Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (5.49 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lichaams verval.Ga naar voetnoot*

 
Ἁ νεότας μοι φίλον ἄ-
 
χθος, τὸ δὲ γῆρας, ἀεὶ
 
βαρύτερον Αἴτνας σκοπέλων,
 
᾽επὶ κρατὶ κεῖται, κ. τ. λ.
 
 
 
Euripides.
 
Lieflijk groent de Lentekrans
 
Op de glinsterende lokken,
 
Daar een borst van heil doortrokken
 
Schittert in den voorhoofdglans:
 
Lieflijk is de zoete Jeugd,
 
's Levens lentelust en vreugd.
 
 
 
Maar, den moeden hals gebukt
 
Onder meer dan 't berggevaarte,
 
Dat den Titan met zijn zwaarte
 
Op 't geketend lichaam drukt;
 
Met het oog van licht verdoofd;
 
Schudt de Grijze 't wagglend hoofd.
[pagina 325]
[p. 325]
 
Wie ruilde ooit voor Koningsschat,
 
Of wat kroon en staf kan geven,
 
't Jeugdig heilgenot van 't leven!
 
Meer dan Péruus mijn bevat!
 
Neen, met Jeugd is de armoê zoet;
 
Grijsheid, wreed by koningsgoed!
 
 
 
Maar indien de sterveling
 
Was begaafd met ware wijsheid;
 
Nieuwe jeugd waar vrucht der Grijsheid;
 
Versch ontborste levensspring!
 
Eenvoud, onschuld, rust van 't hart,
 
Waar ons waarborg voor de smart.
 
 
 
Zoo zou 't plooisel op 't gelaat
 
Snood- en braafheid onderscheiden:
 
De avondstond zou rozen spreiden
 
Even als de dageraad;
 
En Orion blonk zoo schoon
 
Als Auroraas nuchtre koon.
 
 
 
't Lachjen sierde kaak en mond;
 
Geldzucht zou geen vingers krommen;
 
Wrevel in de keel niet brommen,
 
Schoon de schouder schudde in 't bont.
 
Dank, ten hemel opgegaan,
 
Zou 't gevoelig hart doen slaan.
 
 
 
Drupte 't ooglid soms een traan,
 
't Zilte zou de wang niet groeven,
 
En hy zou geen zielsbedroeven,
 
Maar 't genot ten tuige staan.
 
En de blijde waarheidszin
 
Spiegelde 't gevoel daarin.
[pagina 326]
[p. 326]
 
Wees my zoo, gy Ouderdom!
 
Drukken my by 't pak der jaren
 
Geen beklemmender bezwaren
 
Dan waar 't moede lijf van kromm';
 
Geen vertwijflingvolle neep
 
Van gewetens wroegingzweep!
 
 
 
By den sneeuwvlok op dit hoofd
 
Hoopen kwalen zich en rampen;
 
Zij my slechts door zwarte dampen
 
't Werkzaam brein niet gants verdoofd!
 
't Oor bezwijke by 't gezicht,
 
Schepp' mijn brein slechts hemellicht!
 
 
 
Weigren de Bevalligheên
 
Offers van verstramde vingeren,
 
'k Zal nogthands de snaren slingeren
 
Eer de jicht ze gants versteen',
 
Hoe mijn kuchen ze ondermeng',
 
'k Weet waar ik mijn tonen breng.
 
 
 
Doch welhaast zal me ook de hand,
 
In heur vingerleên versteven,
 
Haast ook 't moede brein begeven
 
Met het uitgeput verstand. -
 
Dit ook zij! - Hy neem die 't gaf!
 
Dankend sta ik alles af.
 
 
 
Moog de lichtstraal van omhoog
 
In mijn boezem blijven schijnen,
 
Sluit vrij, aardsche nachtgordijnen!
 
Ik, ik sluit het neevlig oog.
 
't Voorgevoel van 't eeuwig licht
 
Vonkt inwendig in 't gezicht.
[pagina 327]
[p. 327]
 
Breek, ô morgen, breek my aan.
 
'k Schud dit stofkleed voor de wormen,
 
In een zalig jeugdvervormen
 
Uit dees nachtkoets opgestaan.
 
Jezus, Heiland, reik me Uw hand;
 
Beur me in 't eeuwig Vaderland!
 
 
 
Uit Euripides genomen.
 
 
 
1827.

voetnoot*
Vermaking, 164.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken