Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oude getrouwen (1914)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oude getrouwen
Afbeelding van Oude getrouwenToon afbeelding van titelpagina van Oude getrouwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

Scans (15.92 MB)

ebook (5.01 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

Nelly Spoor



Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oude getrouwen

(1914)–Henriëtte Blaauw–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

63. Koning Puntbaard.
(Een Sprookje.)

Er leefde eens een koning, die een heel mooie dochter had. Maar ze was zoo trotsch, dat ze elken prins, die haar ten huwelijk vroeg, afwees en altijd had ze iets op hem aan te merken. Haar vader wilde graag, dat er na zijn dood een goed vorst over zijn land zou regeeren en daar hij geen zoons had, noodigde hij alle ongehuwde koningen en prinsen op een feest, opdat zijn dochter zich uit al die vorsten een bruigom zou kiezen.

Maar de een was te dik, de ander te mager, die te forsch, een ander weer te bleek. Ja, op ieder had ze wat aan te merken en de knapste onder hen gaf ze den spotnaam ‘Puntbaard’, omdat zijn baard spits toeliep.

Haar vader werd boos en zei dat hij haar den eersten den besten bedelaar tot man zou geven.

Een paar dagen na het feest kwam een speelman met gelapte kleeren voor 't paleis, die zoo mooi zong, dat de koning hem vóór zich liet komen. Hij had een knap gezicht en daarom zei de koning: ‘Ge zingt als een lijster en dat vind ik zoo heerlijk, dat ge mijn dochter tot vrouw moogt hebben. Onmiddellijk werd het huwelijk voltrokken en daar de koning geen bedelaars in zijn paleis kon herbergen, moest het jonge paar zoo gauw mogelijk vertrekken.

Heel ver gingen ze weg van de hoofdstad en als de vrouw, moe van 't loopen, aan den speelman vroeg: ‘Wien behoort deze prachtige tuin, wien dit weiland, wien dit bosch?’ dan luidde steeds het antwoord: ‘Dit alles is van koning Puntbaard.’ ‘Had ik hem dan maar gekozen,’ zuchtte de prinses, ‘dan zou ik vrij wat beter af geweest zijn.’ Maar dan werd de speelman kwaad en vroeg: ‘Ben ik dan niet goed genoeg?’

Eindelijk bereikten ze een klein, armoedig huisje en toen de koningsdochter vroeg: ‘Wien behoort dit?’ antwoordde haar man vroolijk: ‘Dat is nu eens mijn eigendom en daar zullen we samen wonen.’

[pagina 111]
[p. 111]

O, wat voelde ze zich ongelukkig! Ze moest al 't werk doen en was zoo onhandig, dat de man geen raad wist. ‘Ik zal een zaak in aardewerk beginnen, dan kunt gij op de markt potten en pannen verkoopen,’ besloot hij. ‘Zóó zijt gij tot niets nut.’

Het beviel de koningsdochter slecht zoo in 't openbaar op de markt te zitten, maar ze moest gehoorzamen. Daar ze echter niets verkocht en ze samen gebrek leden, moest er weer iets anders gevonden worden en nu werd de trotsche koningsdochter keukenprinses bij een groot vorst.

Eens zou de bruiloft van den oudsten zoon des konings gevierd worden. Stil ging onze keukenmeid naar boven en gluurde door de deur der zaal naar al die weelde en pracht. Ze werd diep bedroefd en had oprecht berouw over haar trots en hoogmoed.

Daar trad opeens de koningszoon naar haar toe en vroeg haar ten dans. Hij was in zijde en fluweel gekleed en dadelijk herkende ze koning Puntbaard met wien ze vroeger den spot had gedreven. Ontzet trok zij zich terug maar haar tegenstribbelen hielp niet. ‘Wees niet bang,’ zei hij, ‘ik ben de speelman die met u in 't kleine huisje woonde, maar ik wilde u van uw trots genezen en daarom verkleedde ik mij. Nu hebt ge genoeg geleden en hoop ik dat ge geen spijt meer hebt, mijn vrouw te zijn. Deze bruiloft is voor ons aangericht, zijt gij nu tevreden?’

Weenend omhelsde de jonge vrouw den koningszoon en nooit is er meer een spottend woord over haar lippen gekomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken