Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (7.74 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Gewijde poëzy.
(vervolg.)

[pagina 3]
[p. 3]

Verstand en geloof.Ga naar voetnoot*



illustratie

Hosea II, 19.
 
Wilt ge ook de klanken zien? Wilt ge ook de kleuren hooren?
 
Neen, zegt ge, één zintuig is voor beide niet bekwaam. -
 
Zoo is 't, de vatbaarheên den stervling aangeboren,
 
Gaan, door heur aart verdeeld, niet by één denkvorm saam.
 
Maar 't hooggeliefd verstand dat alles wil omvatten,
 
Wat is dit? - Ook bepaald aan 't voorwerp waar 't toe strekt;
 
En roekloos wage 't niet zijn grenzen uit te spatten,
 
Door trotsche zelfzucht tot vermetelheid gewekt!
 
Neen, 't kan niet verder gaan, van hooger niet beslissen,
 
Dan die beseffen-zelf, waartoe 't bevoegdheid heeft;
 
't Mag slechts de opmerkzaamheid van 't voorwerp vergewissen,
 
En heldren 't denkbeeld op dat scheemrend voor ons zweeft.
 
't Is aangeboren licht, met meer of minder luister,
 
Door de Almacht elk verleend, schoon ongelijk in maat,
 
In zulk een ruimen kring, en meerder klaar of duister
 
Naar elk van nooden is in zijn bestemden staat.
 
Ja, 't is een dierbre gift des Scheppers, hoog te stellen,
 
Die 't menschdom van het dier zoo heerlijk onderscheidt,
 
Dat niets op aard bestaat, in lucht, in waterwellen,
 
't Geen ons op zijde streeft in kloekheid of beleid.
 
't Is onontbeerlijk in ons handlen, doen en denken,
 
En wee hem die dit licht verroekloost in 't gedrag!
 
Die mensch verbeurt zijn rang, en 't is zijn hoofdplicht krenken
 
Door gruwbren ondank aan 't weldadig Godsgezag.
 
Maar echter, 't is bepaald tot menschelijke kringen;
[pagina 4]
[p. 4]
 
't Licht voor zoo verre 't kan en kracht heeft, verder niet.
 
't Is menschlijk, onbekwaam het Godlijke in te dringen.
 
En 't Geestlijk werk van God is buiten zijn gebied.
 
Ja, 't treê de grenzen uit, 't wordt tasten in den blinde,
 
't Is struiklen in een nacht die telkens meer verzwart.
 
Te rug, die 't onderneemt! nog eens, te rug, ontzinde!
 
Gy stort in d'afgrond, voor uw voet reeds opgespard!
 
De fakkel van 't Geloof moet hier het licht ontsteken;
 
Dees dompt de nevel niet die alles hier vervult:
 
Dit schijnsel is in staat door alles heen te breken.
 
En leidt waar God Zijn weg met heilig duister hult.
 
Gelooven, ja, is meer, is eindloos meer verkwiklijk,
 
Dan 't geen begrijpen heet en nooit volkomen wordt.
 
God geeft het in 't gemoed, we erkennen 't oogenbliklijk,
 
Het is de Waarheid-zelve in volheid uitgestort.
 
ô Stervling, laat, laat af, van tegenstrijdigheden
 
Van grove stof en geest, van God- en menschlijkheid,
 
Als tot een mengeldeeg vermetel saam te kneden;
 
Het aardsche is tot geen toets van 't hemelsch toebereid.
 
Geef 't oefengraâg verstand, geef ook 't Geloof zijn rechten,
 
Maar sla 't geen menschlijk is het Godlijke in geen band:
 
Van 't voorwerp des Geloofs moet geen verstand beslechten,
 
't Geloof ontweldigt ook zijn deel niet aan 't verstand.
 
 
 
1826.
voetnoot*
De voet in 't graf, 130.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken