Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XXVI. Hoofd-stuk. Alsine ofte Muur.

DAar zyn in ons Land verscheide soorten van Alsine ofte Muur wasschende. D'eerste zyn de grootste, wast wel vyf ofte ses spannen hoog, dat sig niet oprigten kan ten sy aan eenige hagen. Uit zyn veselagtige wortel schieten verscheide steelen ofte dunne stammetjes, rond, tenger en verscheide knoopingen, ofte leden: uit yder deser leden komen aan yder syde twee blaadjes, een vinger breed en wel anderhalve vinger breet lang, dog in 't midden op zyn breedste, geelagtig groen, glad, sonder hairigheid: ontrent hare ledekens zyn sy somtyds wat roodagtig. De bloemtjes zyn wit en gesternt, van tien kleine blaadjes met eenige veseligheid, hebbende van onderen eenige groene blaadjes, yder op een steeltjen, groeyende op het top deses kruids: na de bloeme vergaan is, vertoonen sig kleine knopjes met roodagtig zaad.

Het tweede is het grootste in allen deelen gelyk, maar soo groot niet van gewas, bladen ofte bloem.

[pagina 48]
[p. 48]

Een derde is nog veel kleinder, dog de vorige mede in alles gelyk: en dese soorten verschele veel van groote, na dat de grond vet ofte schraal is.

De soorten van Alsine hebben aan hare steelen de bladen twee en twee tegens over malkanderen staande: de Bloem-knop is op de wyse der bloemen in veele deelen ofte blaadjes gedeelt, ofte uitgebreid, rustende van onderen op vyf groene blaadjes; de zaad-husjes zyn eenvoudig, in geene celletjes gedeelt, zynde de zaden in het midden, van buiten in haar kokertje besloten.

Dese soorten wasschen veel in de Moest-tuinen, onder andere gesaide kruiden, van haar eigen zaad, dat uitgestort is; als mede ontrent Heiningen en Hagen, langs de wegen, daar het een weinig vogtig is.

Sy blyven de geheele Winter groen, selfs onder de sneeuw, en bloeyen in het voorjaar en de geheele Somer door, latende dan haar zaad vallen.

Daar is nog een soort die ruig is, regt opwasschende, met witte bloemtjes, waar na huisjes volgen als hoorntjes.

Ook vind men een bastaart soort, met blaadjes als de Boom-veil, dog klein en ruig, bleik groen en rontom geschaart; na hare bloemtjes, komen twee nevens malkanderen geplaatste zaad-huisjes, even als twee ballekens der mannen.

Men noemt het Alsine Hederae folio, dat is Muur met veil gelykende blaadjes. Ik hebbe nog een soort dese gelyk, maar de blaadjes zyn als de Honds-draf, ofte Onderhave.

Nog is 'er een soort met geschaarde blaadjes, dat men Hoender bete ofte Morsus Gallinae noemt, met kleine blauwe bloemtjes. Ook zynder soorten die aan de Zee wasschen, en elders.

Dese kruiden hebben weinig gebruik in de Ge-

[pagina 49]
[p. 49]

nees-kunde, maar men kan daar bequame Pappen van maken, tegens de Ambeijen, uithangen der darmen, en op heete geswellen. Men hangt de eerste soorten veel over de Vogel-kouwen, het welke de Vogeltjes eten, en sig in die groente vermaken.

Ik ben dikmaals verwondert geweest, hoe de Turf in ons Holland konde aangroeyen: maar ik hebbe veeltyds gesien, dat onder in de grond van de Bloem-potten, de wortelen deses kruid met geheele verwarde klonten, sig wonderlyk door malkanderen vlogten, en dus oordeel ik mede, dat de Turf uit als versmoorde Boomen uitwast, met eenen rot, en dus de Turf werd. Tot nader voorbeeld heb ik ondervonden, dat de lang uit-gekookte Salsa Parilla, zynde daar na onder d'aard gedolven, na een jaar tyds weder nieuwe wortelen uitgaf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken