Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

Scans (5.43 MB)

XML (0.80 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 14

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nagedachtenis.Ga naar voetnoot*

 
Est immota dies, praefixaque tempora fatis,
 
Deque ferunt primis ultima judicium.
 
 
 
Alciatus.
 
Het uur is vastgesteld en wordt door niets verschoven,
 
Dat licht- en ademstroom in oog en borst bepaalt;
 
En, wat zich de ijdle waan van 't morgen mag beloven,
 
Is luchtgreep van een hart in wareldzucht verdwaald.
 
Wat dan, wat vleien we ons met de aan te breken ochtend,
 
Wat stellen wy 't voldoen aan dure plichten uit?
 
Licht dat, met teedren traan ons overschot bevochtend,
 
Een dierbre vriendenhand ons morgen de oogen sluit.
 
En dan -? dan zal ons elk een duurzaam vonnis lezen,
 
En wegen 't zielloos lijk zijn lof en naspraak af;
[pagina 396]
[p. 396]
 
Die 't minst ons heeft gekend, de strengste rechter wezen,
 
En schrijven roem en smaad op 't ongevoelig graf.
 
Één schittring zal misschien een reeks van dwaasheên dekken;
 
Één dwaasheid, al wat lof van 't nakroost hopen mocht.
 
Wat reinheid toch op aard die zuiver is van vlekken;
 
Wat leven, dan misleid, dat heil in wandaân zocht!
 
Wie kent hier iets dan schijn in de uiterlijke daden?
 
Wie spoort de welbron na, waaruit de handling vliet?
 
Ach! 't oordeel van den mensch is niets dan blindling raden,
 
Het hart, en 't geen 't bewoog, erkent de stervling niet. -
 
Doch wat, wat volgt ons na, of blijft ons by in 't sneven?
 
Rampzaalgen zoo 't aan ons of menschlijk oordeel hing!
 
't Is God, die 't oordeel velt van 't doorgeworsteld leven,
 
En ons, om Jezus wil als Jezus buit ontfing.
 
 
 
1829.

voetnoot*
Nasprokkeling, 61.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De dichtwerken van Bilderdijk (15 delen en supplement)