Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.34 MB)

Scans (4.18 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 13

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De wijsheidzoeker.Ga naar voetnoot*

 
Wat! zijn die Heeren zoo geleerd,
 
En daarom overal geëerd,
 
En zit die wijsheid in de Boeken,
 
Zoo weet ik, waar ik 't heb te zoeken. -
 
Dus sprak Kees Klomp, ging uit, en zocht
 
En vond een boekenkraam, en kocht
 
Een van de zwaarste folianten
 
Om op zijn schoorsteenlijst te planten.
 
Hy deed zoo, - zag hem telkens aan,
 
Maar nimmer had hy school gegaan,
 
En lezen....? Neen, maar hooren lezen,
 
Dat kon hy jaren lang voor dezen;
 
En, dacht hy, 'k vind wellicht een man
[pagina 378]
[p. 378]
 
Die voor my 't boek doorlezen kan,
 
En spoedig leer ik 't na te snappen,
 
Wat hy me in 't lezen voor zal klappen. -
 
Doch eenmaal kwam hy in de stad
 
Waar iemand by zijn boeken zat,
 
En blad voor blad bekeek en keerde,
 
En deze zei men dat studeerde;
 
En daar er geen geluid by was,
 
Begreep de boer niet dat hy las.
 
Zoo, dacht hy, kan ik 't ook wel maken
 
Om achter het verstand te raken.
 
Hy keek zijn boek nu telkens door,
 
En zag nu achter dan weêr voor;
 
Nu hield hy 't eens op zij' geschoven,
 
Dan recht, en dan weêr 't onderst boven;
 
En merkte 't onderscheid al ras
 
Van wat er bloot papier in was,
 
En al die zwarte drukfiguren,
 
Waarop hy vruchtloos zat te turen.
 
De band van achteren geribt,
 
De sneê met rood en blaauw bestipt,
 
En 't binnenst, de opgedrukte bladen,
 
Waarin de wijsheid zit geladen.
 
Dat al bekeek hy met een lust,
 
Die van vermoeiing wist noch rust,
 
En prentte 't dagen lang en nachten
 
Zoo vast en stevig in gedachten,
 
Dat binnen weinig maanden tijds,
 
De man heel 't Kerspel was te wijs,
 
En, met het eindloos door te blaâren,
 
In 't gantsche boek zoo diep ervaren,
 
Dat hy 't getal wist niet alleen,
 
Op elke bladzij' een voor een,
 
Van ieder zwart bekrabbeld reepjenGa naar eind1;
 
Maar ieder lang of korter streepjen,
 
En ieder heel of halve rond
 
Die in 't gekrabbeld reepjen stond;
 
En dat der stipjens daar beneven,
 
Waar op geen mensch ooit acht zou geven;
[pagina 379]
[p. 379]
 
Tot elks verbazing wijd en zijd
 
Van zulk een ongehoorde vlijt,
 
Wanneer hy in de dorpgehuchten
 
Zijn kennis somtijds uit deed luchten.
 
Wat dunkt u, Vrienden, die dit leest:
 
Is dat geen schrandre Knaap geweest?
 
 
 
Doch zy, die naar geheimenissen
 
In 't Groot Natuurboek vlijtig visschen,
 
En zoo veel weten in hun waan;
 
Vraagt, of zy 't lezen reeds verstaan?
 
Of ze ook iets meerders kunnen melden
 
Dan dat zy streepjens, rondtjens, telden,
 
In 't letteronderscheiden kloek,
 
Maar zorgloos voor den zin van 't boek?
 
Ik ken er, ja, die zich beroemen,
 
En tal by tal naauwkeurig noemen,
 
Maar 't faalt hun toch aan 't a, b, c,
 
En dit - deelt Hy die 't schreef slechts meê:
 
 
 
Doch neen, zegt Frix, 't is niet geschreven,
 
Maar 't heeft zich-zelf zoo saamgeweven,
 
En wat dan praat gy van den zin?
 
Daar schuilt volstrekt geen meening in.
 
 
 
1822.

voetnoot*
Krekelzangen III, 191.
eind1
Dus noemde hy de regels.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De dichtwerken van Bilderdijk (15 delen en supplement)