Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.62 MB)

Scans (5.37 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 122]
[p. 122]

[Voorzang voor ‘De echt’.Ga naar voetnoot*]

 
De tranen zijn uw deel op aard,
 
Rampzalig sterveling!
 
En, wil men dat ik zing,
 
Met, wat zy gruwzaamst heeft, bezwaard;
 
Ja, onder de overlast
 
Van 't drukkend leed vermast?
 
 
 
Wat wroette ik in de borstkwetsuur
 
Die ik, die ieder voelt,
 
Met zilte stroomen ieder uur,
 
En vruchteloos, bespoeld?
 
Wat voegde ik eigen wee en ach
 
By 't algemeen beklag?
 
 
 
Wat plukte ik, in heur toovergaard,
 
De bloesems, die de Hoop
 
Ons lachend biedt te koop,
 
Waar 't oog met zoo veel lust op staart,
 
En balsemig van lucht,
 
Maar zonder knop of vrucht?
 
 
 
Wat smoorde ik door een hupplend lied
 
De zorgen in het hart? -
 
Den neep der boezemsmart
 
Betoomt het ijdel pralen niet;
 
Maar dubbel knaagt de pijn,
 
En wreekt den valschen schijn.
[pagina 123]
[p. 123]
 
Mijn vrienden, neen, verwacht van my
 
Geen ijdel spel by leed,
 
Of, dat zich 't hart vergeet:
 
Mijn grijsheid voegt geen mommery;
 
Mijn hart weêrstreeft alle ander lied,
 
Dat uit zijn springaâr vliet.
 
 
 
Maar echter 'k ken by 't aardsche wee
 
Een' balsem die verzoet;
 
Men worstel' dan met wind en zee,
 
Of drijve met den vloed!
 
Daar is een bron van troost, van heil,
 
Voor goud noch parels veil.
 
 
 
Welaan! dien balsem klink' mijn snaar!
 
Dien biedt mijn zang u aan.
 
Zijn zalving zaligt ons bestaan,
 
Al valt het lijden zwaar.
 
ô Gy, die hier mijn lied verbeidt,
 
Ik zing u 't heil der aard, het heil der menschlijkheid.
 
 
 
1812.
voetnoot*
Affodillen I, 43.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken