Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (7.74 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

IJdele waakzaamheid.Ga naar voetnoot*

 
Inclusam Danaën turris ahenea,
 
Robustaeque fores, et vigilum canum
 
Tristes excubiae munierant. -
 
 
 
Horatius.
 
Vergeefsch is 't, in de koopren toren
 
Door ijzren deuren en een stoet
 
Van wachters, razende en verwoed,
 
Met luistrend opgesteken ooren,
 
In boeigerammel, nooit geslaakt,
 
De onnoozle Danaë bewaakt!
 
Vergeefsch, met duizend grendelsloten
 
En tralievensters, hageldicht,
 
Ja, ondoordringbaar voor het licht,
 
De morgenzon voor 't hoofd gestooten,
 
Als, vrolijk rijzende uit heur kil,
 
Haar oog in 't moordhol boren wil.
 
 
 
Zoo 't goud door wachters, muur, of daken,
 
Zoo 't minste glimpjen van den dag
 
Geen toe-, geen doorgang vinden mag,
 
En deur of gondel nooit mag kraken,
 
't Verderf welt op in 't boos gemoed,
 
Ontwikkelt, breidt zich uit door 't bloed,
 
En vruchtloos wacht men van de Reden
 
't Genoeg vermogend tegengift
 
Voor 't bruischend gisten van de drift,
 
En schrijft zich wetten voor der zeden,
 
Als waar 't een uiterlijk gedrag
 
Waardoor men 't harte zuivren mag.
 
 
 
Neen, de arme ziel, verpest van binnen,
 
Verheel' zich 't kwaad of hou 't omhuld,
 
Verstikk' 't en schouw zich vrij van schuld;
[pagina 73]
[p. 73]
 
Zy zal dus de onschuld niet herwinnen.
 
De kwaal die ze in den boezem draagt,
 
En die aan 's levens ader knaagt,
 
Is door geen wijsheid uit te rukken.
 
Geen menschenschuwe Anachoreet
 
Ontvlood ze in 't boetend hairenkleed,
 
Met al wat streelde te onderdrukken.
 
Hy bleef 't verdorven menschenzaad,
 
Vervuld van onuitroeibaar kwaad.
 
 
 
ô God, om niet is al ons pogen,
 
Gesproten uit een ijdlen trots.
 
Neen, maak ons van ons-zelven los.
 
Verfoeilijk in onze eigen oogen,
 
Verpest door merg en ingewand,
 
Onredbaar dan door Uwe hand,
 
Herschep ons dit verkankerd harte,
 
Onvatbaar voor 't besef van goed!
 
Ja, wasch ons rein in 's Heilands bloe
 
By 't diepst gevoel der zondesmarte;
 
En, 't zij gewoel of kluiznaars cel,
 
In dit genot is me alles wel.
 
 
 
1827.
voetnoot*
Nieuwe Oprakeling, 151.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken