Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6 (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.26 MB)

Scans (7.74 MB)

XML (1.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6

(1857)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

Kerstnacht.Ga naar voetnoot*

Δόξα έν ὑψίςοις Θεῷ, καὶ ἐπὶ λῆς εὶρήνη, έν ἀνθρώποις εὐδοκία.
 
De Winternacht had de aard betrokken,
 
En alles aâmde stilte en rust;
 
Het windtjen was in slaap gesust;
 
En 't zachte bleek der lamm'renvlokken,
 
Bewaakt met herderlijken staf,
 
Stak flaauw by 't donkre veldgroen af.
 
 
 
Geen windtjen zuisde door de sprieten
 
Van 't scheutig gras der stille wei';
 
En spraakloos zag der wachtren rei
 
Hunne uren ongestoord vervlieten,
 
Met opgeheven hart en oog
 
Naar 's hemels graauw-azurenboog.
 
 
 
Nu zieu ze een vloed van purperglansen
 
Van uit een vuurgloed-zwangre wolk
 
Voor 't oog van 't opgetogen volk
 
Als met een kroon van licht omkranssen,
 
Die meer dan aardsche heerlijkheid
 
Langs 't overstelpte veld verspreidt.
 
 
 
De nacht wordt van een dag doorschenen
 
Waar meer dan dageraad in gloort,
 
Terwijl zy de Ooster-hemelpoort
 
Als met een oogst van edelsteenen
 
In parelenden daauw versiert,
 
En 't feest der eerste schepping viert.
[pagina 160]
[p. 160]
 
Een balsemgeur doorwaait de dalen,
 
Als de adem van het zoele Zuid,
 
Met Oosterspecery gekruid,
 
Wanneer 't aan de eerste morgenstralen
 
Den liefelijken balsem mengt,
 
Dien 't aan den dag als hulde brengt.
 
 
 
Nog graauwt de lucht aan de ochtendkimmen;
 
En 's hemels toppunt staat in gloor,
 
En breekt in meer dan middag door,
 
Terwijl de Zon vertoeft te klimmen:
 
Een hooger dan geschapen licht
 
Verblindt, verbijstert elks gezicht.
 
 
 
Nu davert het van hemelpsalmen
 
Als sints het heilig wordings-uur
 
Geen mensch'- of Engelen-natuur
 
Met vuurgen adem uit mocht galmen;
 
Ja, meer dan onbesefbaar vreemd
 
Aan alles wat naar de aarde zweemt.
 
 
 
Nu klinkt het onder 't Englenwemelen:
 
‘Eer, lof, zij de Oppermajesteit!
 
Ja, glorie Zijn weldadigheid!
 
Ja, roem tot boven 't hoogst der Hemelen:
 
En welbehagen in 't geslacht
 
Tot eeuwig heil te rug gebracht!’
 
 
 
Weêrgalmt, ô zaligste aller klanken,
 
Weêrgalmt in d' adem onzer borst!
 
Hy kwam, Hy kwam, des levens Vorst,
 
Wien we uit de dood verlossing danken;
 
Hy kwam, hy, God met mensch vereend,
 
En heeft als mensch met ons geweend.
[pagina 161]
[p. 161]
 
Hy kwam, en nam onze euveldaden,
 
Hy, de ons verdiende zondenstraf,
 
Van onzen hals genadig af,
 
Om ze op Zijn eigen hoofd te laden!
 
Hy leed voor onzer aller schuld,
 
En heeft de wet voor ons vervuld!
 
 
 
Wat doet ge, ontzette Herdersknapen?
 
Hoe gloeit u 't voorhoofd! hoe het hart!
 
Wat staat ge ontzet, bedeesd, verward?
 
Vliegt henen, vliegt, verlaat uw schapen,
 
Gy, zelven schapen van Zijn kooi,
 
En, zonder Hem, des veldwolfs prooi!
 
 
 
Ziet Hem van windelen omvangen,
 
In 't krebj' op 't halmenstroo gebed!
 
Hem, die u van den Helwolf redt,
 
Aan maagdelijken boezem hangen,
 
En strekken 't kinderarmtjen uit,
 
Dat hemelen en aard omsluit!
 
 
 
Ja, gaat, knielt neêr, en brengt uwe offers
 
In dezen schaamlen beestenstal!
 
Erkent den Meester van 't Heelal!
 
Haast biedt hem 't Oost in elpen koffers
 
En myrrhe en goud en wierookgraan,
 
Als God, en Vorst, en stervling, aan. -
 
 
 
Maar neen, doet meer! Aanbidt en huldigt
 
In d' eenvoud van 't oprecht gemoed,
 
Dit offerlam wiens Godlijk bloed
 
Geheel eens warelds schuld ontschuldigt,
 
Op dood en afgrond triomfeert,
 
En vloek in zegening verkeert!
[pagina 162]
[p. 162]
 
ô Wichtjen, hoop en troost der vaderen,
 
Hersteller, Heiland, Borg en Zoen:
 
Gy, die voor Zondaars koomt voldoen;
 
ô Geef ons, aan die kreb te naderen! -
 
Doch ja, Gy roept ons, trekt, en leidt
 
Tot de eeuwige barmhartigheid.
 
 
 
Geef ons, met 's hemels keurelingen
 
In 't hemelzalig Efrata,
 
Der volheid van Gods heilgenâ
 
Uit reine boezems lof te zingen!
 
Ja roepen we U, ô Davids spruit,
 
In Cherubijnenliedren uit!
 
 
 
Ja, Eer zij God in 's Hemels zalen;
 
Ja, boven 's Hemels ethervloed!
 
En Vrede, Vrede van 't gemoed,
 
In 's aardrijks nederige dalen;
 
Met welbehagen, gunst, en troost,
 
Voor 't God' herwonnen menschenkroost!
 
 
 
1828.
voetnoot*
Nieuwe Vermaking, 80.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken