De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk[p. 450] | |
In 't album van Mr. Rudolf van Olden, Raad en Generaal Muntmeester.*Vereend in hartlijkheid voor plicht en Staatsbetrekking,
Onvatbaar voor den wind van volks- of modewaan,
Kent uw, kent mijne trouw geen plooikreuk of bevlekking,
Maar bleven we in den storm als moedige eiken staan.
Van Olden; dit 's uw lof. Ontworteld, moest ik kwijnen,
Nu dor, onbruikbaar hout, van loof en tak geknot;
Maar, met het zelfde hart, als alles zal verdwijnen,
Blijft ons 't geweten vrij, met Christentroost in God.
1826.
|
|