Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (5.49 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verwachting.Ga naar voetnoot*

 
Hou op, mijn ziel, 't Heelal te vragen,
 
Hoe, waarom, wat, en wie gy zijt.
 
De nevelwolken die u dragen,
 
En, speelbal van d' onzichtbren tijd,
 
Door de eindelooze ruimte jagen,
 
Doorscheemren wel van bliksemslagen
 
Wier flikkring door de scheuren splijt;
 
Maar, ziet gy uit naar 't morgendagen,
 
Die afstand is uw oog te wijd.
 
 
 
Wy hobblen door de mistdampbaren
 
Naar 't worstlend bruischen van heur vloed,
 
Onzeker waar we heen vervaren,
 
In 't buldrend onweêr dat er woedt.
 
Wy laten de oogen om ons waren;
 
Maar vruchtloos is dat ijdel staren
 
Naar 't vonklen van een flaauwen gloed,
 
Die 't dompig nachtzwerk op deed klaren
 
Dat afschrik en verdelging broedt.
 
 
 
Dees dichten sluier door te boren
 
Hangt aan geen sterfelijke macht.
 
In helsche duisternis verloren,
 
Geteeld tot broedsel van de nacht,
[pagina 210]
[p. 210]
 
Gedoemd, in dezen damp te smooren,
 
Waartoe een donkren trek te hooren
 
Die naar 't ontwijkend daglicht tracht?
 
De schrikbre noodstorm moet bezworen
 
Door Goddelijke wonderkracht.
 
 
 
Of voelt ge u in dit woest geslinger
 
Uws ondanks, machtloos meêgesleurd;
 
Beseft ge, wiens ontzachbre vinger
 
De schepping uit haar naven beurt;
 
Ontwaart ge in u den Aldoordringer,
 
Den nacht- en nood- en helbedwinger,
 
Wiens lichtstraal aard en wolken scheurt;
 
Die één, en zonder mededinger,
 
Ook u Zijn zorgen waardig keurt?
 
 
 
Laat dan 't Heelal verwoesting loeien;
 
Wees kalm, en vraag niet; maar verbeid!
 
De golven die er om u vloeien,
 
De neevlen, om u uitgebreid,
 
De bliksemstralen die er gloeien,
 
De donders die de wolken schroeien,
 
Verzwelgen in de Oneindigheid,
 
En haasten 't slaken van de boeien;
 
Waarin gy om verlossing schreit.
 
 
 
1817.

voetnoot*
Nieuwe Uitspruitsels, 65.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken