Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 335]
[p. 335]

CCLVI. Hoofd-stuk. Juniperus, Jenever-boom.

DEse boom noemt men in 't Hoog-duits Wachholter-baum. Men noemtse groote en kleine. De groote werden groote en vry hooge boomen. Heeft rontom zyn takken seer veele dunne ofte smalle, styve, redelyk lange, riekende en in stekende punten uit-loopende blaadjes. De besien zyn geelagtig, soo groot als een hase-noot of een kleine gal-noot. Uit de bast vloeid een geelagtige en doorschynige harst, Mastix seer gelyk, dog de stukjes zyn niet rond, maar lankwerpig, hebbende eenige een reuk, tussen Mastix en Terpentyn. Men noemse Sandaracha Arabum en Gummi Juniperinum.

De kleine is gemeene Jenever, zynde een Heester-geboomt, hebbende veele takken en zyd-takken. De schors is dun, bruin, vellig en vliesig, die van selven afschilfert. Het hout der takjes is ligt Castanie-koleur, en om te branden goed van reuk. De blaadjes zyn mede riekend en de vorige wel gelyk, maar veel tengerder en kleinder. Sommige deser soort geeft alleenig bloem en geen vrugt: maar een ander heeft geen bloem, maar een groene besie, die eindelyk swart werd, zynde een kleine erwt van groote gelyk. De wortel schiet van sommige diep in d'aarde, maar andere verspreiden sig meer. Sy werd alhier wel agt voeten hoog.

De groote wast in Spanjen, en langs de plaatsen van de Middelandse Zee. Maar de kleine wast hier in de hoven, en in Hoog en Neder-Duitsland, Noorwegen, enz. in de bosschagien en onbeboude gebergten. Sy hebben traag-rypende besien, hebbende gemeenlyk rype en onrype te gelyk, maar

[pagina 336]
[p. 336]

die van de kleine gemeenlyk het tweede, en dat beide in de Herfst. Dese geboomten zyn Winter en Somer even groen.

Het hout is niet onaangenaam van reuk en smaak, werdende somtyds in kooksels gebruikt, in plaatse van Pokhout, om veele slymigheden te doen verteeren: alsoo het om zyn fyne oliagtige harst ons bloed door-dringt en daar een levenden geest in-brengt. Hier van werd mede door den kromhals een olie, tot de selfde qualen gemaakt.

Uit de besien maakt men met ofte sonder Brandewyn een geest. Ook werden sy op Wyn of Brandewyn geset, om daar de kragt uit te halen. Soo men die met enkel water overhaalt, sonder voorgaande gistinge ofte Fermentatie, krygt men een fyne olie; en wil men dan het overblyfsel uitvringen, en uitdampen, krygt men een gelei, of Extract. Men kan mede het afsiedsel drinken: alle dese bereidingen zyn dienstig, om voornamelyk wel te doen wateren, en veel zandigheden af te setten. Doet sweeten, verwekt de stonden: verdryft winden en buik-pynen: het behoort mede onder de pestige tegen-giften. Dient om de vuile zaad-vloed, en witte-vloed af te dryven.

De olie dient uiterlyk in zenuw-siekten en lammigheden; in gestoke pesen en zenuwen. De gelei doet wel sweeten.

De Gom kan men in de plaats van Mastix in alle salven gebruiken; in lyn-olie gekookt, verstrekt voor een vernis. Het poeder op uitgeschrapt schrift gevreven, soo kan men, sonder vloeijen daar weder over schryven. De bladeren mag men mede in de plaats van de besien gebruiken.

[pagina t.o. 337]
[p. t.o. 337]


illustratie
Kali Salicornia.
zeeuwse krabbe-quaad.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken