Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hollands verlossing. Deel 1 (1813)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hollands verlossing. Deel 1
Afbeelding van Hollands verlossing. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Hollands verlossing. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hollands verlossing. Deel 1

(1813)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt, Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Opwekking.

[pagina 39]
[p. 39]

Opwekking.

 
Hoe lang dan zwijgt en lijdt gy, slaven,
 
Op 't hart getrappeld, en vertrêen?
 
Hoe! zijt gy telgen van Bataven,
 
Van juk en keten vrijgestreên?
 
Gy lekt de in 't bloed verkorste handen
 
Van d'eerlooste aller Dwingelanden,
 
Als honden die zijn voet verschopt,
 
En worstelt, diep in 't stof gekropen,
 
Met banden, van uw zweet bedropen,
 
En woede, die in 't harte klopt.
 
 
[pagina 40]
[p. 40]
 
Ach woede? - Machtelooze woede,
 
Waarmeê de ontzinde booswicht spot,
 
Die de aard doet krimpen van zijn roede,
 
En recht noch braafheid kent noch God.
 
Wat wacht gy van d'ontmenschten roover;
 
Of wat, wat liet zijn moedwil over,
 
Die 's aardrijks einden overvâamt,
 
Dan honger, naaktheid, wanhoop, slachting;
 
Met aller volkeren verachting,
 
En nakroost, dat zich uwer schaamt?
 
 
 
Gaat, vult de bodemlooze kaken
 
Diens helhonds, met uw laatste brood,
 
Zoo dit uw kluisters los kan maken,
 
En sterv' men dan een vrije dood!
 
Maar weinig is hier schatten zwelgen;
 
Men eischt uw vrijgeboren telgen
 
Dien Moloch tot verdelging af.
 
Zy worden uit uw arm gegrepen,
 
Om op zijn wenk ter dood te sleepen,
 
Tot staving van zijn gruwelstaf.
 
 
[pagina 41]
[p. 41]
 
Uw kroost, ô Batoos stamgenooten,
 
Uw hoop, uw wellust, drijft men voort!
 
In slavenketenen gesloten!
 
Gezweept als slachtvee naar den moord!
 
Daar gaat het in des aardrijks hoeken
 
Den Roxelaan en Tarter zoeken
 
Om 't juk te dwingen op zijn hals,
 
En, waar Hem hel en woede leiden,
 
Des afgronds vloekstoel uit te breiden
 
Tot de uiterste eindpaal des heelals.
 
 
 
Wat, wat weêrhoudt nog in uwe oogen
 
Den springvloed die de borst ontschiet?
 
Wat poogt uw hand den traan te droogen,
 
Die nacht en dag onstelpbaar vliet?
 
Of wacht gy de u zoo dierbre panden
 
Te rug uit 's Alverdelgers handen?
 
Gy dwaalt indien gy 't u verbeeldt.
 
Neen, 't is om schakal, raaf, en gieren
 
Op 't veld te mesten met hun spieren,
 
Dat Holland kinders heeft geteeld.
 
 
[pagina 42]
[p. 42]
 
Gy duldt dit! - Hoe! gy kunt dit lijden,
 
Gy, moeders, teder voor uw bloed? -
 
Voor eigen ingewand te strijden,
 
Ontbreekt het vaders dan aan moed? -
 
't Is de afkomst dan van Batavieren
 
Die wijkt voor 't weêrlooste aller dieren,
 
Dat edel voor zijn welpjens sneeft?
 
Natuur, waar is uw alvermogen?
 
Of heeft de slaaf u uitgetogen,
 
Zoodra hy voor een meester beeft?
 
 
 
Valt sterven dan zoo hard aan mannen
 
Wier vuist het oorlogswapen past;
 
Wat knielt men neder voor tyrannen
 
Wier woede ons bloed verslurpt en plascht?
 
Waar, waarom niet dat dierbre leven
 
Voor eigen panden opgegeven
 
Op Hollands vaderlijken boord,
 
Eer we, een voor een, op zijn bevelen,
 
Ons aan d'Araxes laten kelen
 
In schandelijken volkenmoord?
 
 
[pagina 43]
[p. 43]
 
Koomt, heft de rosse Leeuwenvanen
 
Den snoden Dwingland in 't gezicht!
 
Spaart, spaart onmannelijke tranen,
 
En vloeie ons bloed voor eer en plicht!
 
Herrijs, ô bloem der Teisterbanders,Ga naar voetnoot*
 
En plant de zegerijke standers
 
Waarvoor het Vlaamsch geweld verstoof!
 
Gy, Floris bloed, en dwangbetemmer,
 
Geef thands aan dat ontzachlijk lemmer
 
Het Fransche helgespuis ten roof!
 
 
 
Op, Heldenkroost! - en, Batavieren,
 
Indien ge nog Bataven zijt!
 
Laat, laat Oranjes heilvlag zwieren,
 
Herroept den vaderlijken tijd!
 
Zie reeds de bliksems zich ontsteken
 
Om 's woestaarts overmoed te wreken:
 
Natuur, in bondschap met den dood,
 
Gaat vuur en stroomen, vorst en winden
 
Tot zijnen ondergang verbinden,
 
Dien 't Eeuwig raadsbestel ontsloot.
 
 
[pagina 44]
[p. 44]
 
Ik zie, heb dank! ik zie hem vallen,
 
ô God, die met den trotsaart lacht!
 
Waar zijn zijn honderdduizend tallen?
 
Waar bleef zijne ongelijkbre macht?
 
Zie daar 't ontzachlijk heir bezwijken,
 
Den grond bedekken met hun lijken;
 
Hem, weêrloos, uitgeput, vernield!
 
Rijs Holland, rijs, en schud uw banden,
 
En zy, zy vallen van uw handen;
 
Wat blijft ge roerlooos neêrgeknield!
 
 
 
Helaas! Ik zie de boezems sidderen,
 
En de angst zich malen op 't gelaat.
 
Waar zijt gy, bloed van Neêrlands Ridderen?
 
Gy, zuilen van den Zevenstaat?
 
Ach! is aan dees verlaten streken
 
Dan al wat Hollandsch denkt, ontweken,
 
En slapen zelfgevoel en eer? -
 
Gy, Hemel, neem in uwe handen
 
Het lot van dees onredbre landen,
 
En breng ons hunn' Verlosser weêr!
 
 
[pagina 45]
[p. 45]
 
Verhoort Gy 't, Vader van erbarmen,
 
Die Dwingelanden 't hoofd verplet?
 
Ja, Gy ziet neder op ons kermen,
 
En 't bange Neêrland wordt gered.
 
Ja, de overwinnende oorlogsvanen,
 
De wrekers van uw bloed en tranen,
 
Staan, Holland, op uw grens geplant!
 
De Vrijheid daagt, zy straalt ons tegen!
 
Daar rijst het onderpand van zegen,
 
't Palladium van 't Vaderland!
 
 
 
Breekt door, Oranjen morgenstralen,
 
Door al wat ademt, blij begroet!
 
Bataven, ja, wy zegenpralen,
 
Vliegt, vliegt uw redders in 't gemoet!
 
Wat toeft gy, wakkre Batavieren,
 
Laat, laat de Oranjestandaarts zwieren,
 
En plascht in 't vuige roovrenbloed!
 
Verdelgtze die nog weêrstand bieden!
 
Verstrooitze die uw wraak ontvlieden,
 
En, dankt den God die wondren doet!

Wijnmaand

1813.

B.

voetnoot*
Witte van Haamstede, die Holland in 1304 van de overweldiging der Vlamingen verloste.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken