Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (5.49 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Schijnbedrog.Ga naar voetnoot*

 
Decipit
 
Frons prima multos, rara mens intelligit.
 
 
 
Phardrus.
Zang.
 
Zie de slang in één gekronkeld,
 
Hoe hy in het duister vonkelt
 
Als een blaauwende amethist:
 
Waarom, ô Natuur! die schoonheid
 
Die zijn gladde rug ten toon spreidt
 
Aan dat monsterdier verkwist?
 
 
 
Zie die dartle vrouwenlonken
 
Die een jeugdig hart ontvonken
 
Met een gloed van vuile lust;
 
Waarom gunt ge dat vermogen
 
Aan die zielverpestende oogen,
 
Roovers der Gewetensrust?
[pagina 292]
[p. 292]
 
Zie die veinzaarts en verraderen
 
Die ons onder 't masker naderen
 
Van een vriendelijken plooi;
 
Maar in 't hart vol heimlijk wrokken,
 
En van vijandschap doortrokken,
 
Ons beloeren als hun prooi.
 
 
 
Wist ge 't gift van booze kruiden
 
Door hun vlekken aan te duiden
 
Of door walgingvollen geur,
 
Waarom geeft ge op 't dierlijk wezen
 
Ook de blijken niet te lezen,
 
Waar men 't schaadlijke aan bespeur'?
Tegenzang.
 
Zwijg, ô stervling! staak dat vragen;
 
Leer u van u-zelf beklagen,
 
In uw zinlijkheid vergroofd!
 
Door verwaten heiligschennis
 
Hebt gy de ingeschapen kennis
 
In uw boezem uitgedoofd.
 
 
 
Neen, geen schepsel zou u deren,
 
Die hen-allen overheeren,
 
Door uw aanblik temmen moest,
 
Maar, van uit uw kring gezonken,
 
Smoorden de ingeschapen vonken
 
En uw zielskracht is verwoest.
[pagina 293]
[p. 293]
 
Alle schepsel, alle wezen,
 
Zoudt gy met een oog doorlezen
 
Dat aan 't uiterlijk niet hong;
 
Maar, gescherpt met fijner stralen
 
In der dingen aart kon dalen,
 
Hart en ingewand doordrong.
 
 
 
Leer met wettig zelfmistrouwen
 
De aard als u vervreemd beschouwen!
 
Ze is niet meer uw eigendom.
 
Ze is de roof der Hel geworden;
 
Zoek uw heil in hooger orden,
 
In der Geesten kring weêrom!
 
 
 
1826.

voetnoot*
De voet in 't graf, 116.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken