Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.62 MB)

Scans (5.37 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 415]
[p. 415]

De vrouw.Ga naar voetnoot*

No woman ean expect te be to her husband all that he fancied her when he was a lover.

Geoffr. Craion.
 
Het zij! geen Vrouw kan ooit verwachten, haar Gemaal
 
Dat geen te zijn, wat hy als Minnaar in de weelde
 
Dier minnedronkenschap zich zwijmclziek verbeeldde;
 
De kalmte neemt eens plaats na 't tuimlend bruiloftsmaal.
 
Doch meer, oneindig meer, kan ze aan dien Egâ wezen,
 
Wien 't ware Liefdevuur in al zijn kracht doordrong:
 
Die in heur teedre zucht een reinheid heeft gelezen,
 
Als meer dan alles is wat ooit een Dichter zong.
 
Zy kan met heel haar hart in 't zijne samenvloeien,
 
Zoo ze eens geheel zijn ziel, zijn zelfheid heeft doorzien,
 
Hem niet, haar liefde in ruil voor teêrheid aan wil biên,
 
Maar, heilig Hemelvuur haar boezem door voelt gloeien;
 
Haar hoop, haar heil, haar lust, haar zelfheid hem verknocht;
 
Hem teedre moeder wordt van eensgeaarte telgen;
 
Hem lieft gelijk hy is, niet zoo hy wezen mocht;
 
Geen bittren kelk ontziet om met hem door te zwelgen,
 
Maar 't lijden-zelf voor hem als Hemelweldaad smaakt;
 
Onmisbaar voor zijn hart en tot zijn troost steeds open,
 
In vreugd hem alles is, in 't leed hem leert te hopen,
 
En alles buiten hem op 't wareldrond verzaakt. -
 
Dit kan een Vrouw hem zijn die recht haar hart doorschouwde,
 
Haar achting winnen kon, en - onverkoelbaar mint;
 
Ja! meer dan 't geen ooit mensch van 't menschlijk heil vertrouwde;
 
En dit is 't wat mijn hart, ô Dierbaarste, ondervindt.
 
 
 
1825.
voetnoot*
Navonkeling II, 177.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken