Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CXXI. Hoofd-stuk. Caryophylleus Flos, Ginoffels ofte Angelieren.

DEse bloemen hebben hare verscheidene namen, als Betonica, Vetonica, Flores Tunicae, enz. Sy zyn ook verscheiden van gedaante, als smal-bladig, breed-bladig, heel fyn bladig: de bloem is enkel, dubbel, pluims-gewys heel diep gesnippelt: en de verscheidentheden der koleuren is menigvuldig, die daarom, gelyk de Tulpen, duisenderlei namen krygen. Wy sullen dan maar tweederlei soorten verhandelen, namelyk de groote en de kleine.

De groote heeft een ofte meer Stammetjes met leed-

[pagina 170]
[p. 170]

jes, glad, rond en blauw-groen, hebbende de hoogte ontrent van anderhalven voet hoog. Yder lid heeft aan yder zyde een blad, staande twee en twee over malkanderen. Dese zyn langwerpig, lyvig, smal en spits-toeloopende groen-blauw van koleur. Tusschen de bladeren der steelen komen langwerpige groene knoppen, uit welkers vyf getandige Koker, soo sy enkel zyn, vyf vry groote blaadjes ofte bloemtjes komen, aan haar uiterste randen getand, hebbende in het midden gemeenlyk twee witte draadjes: maar dubbelt zynde, bestaan sy uit een menigte blaadjes: dese bloemen verschelen alle seer in groote, en hebben dikmaals soo veel bladen, dat de Kokers bersten. De koleuren zyn wit, hoog en laag rood, of met dit rood en wit op duisentderlei wysen gespikkelt, waar na sy ook menigerlei namen bekomen: ik heb haar eens geel gesien. Sy veranderen mede alle jaren hare koleuren: wanneer sy uit zaad voortkomen, heeft men het tweede jaar eerst bloem, en dat van alderlei koleuren: dog om soo lange niet te wagten, weet men die alle jaren af te setten, om nieuwe planten te krygen. De bloem afgevallen zynde, komen in hare Kokers bolletjes met klein swart zaad. De wortel is matig dik en hard, hebbende veele veselen. De reuk der bloemen, is als die van de Kruid-nagelen, en daarom ook Nagel-bloemen genaamt.

De Pluimtjes ofte kleine soort, zyn van steel en bladen veel kleinder dan de groote, anders de selve niet ongelyk, ook zyn de bloemen deselvige, maar seer diep gekerft, na Pluimtjes gelykende. De koleur is witagtig, lyf-verwig, ofte bleik Purperagtig, en dese soorten zyn ook wel gespikkelt.

Beide soorten vind men in de Hoven, en soo sy van wonderlyke groote zyn, ofte schoone vreem-

[pagina 171]
[p. 171]

de koleuren, plant men die in Potten, des Winters in Kelders ofte kagchels te setten, want sy de koude des Winters niet wel verdragen konnen. Sy bloeijen byna de geheele Somer door, ja men siet die somwylen tot diep in de Winter, soo het weinig vriest.

De Syroop maakt men van de roode bloemen, om te versterken, en tegens veele hoofd-qualen: swymelinge en slymige zenuw-siekten: ook kan men de bladen op Brandewyn setten, en halen daar de roode koleur uit, en wil men die kragtiger hebben, kan men eenige reisen op nieuws daar eenige in doen, en dat soo dikwyls hervatten, als men begeert. Sy werden meest geoeffent om haar aangename koleur en reuk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken