Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 205]
[p. 205]

CXLVIII. Hoofd-stuk. Conyza en hare verscheide soorten.

DE Groote Conyza, die men voor de opregte houd, heeft dikmaals veele ronde, houtagtige opschietende Stammetjes, somtyds hooger dan dry voet, heeft veele groen-geele en vry groote bladen. Op 't bovenste der Stammetjes komen geele bloemen, by beurten, nu een, en dan een, yder op zyn steeltjen, die in stuifkens veranderen, en ligt weg gewaait werden: het zaad daar onder is klein. De wortel overwintert, zynde grof en dik, en met veselen bewassen. Dit gewas is wel liefelyk, dog swaar van reuk, wolagtig en in 't aantasten lymagtig ofte kleverig.

De andere, van sommige voor d'eerste gehouden, is breeder van blad dan de vorige, dog kleinder, swarter en wolagtiger in 't voelen. De Stammetjes zyn twee of dry voeten hoog, rond en wolagtig, sig in verscheide takjes deilende. Op haar bovenste komen lange, en geel-purpere bloemtjes, bestaande uit veele draadjes, die daar na in stuifkens veranderen. De wortel verspreid sig herwaarts en derwaarts. Dit kruid is we1 swaar van reuk dog niet onaangenaam, en sonder vettigheyt in 't aantasten.

De eerste van de middel-soort is haaragtig en met een witte wolligheyt bekleed. Heeft ronde regt opstaande Stammetjes, wel twee voeten hoog, de bladen zyn langwerpig, een vinger breed. Op de toppen komen de bloemen, van groote en maaksel byna als de Vokelaar, geheel geel: die daar na mede in stuifkens veranderen, en vervliegen. De wortel bestaat uit veele veselen. Dit gewas heeft

[pagina 206]
[p. 206]

een sware en vuyle onaangename reuk.

De tweede middel-slag heeft grove, dikke, holle en eenigsins gevoorde ofte gestreepte Stammen: sig boven in verscheide takjes deelende: heeft veele bladen aan de kanten omgekrolt en wat doorsneden. Op de toppen komen veele bloemen, de Kamillen gelyk, dog geel, die mede daarna in stuifkens veranderen. De wortel bestaat uit veele swarte veselen. Dit gewas ruukt eenigsins na den Honig.

De eerste alderkleinste soort is ten hoogsten een spanne hoog; grys en wolagtig van reuk, de andere gelyk; met kleine bladen; de bloemtjes gelyken de middelste knoppen van de Reinvaar, donker geel: die mede in stuifkens veranderen. De wortel is dun.

De andere kleine groeit somtyds meer dan anderhalven voet hoog, en regt op; zynde teer, takkig, haarig, en klevende als slym. De blaadjes zyn smal als dragon, mede klam en vet. De bloemtjes zyn geel, klein, langs de takjes groeijende, die in stuifjes veranderen. De wortel is dun, de reuk deses gewas is niet onaangenaam.

D'eerste wast ontrent de Zee van Italien, Spanjen, Vrankryk, Murcien, enz. d'andere wast op opene plaatsen, by vervalle muuren, en steenagtige plaatsen. D'eerste middel-soort vind men veel langs de Waterkanten en Rivieren. Als mede d'andere, die men veele in de Weijen by de Slooten omtrent Amsterdam, Utrecht, Naarden, enz. vind. D'alderkleinste vind men mede by de Waterkanten. D'andere wast op verscheide Spaanse en Franse plaatsen. D'eerste grootste en tweede kleinste bloeijen ontrent den Herfst, maar d'andere de meeste Somer door.

Sy schynen alle uit fyne deeltjes te bestaan, maar d'eene is daar deelagtiger van dan d'andere. Men

[pagina 207]
[p. 207]

segt dat sy de stonden verwekken, de doode vrugt afdryven, droppel-pis, roode-loop en geelsugt genesen. Het sy hoe het sy, dit kruid is hier niet in gebruik, en de kragten zyn my onbekend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken