Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden (1698)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden
Afbeelding van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruidenToon afbeelding van titelpagina van Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.77 MB)

ebook (8.42 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Illustrators

Jan Luyken

Caspar Luyken



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Neder-landschen herbarius ofte kruid-boek der voornaamste kruiden

(1698)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 405]
[p. 405]

CCCXXII. Hoofd-stuk. Morus Celsi, Moer-besie-boom.

DE Moer-besie-boom wast vry hoog, sig met veele takken aan alle zyden uitbreidende. De stam werd redelyk dik, gelyk als een Appel-boom, met een rouwe en oneffene schorse bekleed, maar de wortelen hebben een geele en bittere. Sy krygt heel laat in de Lente eerst haar bladen, zynde van gedaante en groote als de linde-bladen byna, breed, en spits-toeloopende, hard, dik, yets wat hairig, rontom een weinig geschaart, suuragtig en wat te samen-trekkende van smaak, seer gemind van de zy-wormen. De bladen van de jonge scheuten zyn in dry'en gedeelt, gelyk een vygen-blad. Sy krygen mede kattekens gelyk den Haselaar. Hier volgen groene besien met seer korte steeltjes, dese werden allenxkens rood, en eindelyk tegens den Herfst swart; van maaksel als een groote braam-besie, bestaande namelyk uit een menigte kleine by een gedrongen druifjes, die yder een klein korreltjen in sig hebben. De onrype zyn suur, maar de rype soet en wynagtig van een swart sap. De wortelen verbreiden haar aan alle zyden wyd en zyd, waar uit veele zyd-scheuten voortkomen.

De witte Moer-besie-boom is de vorige wel gelyk, maar de vrugt is wit, kleinder, laf en soet van smaak.

Sy komen niet alleen van haar eigen loten voort, maar men ent deselvige op een Mispel-boom, Quee-boom, Castanie-boom, Appel-boom, wilde Peere-boom, Olm en Abeel-boom, enz. men vindse hier beide in de hoven. Sy komen wel laat met hare bladen pronken, maar blyven mede de laatste in

[pagina 406]
[p. 406]

rang der boomen, gevende hare vrugt gemeenlyk in 't laatste van de somer, of in 't begin van den Herfst.

De onrype Moer-besien (te weten van de swarte, want de witte is in geen gebruik) zyn suur en wrang, uit welkers sap de kruid-bereiders een Syroop koken met honig, tegens de keel-geswellen, het welke sy onder eenige kooksels mengen, maar myns oordeels ondienstig. Het sap kookt men mede tot een gelei. Ook werden sy qualyk beide in buik-loop, roo-loop, overvloedige stonden, bloed-spuwen, enz, onnoodig en qualyk gebruikt; alsoo suur en scherpigheden dese qualen voeden, en der selver oorsaak zyn, gelyk ik in myn andere schriften verder bewesen heb.

De bast is bitter, en vringend, voornamelyk des wortels: welke men agt alle ingewands verstoppingen weg te konnen nemen, en open lyf te maken, maar ik hebbe sulx niet versogt.

D'onrype gedroogde Moer-besien, stoppen alle voornoemde vloeden, welkers suur, meest door het droogen, weg gevloden is. De rype werden onder de na gerigten op de tafel gedist, maar moeten niet te veel gegeten werden, ten sy met brood. Met der selver sap kan men de wyn rood en smakelyk maken. Het hout deses booms is hard en bequaam om te verwerken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken