Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oude getrouwen (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oude getrouwen
Afbeelding van Oude getrouwenToon afbeelding van titelpagina van Oude getrouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

Scans (15.92 MB)

ebook (5.01 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

Nelly Spoor



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oude getrouwen

(1914)–Henriëtte Blaauw–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 87]
[p. 87]

49. Hoe Baron van Münchhausen met drie dozijn wilde eenden door de lucht vloog.

Eens, toen ik op jacht was, kwam ik aan een meer, waar eenige dozijnen wilde eenden vreedzaam en onbewust van eenig gevaar rondzwommen. Ze waren echter over zoo'n groote oppervlakte verspreid en dus zoover van elkaar verwijderd, dat het mij onmogelijk geweest zou zijn, er meer dan één tegelijk te schieten, terwijl ik, tot mijn spijt, niet één schot meer op mijn geweer had. En ik had juist àl de lieve diertjes zoo graag gehad, want ge moet weten, dat ik van plan was, een van de volgende dagen een diner te geven, waarop ik al mijn vrienden en kennissen wenschte uit te noodigen.

Ik dacht eens na en herinnerde me dadelijk, dat ik nog een stukje hamvet in mijn weitasch moest hebben, dat ik van den mondvoorraad moest hebben overgehouden. Ik grabbelde eens in mijn tasch en ja - ik had het. Bovendien had ik een tamelijk lang hondetouw bij me, dat mij ook uitstekend te pas kwam. Ik draaide het uit elkaar, zoodat ik de vier strengen kreeg, waaruit het bestond, bond ze aaneen, zoodat ik een touw kreeg, dat vier maal zoo lang was als het oorspronkelijke en knoopte er het spek aan. Vervolgens verborg ik mij achter het oeverriet, wierp mijn lokaas in 't water en had onmiddellijk het genoegen, te zien, dat de naastbijzijnde eend er haastig naar toe zwom en het spek begeerig opslokte.

Nauwelijks hadden de anderen bemerkt, dat er wat te snoepen viel, of daar kwamen ze allemaal snaterend aanroeien, om ook een deel van den buit te eischen. En inderdaad - ze kregen ieder wat, al was er maar één enkel stukje spek! Want toen dat gladde hompje spek al heel gauw weer onverteerd uit het achterlijf van de eerste eend te voorschijn was gekomen, kwam nummer twee en slokte het gulzig op en zoo ging het verder tot de laatste toe; met andere woorden: het stukje spek deed de reis door de lichamen van al de eenden, die op deze wijze zich zelf als

[pagina 88]
[p. 88]

het ware aan mijn snoer regen, waarvan ik het andere eind nog steeds in de hand hield.

Zeer voldaan over den gelukkigen inval, dien ik had gehad, trok ik de eenden op den oever, sloeg het touw een paar maal om borst en schouders en wilde met mijn jachtbuit huiswaarts keeren. 't Was een heele sleeppartij, want ik had wel eenige dozijnen eenden aan mijn snoer en ze waren allemaal even vet. Daarbij was ik ver van huis en reeds betreurde ik het bijna, dat ik te veel eenden had gevangen, toen er iets gebeurde, dat ik niet had voorzien en dat mij aanvankelijk in geen geringe verlegenheid bracht.

De eenden, moet ge weten, leefden nog allemaal en nadat ze van hun eersten schrik bekomen waren, begonnen ze in eens luid te snateren en geweldig met de vleugels te slaan. Dat was me een gewarrel en geruisch, een getier en gekakel! Maar zie - plotseling vlogen ze allen gelijk op - en ik moest mee of ik wilde of niet.

De hand op 't hart, vrienden - wie van u zou onder zulke omstandigheden niet het hoofd hebben verloren! Welnu - met mij was dat niet het geval; mijn tegenwoordigheid van geest verliet me geen oogenblik en dus maakte ik mij eenvoudig de zaak ten nutte; ik nam het bevel over de vliegende eenden op me, joeg ze door geroep en armbewegingen voort, gebruikte de slippen van mijn jas als roer, en stuurde zoo in de richting van de plaats, waar mijn woning stond. Toen ik loodrecht boven mijn huis was, drukte ik de eene eend na de andere den kop in, en kwam, langzaam dalend, juist door den schoorsteen in de keuken terecht, midden in de kachel, waarin tot mijn geluk, nog geen vuur ontstoken was.

De verbazing en de schrik van mijn kok laten zich denken. Ik bleef rustig zitten, totdat ik de laatste eend van kant had gemaakt; toen sprong ik op, gelastte den kok, de asch van mijn kleeren te borstelen en liet het aan hem over, de oplossing van het raadsel te vinden, hoe ik de drie dozijn eenden aan het touw had gekregen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken