Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CCIV. Hoofd-stuk. Fritillaria, Meleagris, ofte Kivits-eijeren.

UIt een witte, ronde, ajuinagtige en als in twe'en gedeilde bol ofte wortel, die onder aan wat veselen heeft, komt in de Lente-tyd een ses-bladige bloem, selden twee, van gedaante een kleine tulp gelykende, dog staat niet over ende, maar het opperste des stammetjes om-buigende, hangt de selvige nederwaarts. De koleur is uit den violetten purperagtig, tusschen welke over-hands witte ofte bleike byna vierkante vlekken, gelyk als een dambort geteikent zyn. Van binnen is sy swartagtig ofte met swarte stippelen en strepen cierlyk geteikent. In 't midden zyn ses draadjes met haar nopjes, eerst bleik, daar na geel: in 't midden staat een drykantig Pylaartjen. Daar na volgt een drykantig zaad-buisjen, een duim-breed lang, vol plat zaad, buinagtig van koleur. Behalven dese koleur, siet men die wel met geele, groen-geele, bruine, en witte bloemen. Haar stammetjen ofte steel is een voet hoog, rond, dun, uit den groenen purperagtig, besmeurt ofte verstorven van koleur; van binnen voos; waar aan vyf of ses sonder schikking gestelde smalle, en gootwys uit geholde bladen zyn, van een vinger langte,

[pagina 274]
[p. 274]

dog de bovenste zyn korter groender dan de steel.

Men vindse hier alleen in de hoven, werdende meest van hare bollen voort-gequeekt: want het zaad is somtyds dry jaren in d'aarde eer het voortkomt, en bloeijen eerst het seven of agste jaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken