Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CLXV. Hoofd-stuk. Malus Cydonia ofte Cotonea, Queen-boom.

DE Queen-boom, wast selden seer hoog, maar blyft laag, byna Heesters-gewys; de stam is rouw, en veeltyds schilferagtig. Sy hebben veele wyd uit verspreide, dunne takken. De bladen zyn langwerpig rond, gelyk van de Appel-Boom; van boven ligt-groen, en tegens den Herfst wat geelagtig, maar van onderen zyn sy met een dikke, gryse wolligheid bedekt. De bloemtjes zyn vyf-bladig, veel grooter dan van Appelen of Peeren, wit ofte seer flauw purper. Waar na de vrugten volgen, geel van koleur; maar gelyken of een Appel of een Peer, waar van het onderscheid komt van Quee-Appel en Quee-Peer, dog is al eenderlei geboomt: dese zyn somtyds wat ongelyk van maaksel, alsoo sy veeltyds geribt, gebogchelt en met groeven zyn. Sy zyn alle met een dikke donsigheid bekleed, sterk van reuk, serp en vrang van smaak. De zaden in de klokhuisjes zyn de Peren en Appel-zaden gelyk, hebbende van buiten eenige gumagtige lymigheid.

Sy groeijen geerne aan de Water-kanten, over de Slooten, waarom men die gemeenlyk rontom de Boogaarts geplant siet; en soo sy in de Hoven staan, wil de wortel wel somtyds met water begoten werden: want dan siet men dat de vrugten merkelyk toenemen. Sy bloeijen in de Lente, en de vrugten zyn tegens den Herfst ryp.

[pagina 228]
[p. 228]

Sy zyn fyn en grof van deelen; het eerste blykt uit de reuk en smaak, en het laatste uit de wrange smaak alleen. Sy werden gebruikt om de buik-vloeden en te veel stonde vloeden te stillen: de swakke maag te versterken, den hik en braken te stillen: geven een goeden asem, rauw gekauwt, en genesen dan het bloedige tand-vleis, en het leuteren der tanden. Hoe dat sommige daar van afgang krygen, siet myn verhandelinge van de operatie der Medicamenten.

Ten desen einde werden de Quee-Peeren gestooft, ofte by vleis gekookt. Dese werden de geheele Winter door bewaart, wanneer men die soo als sy zyn in een keulse pot legt, ofte in een vaatjen, en men daar een kooksel opgiet van de schillen en klok-huisjes, en de bovenste met dese uitgekookte schillen, enz. bedekt, en soo in de kelder set.

De Queen werden ook geconfyt, 't sy half ofte heel: ook wel in lange reepjes gesneden, datse dan pensjes noemen: dat werd dus gemaakt. Neemt een pond Queen in lange reepjes gesneden gelyk als men de Rapen doet. Dry vierendeel witte brood, Suiker en een pint water: kookt dit tot de Queen sagt zyn, en de Syroop zyn dikte heeft; onder het koken snippert men daar de bast in van eene Citroen, en het sap duwt men daar in, doende daar by wat gestoote Nagelen en Kaneel by. Die de selve rooder begeren, doen daar wat poeder van Conchenilie by.

Voorts maakt men daar ook Marmelade ofte Queen-vleis van: welke men laxerende en purgerende kan maken, na dat men daar veel ofte weinig Scammoneum by doet. Ook maakt men het sap tot een gelei. Uit het sap maakt men met Suiker ofte witten honig een bequame Maag-Wyn. Het sap

[pagina 229]
[p. 229]

bewaart men mede een gansch jaar door, wanneer men het in een fles doet, en daar Boom-olie opgiet: en dient om te stoven, en Syropen af te koken. De kruid-mengers maken daar een olie van en een Syroop, maar die verrigten niet, het gene men haar toeschryft. De Scammoni werd in een uitgeholde Queen gedaan en dan gebraden, welke dan de naam van Diagridium aanneemt, maar is mede maar een onnutte bereidinge.

De Quee-korlen in water geweikt, geven een slym van sig, dienstig om de brand der oog-ontstekingen te benemen; en in de brandige sprouw de tong te laven. Dese slym met veel water gemengt is dienstig om te gorgelen in een brandige keelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken