Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CCLVIII. Hoofd-stuk. Lactuca, Hof-Lattouwe, Hof-Salaat.

DE eerste soort geeft uit een dikagtig, lang en wit beveselt worteltjen, (dat mede melk-gevend is) breede, gladde, bleek-groene en sappige bladen, tusschen welke met'er tyd, een ronde, dikke, geblade, regt op staande struik voortkomt, welke gequets zynde, een wit bitteragtig sap uit geeft, zynde dry of vier voeten hoog. Dese verbreid sig boven in verscheide takjes, die mede geblaad zyn, welke op haar topjes veele kleine geele bloemtjes hebben, die daar na in witte stuifjes veranderen; onder welke langwerpig, plat, klein en wit zaad schuilt. Op dese wyse komt sy sonder oefeninge voort.

Maar sy verandert door konst, en krygt gekronkelde bladen: en voorts is sy van gedaante de vorige gelyk. Maar als sy van zaad eerst op komen, hebben sy vier of vyf ei-ronde geele blaadjes, dat men gemeenlyk Latouw noemt, en soo die wat grooter werden, Lams-ooren, maar tussen beiden om te dunnen uitgetrokken zynde, noemt men die Dunsel: en dese werden voor Salade gebruikt, of verplant. Die nu verplant zyn, krygen allenxkens grooter bladen, die sig als een sluit-kool digt in een sluiten: deser bladen zyn geelder en malser, en de binnenste ligt en bleik-geel: en werden Sla-kroppen

[pagina 339]
[p. 339]

genaamt. Maar soo sy na dese sluitinge uit haar middenste een struik laten uitwassen, werden sy de vorige ganschelyk gelyk.

Een andere soort is dese ganschelyk gelyk, Roomse Salade genaamt: maar de bladen zyn donkerder, en niet soo oneffen, maar veel malser van smaak: ook is het zaad swart.

Nog is'er een andere dese wel gelyk, maar de bladen zyn donker-rood met paars vermengt.

Men vind de selvige in de Moes-hoven in een losse, en redelyk vogtige grond, in een opene logt. Soo men haar tot kroppen aanfokt, moeten sy niet digt by een staan: en wanneer men die geelder begeert, legt men op de krop een blauwe lei-steentjen, of men treed daar somtyds eens sagjes met de voet op. Sy werden in 't voorjaar en wat later gesaaid, om vroeger en later kroppen te hebben. In 't midden van de Somer bloeijen sy, en in het laatste des Somers haar zaad: en dan vergaat de plant.

De Salade bestaat uit veel sap, met eenige, dog weinige bittere en swavelige melk-deeltjes, in welke haar meeste kragt bestaat, en daarom verwerkt die eenige los-lyvigheid en sagten slaap. Hierom tempert die alle heete broeijingen onses bloed, dat men gemeenlyk verkoelen noemt. De bladen werden meest gekookt in koel-dranken, tegens alle hitsigheden van koorsen, magen, levers, enz. Uiterlyk legt men die aan het hoofd om de heete hooft-pynen te stillen en te versagten, als mede op alle heete geswellen, gebrande deelen, enz. Het zaad doet het gene de bladen doen, en werd onder de vier kleine verkoelende saden getelt; alhoewel ik sulx, om zyn bitterheid niet denken kan. Het is dienstig in heete pis, wanneer men een vuile zaad-loop heeft. De struiken werden geschilt en in suiker geconfyt.

Voorts is de Salade soo ongesond niet als men

[pagina 340]
[p. 340]

roept, ten ware in slymige en koude waterige lighamen, in welkers magen die ligt verrot. Anders is die over tafel met olie en azyn, aangenaam, smakelyk en gezond, soo men de maat houd, en den azyn daar niet te veel van eet. Siet het 2 Deel en 5 Hoofd-stuk van myn Institutien. Voorts werd de Salade by vleis gekookt, en mede gestooft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken