 
 
 
Die Vorst, dien 't firmament
 
Niet kent,
 
Die Koning heeft zijn throon in de ongenaakbre zalen: -
 
Die Koning (hoort het, Starrenheir!)
 
Daalt mensch by 't doemvol menschdom neêr,
 
En doet U 't aanschijn onderhalen.
[pagina 204]
[p. 204]
 
Hy, die zijn stoel in 't licht
 
Gesticht,
 
En 't Licht uit niet, 't Heelal uit licht heeft voort doen komen!
 
Hy, die u uitwierp met de hand
 
Die duizend heemlen overspant,
 
En starren schept uit etherstroomen!
 
 
 
Hy, aller schepslen God,
 
Die 't lot
 
Der Wareld heeft beslecht! Wien de Englen 't Hallel zingen,
 
Brengt zaligheid, verlossing, troost,
 
Aan 't afgeweken menschenkroost;
 
En gy - verkondt het, Hemelkringen!
 
 
 
Uit prudentius genomen.
 
1820.

voetnoot*
Sprokkelingen, 59.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken