Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne (1683)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne
Afbeelding van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyneToon afbeelding van titelpagina van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.97 MB)

ebook (4.38 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

(1683)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIV. Hooft-Stuk.
Van de Long-Ziekten, en beledigde Adem-halinge, Pleuris, Peripneumonia, Hoest en diergelijke.

DE Pleuris oft sijde-wee met de Peripneumonia oft long-ontsteking hebben hier wel de eerste rang, waar van ik te voren gesproken hebbe, so koom ik dan tot de Hoest en eng-borstigheid. Dese is dan een heftige uitblasinge, geduirig weder komende, en somtyds met piepen der borst. De quaal is dan herkomstig, of door iets dat in de longe-pijp komt, of dat in de longe selfs de quaal scheelt. Wanneer eenig vocht oft iets heets in de longe-pijp geraakt is, ontstaat'er dadelijk een Hoest, 't welk gebeurt als men segt dat'er iets in de verkeerde keel komt: om dat dese stoffe de vliesen van de longe pijp tot convulsien aanprikkelt en by gevolg doet hoesten.

Wanneer men ook verkoud is, en in plaats van een onsmakelyke stoffe, een siltige en scherpe door de kliertjes die de longe-pijps rok van binnen bekleeden, uitsypert, werden daar ook trekkingtjes geboren, en by gevolg een hoest.

't Gebeurt ook wel dat de long met een steenigheid beset werd, (wiens groeying ik sal leeren als ik van het graveel en steen sal spreken) waar door de pijpjes der longen verstoppen, soo dat het aanvlietend vogt daar niet gemakkelijk kan door passeren, 't welke dan stilstaande, scherp werd, prikkelt, trekkingen en hoest verwekt.

[pagina 286]
[p. 286]

Verlamming en kramp der spier-veseltjes die de longe pijp van binnen en tussen hare ringetjes bewegen, maken ook een ongeregeltheid in het in en uitademen, want als de longe-pijp niet genoeg uitgespannen werd, kan de logt in het inademen daar niet door-passeren, waar door een pieping moet ontstaan, en soo dese verenging noch grooter is, moeten zy uit nood van niet te stikken, regt over einde sitten.

Somtijds konnen de longen ook opgespannen werden, even als in de tympanites sal gesegt werden.

Alle de soorten van hoesten verschelen maar met graden van malkanderen, daarom is de hoest de ligste, daar na de engborstigheid, kinkhoest en diergelyke.

Somtijds komt de hoest by tyden wederom, om dat de locht d'eene tijd meerder suure deeltjens by sich heeft als d'andere tijd, welk dan ingeademt wordende, het bloed scherper maakt, en de long tot hoesten ontstelt.

Ook is den hoest des daags menigmaals lydelijk en des avonds en des nachts ontstaatse wederom: om dat des avonds en des nachts het suur van de locht scherper is als des daags. Ten anderen ook dat door de kouder locht het lighaam minder uitwaassemt, en het bloed en andere vochten by gevolg meer warmte en werkende deeltjens by sich behouden, waar door het bloed meerder bewogen werd, en de longe moeyelijker valt. Ten derden als de sieken te bedde leggen, werden hare lighamen wermer, even als na eenige exercitie, waar door het bloed mede gaande werd, en de longe, door sijn scherpigheid, meer ontstelt.

Door de damp van ontstoke swavel, van suur in te ademen of te eten, werden mede de longen geprikkelt, eensdeels om datse onbemiddelt de longe-pyps vlies aandoen, en ten anderen dat het bloed daar scherper door werd.

[pagina 287]
[p. 287]

Hier by mag men noch de heesheid voegen, wanneer men met geen geluid kan spreken, en dit geschied door een lang schreeuwen, singen, hoesten of dat'er eenig scherp vocht neer sijpert, waar door dan de kliertjens en vlies soo geforceert werden en uitgerekt, datse haar behoorlyke toon niet konnen houden, en men kanse rekenen onder een kleine soort van verlamming: want ik ben van gevoelen dat dese quaal al veel scheelt in de spieren die het strotten-hooft of Larynx doen bewegen, want in het hees spreken schijnt het dat eenige dier spieren stil blijven: 't welk iemand in sich zelven lichtelijk kan gewaar werden als hy eens sacht en eens hard spreekt.

By den hoest komt noch het oprogchelen, het welk uit de longe komt of uit de longe-pijpjes kliertjes, want als het uit de longe komt is het gemeenelijk eenige etter of bloed, waar van dadelijk spraak sal vallen; maar de slijm diese oprogchelen, komt meest uit de longe-pijp en desselfs kliertjens; want als de hoest geschied, werden dese kliertjens soodanig getrokken, dat door die trekkinge een vocht moet uitsijperen, dat na eenig vertoef dikker werd, en door de longepijps ringetjes bovenwaarts genepen werd, want se werden in het uit- en in-ademen door spier-veseltjes bewogen, en open en toe genepen. Maar als de stof dun is, of den hoest enkelijk uit trekkingen ontstaat, werd daar niet uitgerogchelt, en is drooge hoest.

By dese hoest vervoegt sich wel bloed-spuwen en verettering der longen, Tering gesegt, als ook een Etter-blaas. Het bloed-spuwen werd veroorsaakt door quetsing van de long-vaatjens, 't zy door te veel hoesten, te scherpen bloed, of van vallen, stooten &c. Door het geweldig hoesten werd een groote kracht op de longen en desselfs pypjes gedaan, zoo datse door de minste gelegentheid komen in stukken

[pagina 288]
[p. 288]

te scheuren, welker bloed buiten vatende, stil blijft leggen, tot dat het door de wormwysige beweginge voort gekruit werd tot in de long-pypen toe, datmen dan, als voren gesegt is, uitrogchelt.

Het bloed nu te dik zynde, en daar by met veel scherpigheden verzelt, blijft mede wel in de longe staan, wijl het niet wel ontstoken werd, en ook in de long-aders pijpjes niet kan overstappen. Desselfs scherpigheid maakt dan een corrosie, en bederf der longe, welk bloed en somtijds etter, als voren gesegt is, ten monde al kugchende werd uitgeloost. Als het bloed om sijn dikte door de stonde-vloed niet kan afschieten, blijft het wel om de selfde oorsaak in de longen staan, dat dan de vaatjens bederft, en van boven uitgegulpt word.

Uit diergelyke oorsaken rijst ook een verettering; want als de long-pypjes verstopt zyn, 't zy door een stilstaande bloed, of jeu-sappen, soo werden de nevens-staande pijpjens mede geperst en verengt, soodanig datse hare vochten niet konnen doorlaten, die dan daar verblyven en alleen haar dunste stoffe doorlaten; het dikke dan broeijende en fermenterende, ja somtyds tot stinkens toe verdervende, werd onder gedaante van een etter uitgeloost: maar is 't dat de etter in de longe blijft, en als dichte by een in een blaas vergadert, noemt men dat Vomica of Etterblaas, die somtijds uitgerogchelt werd, en somtijds in de holte der borst uitloopt. Als sig by dit etter-spuwen een koorts voegt, noemt men dat Tering of Phthisis, om dat het verbyloopend bloed of niet genoeg ontstoken werd, of door de belediging der longen, of dat het bloed door dese vuile etter besmet werd, en desselfs bequame vloeybaarheid door dese etter tay en lymig gemaakt, 't welk dan door de minste gelegentheid aan 't broeyen raakt; want die koorts is ongeregelt, zonder tijd te setten. Hier door vermageren ook de lighamen niet weinig, die veel stof in de

[pagina 289]
[p. 289]

longe krygen, gelijk als het de steenhouwers knegts gebeurt, krygen verstopte longen, die vol steenig sand bewassen, en lichtelijk in een kug en tering vervallen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken