Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.82 MB)

Scans (6.29 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 224]
[p. 224]

Opwekking.Ga naar voetnoot*

Thy bowels, Spider, thou doet spin, 1 spin my brains.
southey.
 
Praler op Parnassus tinnen
 
Toegejuichd van land tot land.
 
Zaagt gy ooit verachte Spinnen
 
't Ragjen hechten aan een rand? -
 
Ach, zy poogt zich prooi te winnen,
 
Maar verweeft haar ingewand.
 
Doch gy vriend der Zanggodinnen,
 
Wien met hooggespannen zinnen,
 
't Speelstift huppelt in de hand,
 
Spint met al uw glorieminnen,
 
Eigen hersens en verstand.
 
 
 
'k Wensch iets grooters van een Dichter
 
Dan dit ijdel rag-gespin.
 
Windgebladder, ja nog lichter,
 
Houdt het ziel noch waarheid in:
 
't Is de ware Godsdienststichter
 
Dien ik in den Zangheld min.
 
Tolk der Waarheid, Zedenrichter,
 
Volks- en Vaderlands verplichter,
 
Aâmt zijn zangtoon Christenzin.
 
Zielsverheffer, hartverlichter,
 
Heeft hy 't zintuig tot slavin.
 
 
 
Maar die tonen uit te schieten,
 
Hangt dit van den Zanger af?
 
Neen; de bron waar uit zy vlieten,
 
Is, die ziel en adem gaf!
 
Zalig, die haar uit mag gieten!
 
't Is, aan deze zij' van 't graf,
[pagina 225]
[p. 225]
 
Met den Vorst der Salemieten,
 
Hemelzaligheid genieten,
 
Mannadaauw, voor aardschen draf!
 
En, den klank der Herdersrieten
 
Aadlen door zijn Koningsstaf.
 
 
 
Zwangert, ouden tijds Bataven,
 
Dus uw Nederlandsche borst,
 
Gy die steeds als laffe slaven
 
Fransche gruwelketens torscht!
 
't Zijn de oprechte Hemelgaven
 
Waar de vrije ziel naar dorst.
 
Leert in hooger zangspoor draven!
 
Die uw heeten gloed wil laven,
 
Is de groote Vredevorst.
 
Hy is 't die Zijn macht zal staven;
 
Houdt uw boezems onbemorst!
 
 
 
Van Zijn aandrift aangetogen,
 
Roert men harten door den zang.
 
Moedig dan den band ontvlogen
 
Van den Helschen zielendwang!
 
Zoudt ge bukken voor de logen?
 
Buigen in haar ketenprang?
 
Neen, heft moedig hart en oogen!
 
Dat de lucht der hemelbogen
 
In uw klepperwieken vang'!
 
Onze wieg is in den hoogen!
 
Hemelzoon is onze rang.
 
 
 
Ouder broeders, Hemelingen,
 
Niet, als wy, aan 't slijk verwant!
 
Ja, wy willen met u zingen,
 
Ja, wy reiken u de hand.
 
Daalt uit uw verheven kringen:
 
Daar is meê ons Vaderland!
 
't Is voor d' Oorsprong aller dingen,
 
Dat ons hart en aders springen;
 
't Is voor Gods genadepand,
[pagina 226]
[p. 226]
 
Dat de tonen zich ontwringen
 
Uit de vlam die in ons brandt.
 
 
 
Branden! - Ja van gloed ontstoken,
 
Die geen aardsche springvloed bluscht;
 
Voelen wy onze aders koken
 
Van oprechte Hemellust;
 
Zien wy d' Afgrond opgebroken,
 
In des Heilands kruis gerust;
 
Zien wy de Afgrondsfakkels rooken;
 
Maar het troostwoord uitgesproken
 
Dat den kreet der wanhoop sust,
 
En het zuiver bloed gewroken,
 
Dat om Gods altaren gudst.
 
 
 
GY wilt onze borst doorstralen,
 
Bron van ongeschapen licht,
 
Middelpunt van Zangchoralen
 
Met bevleugeld aangezicht!
 
By 't geruisch der Lofcymbalen,
 
Is uw Hemelthroon gesticht!
 
Hooger dan die etherzalen
 
Waar de Zonnen rond in dwalen,
 
Houdt Gy 't Alles in gewricht;
 
En Gy laat uwe oogen dalen
 
Op het zondig menschenwicht!
 
 
 
ô Zie neder, aller Vader,
 
Aller toevlucht, aller God!
 
Breng ons uw nabyheid nader;
 
Schenk ons 't ware zielsgenot;
 
Laat aan d' aardschen heilversmader
 
Uwe wijsheid niet ten spot!
 
Laaf de Heildorst uit uw ader,
 
Groote Bloed- en Vlamdoorwader,
 
En vergruis het Helsche rot!
 
Gy, de ontzachtbre Heldendader!
 
Gy, Beschikker van ons lot!
 
1822.
voetnoot*
Krekelzangen II, 1.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken