Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CCCI. Hoofd-stuk. Malva Vulgaris; Pumila; Crispa; gemeene, wilde en gekronkelde Kaasjes-bladen.

DE gemeene groote wilde Malve heeft breede, byna ronde, eenigsins ingesnedene, rontom de kanten gekorvene, gladde, effene, en matig donker groene bladen, hebbende yder een redelyke lange steel. Tusschen dese bladen rysen uit de wortel verscheide ronde, groene struiken, somwyls van dry ofte vier voeten hoog, en ook wel lager, na dat d'aarde schraal ofte vet is. Hier aan komen benevens de bladen twee of dry bloemen, yder op zyn steeltjen en op een groen geblaad steunseltjen rustende. Sy syn van vyf bleik-purpere blaadjes gemaakt, aan de boven-rand een weinig ingekeept, en met eenige hoog-purpere strepen in de langte doorstreept: ook siet men haar, dog selden, wit. In 't midden hebben sy mede een purper-verwig uitsteeksel: hier na volgt het zaad van maaksel als een plat kaasjen, waar na dit gewas mede zyn naam bekomen heeft van Kaasjes-bladen, bestaande, als die van de Winter-roos, mede van verscheide zaad-

[pagina 382]
[p. 382]

jes niers-gewyse gemaakt en bruin van koleur. De wortel is somtyds een vinger dik, taey, wit, vol lymig sap, sig vast en diep in d'aarde wortelende.

De tweede wilde ofte kleine is de vorige seer gelyk, wast soo hoog niet, kruipt meest langs d'aarde neder, de bladen wat ronder, en kleinder, aan de kanten rontom geschaart. De bloemtjes zyn vry kleinder en wit, ofte eenigsins na seer bleek-purper hellende. Het zaad en wortel is de vorige mede gelyk.

Een derde werd Malva Crispa genaamt, dese heb ik gesien dat dry en vier ellen regt op om hoog wies, maar in 't gemeen werd die een mans lengte hoog. Dese heeft groote, ronde, gladde, bleek-groene bladen, rontom de kanten gelobt ofte gekronkelt, en daarom gekronkelde Malve genaamt. Tussen de stelen der bladen komen kleine seer bleek-purpere bloemtjes, sonder steeltjes, veele by een. Waar na het zaad volgt even als in d'andere soorten.

De twee eerste soorten vind men aan de dyken, wallen, wegen, tusschen de steenen, en bouw-vallige muuren, en dese blyven des Winters met de wortel en bladen over. Maar de derde siet men in de hoven tot een cieraad, welke alle jaar van nieuw zaad voortkomt. Sy bloeijen alle de geheele Somer door, gevende onderwylen haar zaad.

Dit gewas bestaat uit veele Salpeteragtige deeltjes, zynde met veele takagtige en lymige aan een verknogt. Alle de deelen kan dit gewas werden gebruikt, sy versagten, stillen pyn, maakt de buik week, versagtende scherpe brandige pis, dryven water, stillen de nier-pynen; sy zyn de longen goed, versagten den scherpen hoest, verdryven de heesheid. Uiterlyk versagten en vermorwen sy de harde geswellen: sy stillen de darm-pynen.

[pagina 383]
[p. 383]

Van de bladen maakt men kooksels tot innerlyke gebreken, en werden daarom by het warmoes mede gehakt: hier van maakt men dan mede darm-speutsels, stovingen, en Pappen. Uit het zaad werd een slym met water gekookt tegens d'onstekingen der oogen, en om in de sprouw te likken. Uit de bloemen werden mede Conserven gemaakt: de wortelen zyn van d'eigenste kragten als van den Heemst. De quak salvers leggen die in hoog-roode wyn, of in eenig ander rood vogt, om die rood te maken, welke sy droogen en verkoopen, om de tanden, met eenig tand-poeder te schueren en wit te maken. Men haalt van de bladen mede een water over, dog is van weinig voordeel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken