Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne (1683)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne
Afbeelding van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyneToon afbeelding van titelpagina van De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.97 MB)

ebook (4.38 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/geneeskunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

(1683)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XVIII. Hooft-Stuk.
Van de trekkingen, Hooft-swijmel, Krampen, Vallende siekten, en Opstygingen.

DE Hooft-swijmel, Vertigo gesegt, is, wanneer we meinen dat al wat buiten ons is, omdraeit; en dit geschied meest in luiden die weinig oft seer swakke geesten hebben, hier toe heeft men noch verscheide gelegentheden van buiten, als een sterke locht, sterk-aderlaten, rondom loopen, van hoog na om laag toe sien, varen, tabak-rooken, wijn &c.

De reden hier van, is noch niet heel klaar, en is vele een groote knoop om 't ontwarren, ik sal dan alleen mijn gevoelen uiten. Ik acht dan, dat in de hersenen, hersen pijpjes zijn, zijnde met een seer fijne vocht vervult, die men gemeenlijk geesten noemt; soo het nu door eenige convulsie deser pijpjes gebeurt, dat se sich niet als het behoort bewegen, kan het gebeuren, dat de deeltjes van het ligt der objecten alleen maar door die vochten heen straalen, en te gelijk met die vochten agterwaars al rondom bewegende gedreven werden, even op die wyse als ik een steen in 't water werp, sal die niet lyn-regt neder sinken, maar als een Spirale kring naar om laag geperst werden. Ik sie dan niet waarom de lugt-deeltjes,door dese tengere hersen-vochten heen booren-

[pagina 311]
[p. 311]

de, niet op gelyke wyse souden konnen doordringen, waar door de ziel bevat, dat d'uiterlyke objecten om-draeijen. Want als het ligt is doorgedrongen, schynt het dat die vochten op soo een spiralen wyse van achteren werden aan gevoert, die anders in de gesonde stand als een blixem behoorden door te stralen. Nu dit staaltjen is genoeg om myn meininge te verstaan. Ziet meerder in myn praktyk namelijk de derde druk.

De Epilepsie oft vallende siekte is een schielijke trekkinge der senuwen by na des ganschen lighaams, na eenige dagen, maanden oft jaren wederom komende, waar door de lyder schielijk ter aarden neder valt, D' oorsaak hier van moet men in een onordentelyke beweginge des senuw-vochts soeken: daarom al het gene de hersen- oft senuw-vochten kan onordentelyk doen bewegen, is oorsaak deser siekte, als daar zyn eenige qualen in het dikke oft dunne hersen-vlies, scherp water in de ventriculi steentjes, beentjes, wormen, schrik, vreese en diergelijke. Want in de geopende lighamen dier gene welke van die quaal gestorven zyn, vindmen gemeenlijk dat'er dit of dat in de hersen-vliesen, oft binnen in de hersenen sal schelen. Doch dit is niet altyd, want de hersen oft senuw-vochten, zijn dikwijls te scherp of te weinig. Het sy hoe het sy, men soude dese siekten een ecclyps der zenuw-vochten konnen noemen: om dat het verstand my leert, dat'er op die tyd als de epilepsie geschied, al de senuw-sappen met geweld in de senuwen en spieren des lighaams werden geperst, en dat de sieke soo lange van sijn selven blijft leggen, of liever nergens van weet, tot dat'er wederom genoeg in de hersenen gescheiden zyn om de hersen-pijpjes op te spannen, en den lyder te doen ontwaken.

Dat dit vocht uit de hersenen na de senuwen geperst werd, en dat'er in de hersenen niets blijft en in de senuwen overvloed is, blijkt hier uit: om dat de

[pagina 312]
[p. 312]

siekte de minste besinninge niet en heeft van 't gene hem geschied oft buiten hem is, ten sy in seer ligte, alwaar noch soo veel deser sappen in de hersenen blijven dat'er noch eenige loop na de sintuigen is, en by gevolg iets konnen gewaar werden.

Dat'er nu een menigte deses vochts in de senuwen is, blijkt uit de groote bewegingen die'er geschieden, als, het schuim om de mond, huilen, roepen, losen van saad, drek, en pis, &c. dat onmogelijk niet konde geschieden ten sy hier een tegenwillige beweginge was, waar door dese deelen tot roepen, uitdyging &c. aangeport wierden, want indien dese sappen niet bewogen, sou'er een stil-stant zijn en geen beweginge.

D'oorsaak nu waarom dit senuw-vocht soo schielijk werd neder gestort is dese reden. Wanneer de senuw-vochten of iets anders, 't sy in de hersenen of buiten de selve, de senuwen prikkelen, werden die deelen bewogen, dese beweginge moet nu by gevolg ook de vochten die in dese hersen-pijpjes oft senuwtjes mede bewegen, welke schielijker voortgaande als'er nieuwe geboren werden, doet de hersen-pijpjes verengen, soo dat de nieuwe traag door dese verengde pijpjen konnen succederen, onderwylen peuren d'andere op de vlugt, want als (Fig. 1.) C A en D A een hersen-pijpjen is, en van C A, na D A het hersen vocht vloeid, by C A van N niet meer succedeert, moet CA toevallen, en van buiten door de logt toegeperst werden, om dat de logt, noch een nieuw hersen vogt op nieuws soo ras niet kan succederen, C A N werd onderwylen ledig en eng; dese nyping oft toepersing van C A, is dan oorsaak dat van N na A D al het senuw-vocht in dese senuwen loopt en de deelen als gesegt is doet bewegen. Onderwylen by C A N ledig blijvende, is de Ecelipsis die ik daar dadelyk seide in de hersenen te wesen. Ik mein dan dat ik door het verstand kan sien dat dit de

[pagina 313]
[p. 313]

regte oorsaak van een vallende siekte is; waartoe een convulsie der hersen-pijpjes veel doet.

Dese siekte houd somtyds eenige weken en maanden op, tot dat het senuw-vogt, oft de prikkelende oorsaak, wederom soo een scherpte krygt, datse bequaam is d'eigenste tragedie te stelen: Doch met de huwbare jaren vergaat dese quaal wel, om dat het saad uit een fijn sout bestaande, veel doet tot de veranderinge van het senuw-vocht, want alle vluggigheid vermeestert het suur.

De kinder-stuipjes oft terminen by de Vriesen gesegt, schelen hier van met graden, die men innerlyke oft uiterlyke stelt: D' innerlijke is wanneer d'ingewands senuwen alleen getrokken werden, maar d' uiterlijke als d'uiterlyke spiertjes getrokken werden; welke innerlyke en uiterlyke dikwyls te gelyk komen.

D' opstijginge dat selden aan de mannen, maar dikwyls aan swakke vrouwen geschied, en daarom moer-trekkinge gesegt, verscheelt mede van de vallende ziekte weinig, alleen dat hier de zenuwen van den onderbuik en den hals meest getrokken werden; de darmen werden in den onderbuik meest opgetrokken met het scheil, 't welk een gevoel geeft van een klont of bol. Het middelrift, de longe met de spieren aan den hals, werden ook soo getrokken en verkort, datse byna schynen te stikken, want de logt noch het bloed kan niet ligtelijk uit en in de longe passeren. Somtyds huilen en gillen sy wel, spreken woorden sonder aan-een-hang en diergelyke, om dat door dese trekking ook de spraak-spiertjes op dus of soo een wyse bewogen werden, en een verscheide geluid geven. De lijf-moeder werden dese oorsaak ook menigmaals t'onregt toegeschreven, wyl d'ontledingen van lighamen de selve menigmaals heeft vry gekeurt.

Somtyds heeft men een trekkinge in dese oft ge-

[pagina 314]
[p. 314]

ne leden oft spieren, dat men krampen noemt, en dese schijnen uit een trekking en lammigheid te samen te komen, want anders werd het deel maar getrokken en terstond los gelaten, maar in de krampen werd een lid getrokken, dat is, dat door een schielyke invloed der geestige stoffen (die dikwyls door een verstoppinge te voren wederhouden wierd) een of meer spieren tegen onse wil bewogen worden oft opgeblasen en met bloed vervult; dog dese beweginge houd dadelyk op, ten zy des selfs antagonisten of geen bewegende geesten hebben of datse verstopt en verlamt zijn, dan soo blijft dat lid soo staan. Van dese krampen en stuip-trekkingen zijn veele onderscheiden, maar moeten alle van het vorige fondament afgelegt werden. Want hier toe behoort den hoest, hik, braken, niesen, en diergelyke.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken