Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (5.49 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

's Levens lust.Ga naar voetnoot*

Laat ons eten en drinken: want morgen sterven wy.
I cor. XV.
 
Smaken wy de vreugd van 't leven!
 
Morgen vraagt het graf zijn buit!
 
't Is ons heden nog gegeven:
 
Morgen heeft de wellust uit!
 
 
 
Dartlen, zwelgen, en genieten
 
Is het goede dezer aard!
 
Wat wy eenmaal achterlieten
 
Is geen bloot herdenken waard!
 
 
 
Dronkenschap van lust en weelde,
 
Anders heeft het leven niet:
 
Wat men anders zich verbeelde,
 
't Is een schim die voor ons vliedt!
 
 
 
Smoren zorgen en verdrieten
 
In de feestvreugd, in den wijn!
 
Drinken, zwelgen, en genieten,
 
O dit heet gelukkig zijn!
 
 
 
Blijde scherts en dartle lonken,
 
Troetellusten van de jeugd,
 
Mogen ons het hart ontvonken!
 
Immers leeft men voor de vreugd!
 
 
 
Slaapt in feest- en vreugdemalen,
 
In den schoot der dartle min,
 
By het schuimen der pokalen,
 
Aan de borst der wellust in!
[pagina 96]
[p. 96]
 
Kranst het hoofd met frissche rozen!
 
Gloeit uw wangen van de most!
 
Die den tijd verroekeloozen,
 
Weten weinig wat hy kost.
 
 
 
Leert den weg met bloemen spreien
 
Op het moeizaam levensspoor!
 
Zuist in huppelende reien
 
Al zijn ongenoegen door!
 
 
 
En wanneer gy, zat van woelen,
 
Van de lust verstompt en moê,
 
't Nijpen van den dood zult voelen,
 
Lach hem dan wellustig toe!
 
 
 
Speel dan nog den onvervaarde,
 
Breek uw feesten zingend af!
 
Zeg: ik had mijn deel op aarde!
 
En zink vrolijk in het graf!
 
 
 
Ja, gewis, wy willen leven!
 
Morgen vraagt het graf zijn buit!
 
't Is ons heden nog gegeven!
 
Morgen heeft de wellust uit!
 
 
 
Maar dat morgen, lieve Vrinden!
 
Maar die stond die ons verbeidt,
 
Die die vreugde moet verslinden!
 
Maar dat graf vol gruwzaamheid!-
 
 
 
Ach! daar legt het hoofd zich neder
 
In een' stooreloozen nacht;
 
En geen ochtend wekt ons weder!
 
O die peuluw is zoo zacht! -
[pagina 97]
[p. 97]
 
Maar het tijdstip van ontwaken,
 
Dat dien nacht vervangen zal,
 
En de grafkuil open maken
 
Op het jongst bazuingeschal! -
 
 
 
Ach! dat licht wil nimmer dagen:
 
't Vratig graf verteert zijn vangst.
 
Na de dood geen nieuwe plagen!
 
In de dood geen stof tot angst! -
 
 
 
Maar wat kan die dood verslinden?
 
Dit mijn stoffelijk gewaad!
 
Hoe vermag hy dat te ontbinden,
 
Dat zich niet verdeelen laat?
 
 
 
Doch het waar volkomen sneven!
 
Is uw hart daar meê voldaan?
 
Vraagt gy anders niets van 't leven,
 
Dan geweest zijn en vergaan?
 
 
 
Voelt ge dan geen andre zaden,
 
Die daar kiemen in uw borst?
 
Is het aas te zijn der maden,
 
Alles waar uw hart naar dorst?
 
 
 
Voelt dat hart zich niet gedreven
 
Naar een edeler genot?
 
Naar een aanzijn meer verheven?
 
Naar een gants verschillend lot?
 
 
 
Walgt ge niet van 't nietig woelen
 
In dees aardschen kring omperkt?
 
Voelt gy anders geen bedoelen,
 
Dat uws ondanks in u werkt?
[pagina 98]
[p. 98]
 
Zoudt ge u die bestemming kiezen
 
Tot een bloote dierlijkheid,
 
En gewillig dat verliezen,
 
Wat u beters waar bereid?
 
 
 
Stond de keus in uw vermogen:
 
Stof, of eindelooze Geest;
 
Zoudt ge niet naar 't duurbre pogen?
 
Sneven willen met het beest?
 
 
 
Zegt my dit, verdwaasde menschen;
 
En, hebt ge eens uw hart doortast,
 
Geeft u over aan uw wenschen!
 
Gaat dan, kuntge, zwelgt en brast!
 
 
 
1805.
voetnoot*
Nieuwe Mengelingen I, 20.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken