Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,62 MB)

Scans (5,37 MB)






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

(1858)–Willem Bilderdijk

Vorige Volgende

Geboortegroet aan het zoontjen van den heere Jeronimo de Vries.*

 
Welkom, welkom op deze aarde!
 
Welkom, ja, aanminnig wicht!
 
Ja, het leven is van waarde,
 
Als van onder 't hart ontbonden, dat nooit dwaasheid heeft geroerd,
 
Moeders borst ons, van haar driften
 
Geen vergiften
 
In het voedsel medevoert!
 
 
 
Als in 't erfbloed onzer Vaderen,
 
Nooit van lage lust besmet,
 
Niet dan deugd zich spreidt door de aderen,
 
Voortgeplant op 't kuische bed!
 
Als de Godsvrucht met de Liefde 't hart bewatert in dien vloed!
 
Ja, voorzeker! ja, het leven,
 
Dus gegeven,
 
Is een onwaardeerbaar goed.
[p. 25]
 
Welkom dan, gelukkig spruitjen,
 
Welkom op dit dobbrend rond!
 
Groei en groen als 't Lentekruidtjen
 
In den pas ontsloten' grond!
 
Wesp en rups ontzie uw bladeren, wind noch onweêr schudde uw' steel!
 
En uw zoet en geurig bloeien
 
Vall' geen schroeien
 
Van te heet een zon ten deel!
 
 
 
Moogt gy eens in rijper tijden,
 
Van uw' oorsprong niet ontaart,
 
't Minnend ouderhart verblijden
 
Door een ooft, den wortel waard!
 
Moge uw schaduw, vrucht, en sappen, moeden harten laving biên!
 
En voor alles, moge een spader
 
Dag uw' Vader
 
In uw deugden wederzien!
 
 
 
1808.

*
Mengelingen IV, 219.

Vorige Volgende