Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oude getrouwen (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oude getrouwen
Afbeelding van Oude getrouwenToon afbeelding van titelpagina van Oude getrouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

Scans (15.92 MB)

ebook (5.01 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

Nelly Spoor



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oude getrouwen

(1914)–Henriëtte Blaauw–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

4. Wedloop tusschen Haas en Egel.

Op zekeren mooien morgen zat de egel voor zijn huisje. Hij was vroolijk en neuriede een liedje voor zich heen. Daar viel het hem in, dat hij de wei wel eens kon ingaan om te zien, of er niets voor hem te bikken viel. Hij deed dus de deur van zijn huisje dicht en begaf zich op weg. Hij was nog niet ver gevorderd, toen hij de haas tegenkwam, die ook zijn morgenwandeling deed.

‘Goeden morgen, mijnheer Haas!’ riep de egel vriendelijk, maar de haas, die zeer hoogmoedig was, antwoordde: ‘Wat verbeeldt gij u wel, krombeenige egel! wat doe je op den weg? Zeker wil je fatsoenlijke lieden als ik een schrik op het lijf jagen. Ga liever naar huis, als je er tenminste met je kromme beenen nog komen kunt.’

‘Kromme beenen, zegt u?’ riep de egel boos. ‘Kromme beenen! Gij hebt mooie, rechte beenen, dat is waar, maar toch durf ik nog wel om het hardst met je loopen, als u dat verkiest.’

‘Nu, nu, maak je maar niet boos, mannetje!’ lachte de haas. ‘'t Is koddig, maar toch wil ik wel tegen je loopen. Waar en wanneer wil je den wedloop houden? Zullen we maar dadelijk beginnen?’

‘Neen, niet dadelijk, ik moet eerst nog ontbijten. Maar over een half uur ben ik op dit weiland tot uw dienst.’

‘Goed, over een half uur,’ zei de haas, ‘dat blijft dan afgesproken.’ En spottend voegde hij er bij: ‘Ik ben blij, dat je mij nog wat tijd geeft, want ik dien mij eerst nog wat te versterken om het tegen zoo'n flinken looper te kunnen uithouden. Ha, ha! 't is grappig.’

Op weg naar huis dacht de egel: ‘Wacht maar, hoogmoedig heerschap, wie niet sterk is, moet slim zijn. Is het mijn schuld, dat hij mooier beenen heeft, dan ik? Wacht maar, ik zal je wel leeren!’

‘Vrouw!’ zei hij, zoodra hij thuis kwam, ‘ik moet met den haas een wedloop houden.’

‘Ben je mal?’ vroeg zijn vrouw verschrikt, ‘dat moet je immers verliezen!’

[pagina 15]
[p. 15]

‘Wel neen, maar jij moet mij helpen, ga maar mee.’ En toen zij nu beiden op het weiland waren, vervolgde de egel: ‘Ga jij nu ginds, aan het eind van de weide in deze greppel zitten. Als dan de haas komt aanloopen, staat gij op en roept: ik ben er al! Begrepen?’

‘Ja,’ antwoordde zijn vrouw, ‘ik zal het doen.’

Juist op tijd kwam de haas terug. De egel zei: ‘In deze greppel zal ik loopen en gij in die greppel, van hier tot het eind van de weide. Vindt gij dat goed?’

‘O, ja!’ zei de haas spottend, ‘maak maar geen omslag, ik vind alles goed.’ En zeker van de overwinning vervolgde hij: ‘Ben je klaar? Goed daar gaan we. Een, twee, drie!’

De egel had echter nog geen drie schreden gedaan, of hij keerde terug naar de plaats, vanwaar hij begonnen was. De haas rende door, maar eer hij nog aan het einde der greppel was, stak het wijfje haar kop uit de andere greppel en riep: ‘Ik ben er al!’

De haas was ten hoogste verwonderd, want hij dacht niet anders, of het was dezelfde egel. Hij wilde het echter niet zoo dadelijk gewonnen geven en riep: ‘Dat doen we nog eens en nu terug. Een, twee, drie!’

Het wijfje deed thans, zooals het mannetje gedaan had. Eer de haas nog aan het einde der greppel was, richtte het mannetje zich op en riep: ‘Ik ben er al!’

‘Hoe is het mogelijk!’ riep de haas, ‘daar moet tooverij achter schuilen. Maar, ik laat mij niet door een egel overwinnen. Wij zullen nog eens loopen, hoor je!’

‘Mij goed,’ antwoordde de egel. ‘Ik ben nog in het geheel niet moe!’ En zoo rende de haas wel vijftigmaal denzelfden weg heen en terug, maar den een en vijftigsten keer bereikte hij het einde niet. Halfweg viel hij neer, hij had zich dood geloopen.

Na dien tijd wagen de hazen zich niet meer aan een wedloop met den egel. Zij hebben geleerd, hun mindere nooit meer zoo hoogmoedig te behandelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken