Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (7.74 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Wareldbeschouwing.Ga naar voetnoot*

 
De Heer is groot.
 
Ps. XLVIII, 2.
 
 
 
Ja, jaarlijks trekt gy 't zonnespoor
 
Aan zon en maan en dwaalstar voor,
 
Als ware 't met een tooverroede:
 
Ja, jaartij', avond, morgenstond,
 
Gaat leerzaam naar uw voorschrift rond,
 
En wordt dien zelfden zwaai niet moede.
 
 
 
Maar echter, als ge in 't Hemelveld
 
Die wetten aan die lichten stelt,
 
Dat loopperk heeft slechts enge palen,
 
En 't kan by d' achtbrer afstand niet,
 
Waar 't starrenheir zijn glans uit schiet,
 
In kenbare uitgebreidheid halen.
 
 
 
Wat dan, wat weet ge, Filozoof,
 
Of, naar uw ingebeeld geloof,
 
Die zelfde kringen zich herhalen;
 
Dan of ons gantsch planeetental
 
Zijn plaats verwisselt in 't heelal,
 
Met algemeener heen te dwalen?
[pagina 139]
[p. 139]
 
Zwaait niet hun middelpunt, de zon,
 
(Gemeene licht- en warmtebron,)
 
Met al de bollen, haar omringend,
 
Om nog een ander hooger vuur,
 
Ons oog verborgen door Natuur,
 
En, wat het aantrekt, om zich dwingend?
 
 
 
Oneindig groot is Hy die 't schiep;
 
Zijn wijsheid ondoorgrondbaar diep,
 
En eenheid, kenmerk van Zijn werken;
 
Zijn schepping is één groot geheel,
 
Zich spieglend tot in 't minste deel,
 
En zelfs niet vatbaar voor omperking.
 
 
 
Ja, één is 't middel, één het doel:
 
Dit zegt my 't innig hartsgevoel.
 
Slechts ons beperkt zijn in 't aanschouwen,
 
Doet als verscheiden aan 't vernuft
 
Dat voor 't onmeetlijk groote suft,
 
't Eenvoudige dier grootheid houen.
 
 
 
ô God, als ik Uw werk erken,
 
Dan eerst gevoel ik wat ik ben;
 
Dan zie ik U 't Heelal vervullen:
 
Dan werp ik alle vonden weg
 
Van nietig menschen-overleg,
 
Waarmeê wy 't geen Gy wrocht omhullen.
 
1827.

voetnoot*
Naklank, 143.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken